JavaScript is required for this website to work.
Europa

Visegradlanden willen EU leiden

Theo Lansloot28/6/2016Leestijd 4 minuten

Worden de Oost-Europese leden van de EU machtiger?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De V4 vormt een samenwerkingsverband dat op 15 februari 1991 officieel is opgericht door Polen, Hongarije en het toenmalige Tsjecho-Slowakije. Sinds Tsjechië en Slowakije in 1993 in twee staten uiteenvielen telt de Visegrádgroep vier lidstaten (V4). De naam verwijst naar de nu Hongaarse stad Visegrád waar in 1335 vorsten uit Midden-Europa bij elkaar kwamen om internationale problemen op te lossen.

Na de ineenstorting van het communisme zette de V4 zich in voor het vreedzaam oplossen van de historische conflicten in Midden– en Oost–Europa, het uitbannen van het communisme, het invoeren van de democratie en het nauwer samenwerken om zich aldus beter in Europa te kunnen integreren. Sinds 2004 zijn alle Visegrád-landen lid van de EU. Vaak nemen ze gezamenlijk standpunten in, vooral bij dossiers die voor Midden– en Oost-Europa van groot belang zijn zoals bv. de migratieproblematiek.

In 2015 nam het aantal vluchtelingen sterk toe en kreeg vooral Hongarije er veel te verwerken. De Europese Commissie stelde een gezamenlijke deelsleutel voor, maar de Visegrádlanden verzetten zich daar hevig tegen. Samen stonden zij tijdens de onderhandelingen veel sterker. Ook binnen de NAVO werken zij samen. Hoewel hun militaire samenwerking kort na de toetreding tot de NAVO stagneerde, werken de V4 inmiddels ook op dat gebied weer actief samen. Gevechtseenheden trainen opnieuw gezamenlijk en de groep wenst zijn defensiesamenwerking nog te vernauwen.

Organisatie

De Visegrádgroep kent geen officiële instellingen, maar heeft wel een jaarlijks wisselend voorzitterschap. Het voorzittende land is verantwoordelijk voor de administratie en stelt bij het begin van zijn ambtstermijn een werkplan op voor de komende activiteiten.

De V4-leiders komen een keer per jaar samen. Ook andere vertegenwoordigers komen geregeld bijeen voor overleg omtrent nationale en internationale vraagstukken en gezamenlijke projecten.

De Visegrádgroep telt maar één officiële instelling: het Visegrádfonds. Dit werd in 2000 opgericht en staat elk jaar onder toezicht van een andere lidstaat. Het fonds beoogt het bevorderen van de gemeenschappelijke eigenheid van de Visegrádlanden en van de kennis die hun burgers van elkaar hebben. Het stimuleert daartoe cultuur, wetenschap, onderwijs, kunst, toerisme en jeugd, door het verlenen van subsidies en het toekennen van studiebeurzen. Het dagelijks bestuur is in handen van een directeur die, net als alle andere belangrijke functies binnen de V4, om de drie jaar wisselt op basis van nationaliteit.

V4–top

Op 8 juni 2016 vond onder Tsjechisch voorzitterschap in Praag een V4–top plaats waaraan de vier minister–presidenten deelnamen. Nadien hielden de zij een openbaar debat. Zij beschreven hun regio als het meest stabiele deel van de EU en verklaarden dat de V4 op grond daarvan de leiding van de Unie beogen.

Toevallig begon daags voordien in Polen de westerse Anaconda 16 defensieoefening (van 7 tot 17 juni 2016) met Amerikaanse en vele andere westerse legereenheden. Die dag overschreden Duitse tanks voor het eerst sinds Wereldoorlog II opnieuw de Poolse grens. Voor Polen, Europa en de hele wereld roept dit toch nog steeds moeilijk te verwerken herinneringen op.

De vier premiers toonden zich zeer eendrachtig en vol zelfvertrouwen in tegenstelling, naar hun zeggen, tot de EU zelf die vooral door de opeenvolgende economische crises en de migratieproblematiek tekenen van ontbinding vertoont. Zij benadrukten dat een brexit die tendens alleen maar zou versterken. Inmiddels is die uitstap uit de EU helaas een feit waarvan de gevolgen nog niet ten volle te overzien zijn. Zeker treft de brexit in belangrijke mate ook Vlaanderen. Het Verenigd Koninkrijk is vandaag zijn vierde belangrijkste handelspartner. Heel wat banen hier staan nu op de tocht. Vlaanderen heeft er dus alle belang bij uitstekende handels- en politieke relaties met de overkant van het kanaal in stand te houden.

De V4-premiers beschouwden hun beleid als voorbeeld voor de EU en betreurden dat tal van EU–lidstaten dit als radicaal en populistisch afdoen. De jongste tijd waren de vier Visegrád–landen de felste critici van het vooral door Bondskanselier Merkel gestuurde EU-migratiebeleid en het feit dat de Unie er nooit is in geslaagd een echte gezamenlijke oplossing voor te stellen.

De Tsjechische premier Sobotka benadrukte niettemin dat de V4 samen met de overige lidstaten willen blijven zoeken naar oplossingen voor heel de EU. De Poolse minister–president Beata Szydlo nam na de top voor één jaar de leiding van de V4 over. Zij verklaarde onomwonden dat de EU zelf verantwoordelijk is voor de meeste problemen waarmee zij nu te maken heeft.

Zij voegde er nog aan toe dat de V4-landen een belangrijke en positieve rol spelen i.v.m. de migratiecrisis en sprak de hoop uit dat ze niet alleen op dit gebied maar ook op tal van andere een leidende rol zullen kunnen spelen.

Niet verwonderlijk was de Hongaarse Viktor Orban nog veel scherper tegenover de huidige EU. Hij zei doodleuk:’Ten westen van ons loopt alles fout’. Hij oordeelde dat de Europese leiders door de financiële crisis van 2008 hun legitimiteit hadden verloren en dat de migratiecrisis aantoont hoe groot het democratisch tekort binnen de EU wel is. Volgens hem gaapt er een diepe kloof tussen wat de burger wil en wat de leiders doen. Hij verweet het Westen ook zijn politieke en militaire bemoeienissen in Irak en Egypte zogenaamd om democratische hervormingen door te voeren maar met als gevolg een onstabieler Midden–Oosten en meer problemen en gevaren voor Europa. Een verhulde sneer naar Washington ?

Vooral de Poolse en Hongaarse premiers beschreven Midden- en Oost–Europa zowel politiek als economisch als de meest stabiele Europese regio en zagen de V4-landen als model voor de rest van de EU en geenszins als een troep herrieschoppers. Beide gingen stilzwijgend voorbij aan de groeiende bezorgdheid binnen de EU over autoritaire tendensen in zowel Boedapest als Warschau.

De Poolse premier maakte ook geen gewag van de vreedzame betogingen in Polen tegen sommige aspecten van het regeringsbeleid. Volgens haar is in Midden– en Oost–Europa debat de regel en als de rest van Europa de uitkomst daarvan niet past zou men in elk geval beter eerst oplettend naar het debat luisteren alvorens het resultaat ervan gewoon af te schieten.

Het onderzoek naar Poolse wetten door de Europese Commissie veegde zij van de baan en bestempelde het als een poging van de EU om de soevereiniteit van een lidstaat te beknotten. Orban oordeelde dat de landen van de V4–groep de rest van de EU economisch ver achter zich laten en dat zonder hun bijdrage de Unie een economische achteruitgang zou vertonen.

DUBLIN II

De Slowaakse minister–president Fico sloeg een iets meer verzoenende toon aan. Niet verwonderlijk want zijn land zal vanaf 1 juli 2016 voor zes maanden de Europese Raad voorzitten.

Toch meende ook hij dat de EU niet weet hoe met versplintering om te gaan en dat een hechtere Unie niet de beste oplossing is om die te voorkomen. Hoofdzaak is, volgens hem, het vertrouwen van de burgers terug te winnen. Hij zag de op 1 september 2003 van kracht geworden Dublin-verordening  i.v.m. asiel als een aantrekkingsfactor voor vluchtelingen en vond dat zij dus aan een grondige wijziging toe is. Hij liet doorschemeren dat Slowakije daar achter staat.

In hun gemeenschappelijke verklaring na de top staat haast hetzelfde maar gaan de vier premiers nog verder: het door de Europese Commissie voorgestelde plan is gewoon niet uitvoerbaar.

Machtsverschuiving van West naar Oost binnen de EU ?

Het ziet er dus naar uit dat een van de onverwachte gevolgen van de brexit wel eens een versnelling zou kunnen betekenen van een reeds voordien bezig zijnde  machtsverschuiving van West naar Oost binnen de EU. Ook dat is nu nog niet te overzien. Afwachten maar.

 

Foto: (c) Reporters

Theo Lansloot (1931 -2020) was licentiaat handels- en financiële wetenschappen. Hij was als ambassadeur op rust publicist bij verschillende media. Door zijn professionele achtergrond was hij welbeslagen inzake diplomatie en internationale politiek. Ook volgde Theo de verhoudingen tussen Nederland en Vlaanderen op de voet.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Sick’ is een relevante en hilarische roman waarin Bavo Dhooge alle humoristische registers opentrekt, zonder daarbij ook maar een moment de vinger van de pols van de maatschappij te halen.