JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Vlaams buitenlands beleid moet zeker mogelijk zijn

Doorbraak redactie26/7/2011Leestijd 5 minuten

Axel Buyse (° 1955) was al jaren chef van de buitenlandredactie van De Standaard (DS) toen hij het in 2003 over een andere boeg gooide en vertegenwoordiger van de Vlaamse regering werd in Den Haag, onze ‘ambassadeur van Vlaanderen’ zeg maar. Hoewel hij nog een ‘jonge snaak’ was, vond hij het niet kunnen hoe de krant met de 55-plussers onder haar journalisten omging. Als historicus die graag in de diepte werkt en wil voorlichten vanuit een oude Bildungsmoral vreesde hij voor vervlakking en voor de ‘snelle hap’ in de journalistiek. Vandaag vertegenwoordigt hij Vlaanderen bij de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de EU.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Doorbraak: Van de ruime wereld als chef buitenland op DS naar Vlaanderen. Is dat geen contradictie?
Axel Buyse: Integendeel. Je moet eerst je eigen wortels kennen en respecteren als je het ruime sop kiest. Ik ging naar Den Haag omdat ik altijd wat met Nederland heb gehad. Er is meer tussen Vlaanderen en Nederland dan enkel de taal. Nederland is het bevoorrechte deel van onze natie. Eeuwen geleden al vormden de Nederlanders een eigen staat met alle voordelen van dien. We moeten sterke relaties uitbouwen met Nederland zonder ons slaafs te werpen in de armen van ‘de Hollanders’.

Bent u een Groot-Nederlander of gaat het verder dan samenwerking Vlaanderen-Nederland, denken we maar even aan de Benelux?
De Bourgondische droom van de Zeventien Provinciën maakt weinig kans. De Franstalige Belgen huiveren bij de gedachte aan ‘Nederlandstalige dominantie’. Kijk maar naar de discussie over het Benelux-leger. Hoewel Vlaamse kringen in het Belgische leger er positief tegenover staan, denkt Franstalig België ten onrechte dat er geopolitieke bedoelingen aan de grondslag liggen. Professor S.W. Couwenberg van de Universiteit Rotterdam denkt aan een oplossing van de Belgische problematiek binnen een Benelux-confederatie, maar dat lukt niet met de Franstalige Belgen. Ook in Nederland staat de Benelux ter discussie. Dat heeft te maken met verschillende oriëntaties. Nederland is meer Atlantisch in zijn denken, België beoefent de kunst van het koorddansen tussen Frankrijk en Duitsland. Toch pleit ik voor een Benelux-Plus in de zin van versterkte, brede samenwerking. We moeten de Benelux maximaal gebruiken en het Vlaams Buitenlands Beleid met Nederland voort ontwikkelen.

Moet Franstalig België angst hebben voor het Vlaams Buitenlands Beleid (VBB)?
De angst is overtrokken. Het VBB kadert binnen het bestaande bestel. Het is de staatshervorming van 1993 die de deelstaten het recht geeft een buitenlands beleid te ontwikkelen voor de eigen bevoegdheden. Onze politieke en economische Vlaamse diplomaten zijn vertegenwoordigers, niet van de Vlaamse Beweging, maar van de Vlaamse Regering. We werken volledig in overeenstemming met de Grondwet.

Volgen de buitenlandse diplomaten in Brussel de ‘Belgische toestanden’?
De meeste buitenlanders trekken zich daar niets van aan. Maak je ook niet te veel zorgen over het aantal dat zich via Le Soir of La Libre Belgique een verkeerd beeld over de toestand hier in de maag laat splitsen. Ik probeer onze situatie altijd op een objectieve, onpartijdige manier uit te leggen aan buitenlandse diplomaten of journalisten. ‘Propaganda’ komt altijd als een boemerang terug in je gezicht. Vlaanderen moet zichzelf op een rustige, waardige wijze voorstellen.

Is Vlaanderen niet een apart geval op het internationale forum?
We hebben specifieke kenmerken, maar er zijn toch gelijkenissen met andere gevallen. Nederlanders doen wel eens smalend over de ingewikkelde Belgische structuren, maar ik kan ze altijd vloeren als ik hen wijs op de poespas van de relaties van Nederland met zijn overzeese gebieden (Suriname, Aruba …). De EU hoeft ook niet uit de hoogte te doen als je ziet hoe ingewikkeld de Europese structuren zijn. Maar dat is nu eenmaal omdat in al die gevallen de structuren zich aan de reële wereld hebben aangepast. Ik moet soms grinniken als ik mensen zie die met een Belgische vlag in de hand dromen van een unitair België. Terugkeren naar een unitair België behoort theoretisch tot de mogelijkheden, maar dit land is zo ingewikkeld geworden omdat er in de samenstelling van de bevolking en in de geschiedenis kiemen zaten die conflicten meebrengen en die schreeuwden om, inderdaad ingewikkelde, oplossingen.

Er wordt vaak gezegd dat een splitsing van België door de EU nooit zal worden aanvaard. Klopt dat volgens u?
Er zouden zeker problemen zijn. De EU is een politiek systeem en zoals elk systeem wil het stabiliteit. Waar men schrik van heeft, is ‘toestanden’. Toestanden uitgerekend in het land waar de meerderheid van de instellingen zijn zetel heeft. Dat is voor de gemiddelde eurocraat geen aantrekkelijke gedachte. Daarnaast kent men niet te veel van wat hier gebeurt, is men gebrekkig ingelicht, maakt men ten onrechte vaak vergelijkingen met Joegoslavische toestanden en allerlei gewapende conflicten. Het netto resultaat is een wantrouwige blik op de Belgische toestanden.

Zijn er contacten met andere regio’s die zich zoals Vlaanderen verzelfstandigen?
Een aantal regio’s , de Schotse bijvoorbeeld, kijkt op naar Vlaanderen om wat wij kunnen. De Schotse vertegenwoordiger wil graag samen met ons nagaan hoe de Europese instellingen zouden reageren als een deelstaat van een EU-lidstaat een grotere vorm van autonomie zou krijgen. Dat is een boeiende oefening hoe de EU-instellingen daarmee omgaan. Ik predik hiermee geen separatisme.

Vlaanderen is door de Raad van Europa al bezocht en op de vingers getikt. Had de Vlaamse diplomatie dat kunnen vermijden? We hebben geprobeerd om dat te voorkomen. Dat is voor een stuk mislukt. Daarin spelen ook een heleboel toevalligheden een rol: de samenstelling van de commissie en de delegaties op dat moment. Het effect van die bezoeken is ook veel beperkter dan wij denken. Je moet dat afwegen tegen wat echt van belang is: de rechtspraak van het Europees Hof heeft door de jaren heen ons constitutioneel bestel (en de rol van Vlaanderen hierin) ondersteund. Daar flitsen dan die oppervlakkige bezoeken tussen. Het signaleert wel dat we een imagoprobleem hebben, ook omdat er weinig buitenlandse journalisten de tijd nemen om zich eens goed in te graven in die Belgische problematiek en er met kennis van zaken verslag over uit te brengen.

Hoe is de interne samenwerking met het Belgische diplomatencorps en Buitenlandse Zaken?
Er wordt voortdurend intens samengewerkt. Door ‘lopende zaken’ is er wel geen formeel overleg over verdere structurele verbeteringen in die samenwerking. De voorziene structuur is ook log. De Vlaamse regering onderneemt ernstige pogingen om de positie van het Vlaams buitenlands beleid te versterken. En alle regeringspartijen doen dat. Vlaanderen zoekt daarbij niet de confrontatie. Denk aan hoe de minister-president het formuleerde toen hij het Vlaamse diplomatencorps toesprak: ‘ten aanzien van de samenwerking met het federale niveau, zijn wij assertief, maar niet agressief.’ Assertief omdat we staan op een zo correct mogelijke toepassing van het principe foro interno, foro externo (de deelstaten voeren een buitenlands beleid op het vlak van hun binnenlandse bevoegdheden, nvdr). Wij proberen echt met een grote gedrevenheid en een vriendelijke verbetenheid op te komen voor onze bevoegdheden, maar dat betekent ook samenwerken met de federale overheid en de andere deelstaten. Meestal lukt dat maar soms zijn er wrijvingen.

Op sommige ambassades zijn er toch problemen. Veel ambassadeurs willen zich ook graag met cultuur bezighouden terwijl dat een Vlaamse bevoegdheid is.
Dat is een pijnpunt. Cultuur is een belangrijk glijmiddel in het diplomatieke verkeer, langs de andere kant is het ook een volle bevoegdheid van de deelstaten. Op een post waar de volle federale loyauteit speelt, hoeft dat geen probleem te stellen. In Den Haag gaven wij samen met de ambassadeur en de Brakke Grond tientallen concerten. In de residentie van de ambassadeur. En alles werd goed verdeeld.

Waar er geen Vlaamse vertegenwoordiger is, doet de ambassadeur het.
Ja, maar dan kan je alleen maar veronderstellen dat de deelstaten als uithangbord worden gebruikt. Op veel posten gebeurt dat. Als zo’n ambassadeur dat goed wil doen, heeft hij/zij ook alleen maar baat bij een goede samenwerking. Ik begrijp ook vaak de kritiek niet op de Vlaamse vertegenwoordiging. Een modale ambassade van België is in vergelijking met andere nooit overbevolkt. Dan is een versterking vanuit de deelstaten toch welkom? En iedereen vaart er wel bij als dat gebeurt in onderling respect. Het is belangrijk dat alles gericht is op efficiëntie, dat we aan de belastingbetaler kunnen aantonen dat we nuttig werk doen. Het moet meer zijn dan Vlaanderen op de kaart zetten. Er moet een meerwaarde worden gecreëerd. Dat is moeilijk te meten, maar er is ook de harde economische realiteit. En ook daar spelen de diplomaten hun rol. Denk maar aan de havenproblematiek met Nederland. Is er iets belangrijker voor de Vlaamse economie dan de haven, de mobiliteit en de spoorwegen … de verbindingen met Nederland?

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Categorieën

De redactieploeg van Doorbraak bestaat uit een grote groep redacteuren. Standpunten en andere artikelen kunnen verschijnen als "De Redactie". Uiteraard betekent dit niet dat al onze redacteuren per definitie aan deze standpunten gebonden zijn.

Commentaren en reacties