JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Vlaamse onafhankelijkheid vergt meer dan verkiezingen winnen

Staatsvormend project is geen bijzaak

Steven Utsi9/9/2020Leestijd 4 minuten

foto © BELGA

Steven Utsi pleit voor gezond verstand. Verkiezingen winnen is nodig, maar Vlaamse onafhankelijkheid actief voorbereiden is geen bijzaak.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Óf er komen alsnog nieuwe verkiezingen óf er staat een paars-groen-oranje regeringscoalitie op. Het ene levert hoofdbrekens op, het andere gegarandeerd migraine. Voor inwoners van Vlaanderen die met hun deelstaat graag zouden loskomen van het Belgische vehikel is de hamvraag of de pest beter of slechter is dan de cholera.

Een Vivaldi- of Avanti-regering betekent een links en belgicistisch project, in de luwte waarvan een verenigde Vlaamse oppositie alleen maar sterker uit de hoek kan komen. Nieuwe verkiezingen daarentegen leiden niet noodzakelijk tot een ‘ultieme’ rechtse en Vlaamsgezinde doorbraak. N-VA en Vlaams Belang zijn dan de partijen die zó zouden moeten groeien tot ze samen beschikken over een meerderheid die Vlaanderen voorgoed uit het Belgische bestel kan losmaken.

‘Electoralisme’ is te eng en naïef

Een serieuze hinderpaal voor deze strategie van electorale groei als panacee voor al het Vlaams-nationale leed is het cordon sanitaire waarin Vlaams Belang nog steeds zit opgesloten. Roepen dat het cordon – terecht! – een aanfluiting is van de democratische wilsbeschikking van de Vlamingen lucht op, meer niet. Het cordon was bij de verkiezingen van 2014 de objectieve bondgenoot van N-VA-voorzitter Bart De Wever. Het deed vele kiezers naar N-VA overstappen. Ze hoopten op de ‘kracht van verandering’ voor de Vlaams-Franstalige patstelling en het lakse migratiebeleid.

Bovendien hoeft een ‘absolute electorale meerderheid voor het Vlaams-nationalisme’ geenszins te betekenen dat N-VA en Vlaams Belang samen gaan regeren. Om te beginnen is er dus nog steeds het cordon. Ten tweede dienen politieke partijen niet alleen idealen, maar bovenal tal van praktische belangen en dossiers die ze naadloos naar een volgende legislatuur willen overdragen. Dat spoort niet goed met de hartstochtelijk gewenste cesuur van mensen bij wie Vlaamse staatsvorming na aan het hart ligt.

Rechtse en Vlaamsgezinde trend

Vanuit het standpunt van N-VA is er geen bijzonder goede reden om Vlaams Belang boven zeg maar CD&V te verkiezen, alleen maar omdat Vlaams Belang bij de kiezer hogere ogen gooit dan de christendemocraten. Het belang van Vlaanderen kan volgende legislatuur wel degelijk in soevereine zelfbepaling liggen (artikel 1 van de N-VA-statuten), maar eerst moet de regio toch maar meer interne bestuurskracht krijgen, moeten er meer bos en beter openbaar vervoer komen. Enzovoorts. Het riedeltje is intussen genoegzaam bekend.

Nog meer kiezers voor de ene partij en nog wat minder voor de andere herbevestigen hoogstens de rechtse en Vlaamsgezinde trend. Een doorbraak naar volkomen soeverein zelfbestuur en Vlaams lidmaatschap van de internationale statengemeenschap komt daarmee niet meteen dichterbij. Dat Vlaams Belang niet alleen stemmen van N-VA wint, maar ook van andere partijen illustreert slechts dat er bij de kiezer nog altijd rek op de Vlaamse reflex zit. Die vaststelling is hoopgevend. Voor de rest blijft verkiezingsuitslagen voorspellen altijd een abstracte wetenschap. Net nu ligt het terrein braak om de onafhankelijkheidsgedachte concreter in te vullen.

Actief voorbereiden begint hier en nu

Misschien snijd ik een aantal lezers de adem af. Wat begin ik hier plots over Vlaamse staatsvorming? Hoe lang is het al niet geleden dat daarover nog een boom werd opgezet, laat staan een ei gepeld! Precies een jaar geleden was er wel het Witboek Vlaamse Staatsvorming van de Vlaamse Volksbeweging. Het werkje kreeg bitter weinig weerklank. Daar zijn twee verklaringen voor. Eerst en vooral leest het Witboek als een rechtvaardiging om hoegenaamd met Vlaamse onafhankelijkheid bezig te zijn, namelijk vanuit het historische onrecht dat Vlaanderen is aangedaan (tot en met de transfers toe). Op die manier is het boekje vooral een pleidooi pro domo.

De lang aangehouden lichtbak van het Catalaanse en Schotse onafhankelijkheidsstreven heeft blijkbaar het Vlaamse zelfvertrouwen eerder ondermijnd dan versterkt. Ongeacht de pretenties van het VVB-Witboek, zijn het toch vooral de zogenaamde ‘waarom’-vragen die een antwoord krijgen en veel minder de ‘hoe’-vragen. Waarom Vlaanderen staatkundig op eigen benen moet staan is tot vervelens toe geanalyseerd. Dat is eigenlijk weinig interessant meer, tenzij het Witboek tracht om mensen te overtuigen die nog nooit van Vlaamse onafhankelijkheid hebben gehoord. Die zijn er zeker en ze zijn zelfs opnieuw met méér dan vroeger, omdat het thema arctisch onderkoeld is geraakt in alle publieke debatten. Een ander (digitaal) medium dan een boekje is in dat geval welkom om die mensen te bereiken.

Vlaams staatsvormend moment

Ten tweede is het Witboek een exclusief VVB-initiatief. Het gaat niet uit van een netwerk van geëngageerde actoren. Een brochure of boek is het werk van een vereniging of partij. Met Gerolf Annemans had ik in het boek De Ordelijke Opdeling de bedoeling om politieke en academische gremia ervan te overtuigen dat natie- en staatsvorming een ‘serieus’ onderwerp is. Dat het een thema is dat internationaal minder snel politiek correct wordt weggewimpeld dan in eigen land door Vlaamse kerktorenintellectuelen. We gingen vooral in op de ‘hoe’-kwesties: hoe zet je een traject uit naar een exit uit België en hoe beveilig je (internationaal) je flanken? Dat was tien jaar geleden. Toegegeven: we ontwaakten de volgende ochtend nog niet in een Vlaamse republiek.

Wil je mensen overtuigen van de noodzaak van een zelfstandig Vlaanderen an sich, dan vertrek je beter van een netwerk dan van één vereniging, zoals de VVB of – voor mijn part – een partij. Verkiezingen winnen blijft nodig, maar een actieve voorbereiding van een Vlaams staatsvormend moment is geen bijzaak. De waarheid heeft niettemin haar rechten. Het VVB-Witboek pleit op blz. 59 namelijk voor het volgende:

‘Daarom vragen we ook de oprichting van een interuniversitaire denktank, die de actuele formaliteiten, omstandigheden en voorwaarden voor een staatsvorming of statenopvolging bestudeert en verwerkt tot een handige en zo compleet mogelijke gids. Die studie hoeft niet enkel politiek-economisch te zijn. Relevante historische en juridische voorbeelden van staatsvorming en statenopvolging zijn eveneens belangrijk als steun voor de oprichting van een nieuwe staat. Uiteraard is samenwerken met buitenlandse onderzoekers altijd een meerwaarde, zeker die uit regio’s die zelf ook al veel werk verricht hebben op het vlak van staatsvorming, zoals Schotland, Catalonië en vele andere regio’s in Europa.’

Een oproep

Dit is natuurlijk een briljant idee. Een denktank die staatsvorming intellectueel dedouaneert en politici even onbedoeld als onontwijkbaar vraagt om positie in te nemen over Vlaamse onafhankelijkheid. Zo’n project zou verhinderen dat het onderwerp ooit nog bevriest en stolt tot permafrost.

Wie voelt zich geroepen om aan de kar te trekken of te duwen? Zo’n denktank laat zich niet zomaar uit het niets scheppen. Bovendien zijn ook wetenschappers nooit volkomen ongebonden. Er zijn tal van kritische kanttekeningen bij te maken. Toch zou de uitwerking van dit idee een concrete stap voorwaarts betekenen. Van mij – en ik meen ook voor Gerolf Annemans te mogen spreken – kan het initiatief niet uitgaan.

Dit is iets dat buiten het partijpolitieke gewoel moet groeien. Een organisatie die zichzelf ziet als netwerk van mondige denkers en doeners moet het voortouw nemen. Misschien niet dadelijk door een leerstoel ‘Hugo Grotius’ in de steigers te zetten, maar wel door een beschermcomité van mensen samen te brengen die gestaag in de richting van het doel werken.

Mijn innige hoop is dat aan de ideeënkaalslag een einde komt en dat de Vlaamse Beweging opnieuw inhoudelijke perspectieven krijgt. Ze zou zich het profiel kunnen aanmeten van een soevereiniteitsbeweging. Zonder soevereiniteit geen democratie.

Daadkrachtig de hand aan de ploeg slaan en ‘nie pleuje’. Het moet, want het kan. De nood is immers fenomenaal.

De auteur is psycholoog

Meer van externe auteurs

Menig Indisch moslim fronst de wenkbrauwen bij Modi en diens hindoe-nationalistische regering. Maar de meerderheid, de hindoes, loopt hoog met hem op.

Commentaren en reacties