JavaScript is required for this website to work.
Europa

Vlaanderen als bouwsteen van de EU (en omgekeerd)

Karl Vanlouwe21/7/2021Leestijd 3 minuten
De toekomst van mini-Europa was een tijd onzeker. En die van het grote?

De toekomst van mini-Europa was een tijd onzeker. En die van het grote?

foto ©

Bij de start van de Conferentie over de toekomst van de EU wil N-VA parlementair Vanlouwe dat deelstaten volwaardige gesprekspartners worden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Nu de Europese Unie begint aan een conferentie over de toekomst, vraagt N-VA parlementslid Karl Vanlouwe om met name ook de Europese deelstaten meer te betrekken bij het Europese project. 

Met de Conferentie over de toekomst van Europa begint de Europese Unie (EU) aan een grootschalige oefening die het Europees project moet klaarstomen voor de komende decennia. De uitdagingen zijn immers legio, maar de problemen met de Europese constructie zijn dat evenzeer. Dat de Unie daarbij heeft geopteerd voor een door moderne marketeers uitgewerkte formule met flitsende burgerpanels is betreurenswaardig.

Maar de grootste bezorgdheid gaat uit naar de richting die de Toekomstconferentie lijkt te willen inslaan. Al te vaak reduceert het debat zich tot een simpele tegenstelling “méér versus minder Europa”. In feite niets meer dan een oversimplificatie van de complexiteit van Europese samenwerking.

De essentie van de EU

Het is noodzakelijk dat de focus van het denkwerk gaat naar de essentie van de EU, naar het herwaarderen van de kernbeginselen die reeds nu vervat zijn in het Verdrag van Lissabon. Een daarvan verdient, vandaag meer dan ooit, onze volle aandacht: met name het subsidiariteitsbeginsel. Dit fundamentele principe bevat het idee dat de EU slechts mag handelen in die mate dat ze daarvoor beter geschikt is dan de andere nationale, deelstatelijke of lokale overheden. Met andere woorden: beslissingen moeten op het meest adequate bestuursniveau genomen worden.

Wat daarbij echter vaak wordt vergeten, is dat subsidiariteit slechts één kant van de medaille is. De EU is immers niet enkel gehouden tot het respecteren van de (deel)statelijke soevereiniteit, maar dient bovendien ook de grondwettelijke tradities van de lidstaten te eerbiedigen. En net daar wringt het schoentje.

Enkel de nationale overheden en parlementen?

Maar al te vaak kiest de EU ervoor om haar gesprekspartners te reduceren tot de nationale overheden en parlementen van de zeventwintig lidstaten. Dat is echter een gemakkelijkheidsoplossing, die de unieke constitutionele samenstelling van heel wat Europese landen compleet negeert.

Die vaststelling geldt des te meer voor het geval België, waar de verschillende deelstaten over volheid en exclusiviteit van bevoegdheid beschikken. Zonder enige hiërarchie tussen het federale en het deelstatelijke niveau. In België ‘brichtBundesrechtkeinLandesrecht’, tot spijt van wie het benijdt.

 Vlaams Parlement

Het Vlaams Parlement is zo dus een volwaardig, volwassen en zelfbewust democratisch huis, dat in alle onafhankelijkheid de toekomst van Vlaanderen bepaalt. Het is de soevereine vertegenwoordiger van de Vlaamse natie. Hoog tijd dus dat de EU Vlaanderen als volwaardige partner beschouwt, als essentiële schakel in het Europees besluitvormingsproces.

Het is echter niet enkel aan de EU om te aanvaarden dat, in een (con)federaal België, Vlaanderen (en de andere deelstaten) steeds vaker het meest geschikte politieke besluitvormingsniveau is. Ook België zelf, en dan met name het federale beleidsniveau, moet leren aanvaarden dat Vlaanderen een zelfbewuste deelstaat is, met uitgesproken Europese en internationale ambities.

Tijd voor een update

In die zin is het dan ook tijdvoor een update van het Belgisch Samenwerkingsakkoord dat de vertegenwoordiging van de federale en deelstaten op Europees niveau regelt. Dat akkoord stamt inmiddels uit ver vervlogen tijd (1994) en is niet aangepast aan de institutionele realiteit van het uitdovende België.

In die zin is het uitermate cynisch dat de Vivaldi-regering, met de mond vol van zogenaamd “samenwerkingsfederalisme”, deze anomalie weigert onder ogen te zien. Die houding zal echter niet kunnen verhinderen dat Vlaanderen, als volwaardige deelstaat, gehoord wordt in het uittekenen van de Europese krijtlijnen tijdensde Conferentie over de toekomst van Europa.

Hoeksteen van een welvarend Vlaanderen

En ook op langere termijn zal Vlaanderen blijven ijveren voor de consolidatie van de deelstatelijke betrokkenheid bij de Europese besluitvorming, als natuurlijke democratische reflex. Die reflex dient zich te manifesteren op Europees niveau, door de (deel)statelijke soevereiniteit en de nationale constitutionele tradities ten volle te respecteren. Anderzijds moet die reflex ook binnen België tot uiting komen, door voor goed afscheid te nemen van achterhaalde Belgische romantiek en de grondwettelijke realiteit onder ogen te komen: het zwaartepunt van de politieke besluitvorming ligt bij Vlaanderen.

Enkel zo kan Vlaanderen zijn rol als fundamentele bouwsteen van de EU vervullen, en enkel zo kan de EU een hoeksteen van de toekomst van een welvarend Vlaanderen blijven, met een sterker uitgediepte interne markt en een open blik op de horizon. 

Categorieën

Karl Vanlouwe is Vlaams Parlementslid (N-VA) uit Brussel.

Commentaren en reacties