JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Vlaanderen heeft hoerenchance (maar geen garanties)

Het communautaire is niet dood

Daniël Walraeve15/10/2014Leestijd 3 minuten

België kan niet gerehabiliteerd worden door de regering-Michel, zelfs niet wanneer de nieuwe federale ploeg uitstekende resultaten boekt.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

N-VA heeft een federale regering gevormd! Heel wat commentaarschrijvers struikelen ook deze week nog over hun eigen verbazing. Al die voorspellingen, dat het DNA van N-VA fundamenteel ongeschikt was voor een federale formatie, dat Vlaams-Nationalisten nooit ‘verantwoordelijkheid’ zouden opnemen: naar de prullenbak. Tijd voor een nieuw plaatje. Zoals: die dommeriken van N-VA hebben een flater begaan door een federale regering te vormen. Want als die federale regering het goed doet, dan bewijst uitgerekend N-VA dat het federale niveau werkt, dat samen met Franstaligen besturen werkt, dat België werkt.

Klopt het Belgische plaatje? Daarvoor moeten we de regering-Michel van naderbij bekijken. Een eerste, nuchtere vaststelling is dat de nieuwe federale regering gevormd is in Wallonië. Niet alleen omdat de PS een strategische blunder beging door al te snel een regionale coalitie te smeden met cdH (en zonder MR), maar vooral omdat de Waalse kiezer de kaarten rechts heeft gelegd. Op 25 mei kreeg de PS in Wallonië een pandoering van historische proporties. De MR boekte een fraaie overwinning. Het was dan ook de Waalse kiezer die de weg naar een centrumrechtse regering heeft vrijgemaakt. Bart De Wever mag nog een goeie pokerspeler zijn: hij moest spelen met de kaarten die de Waalse kiezer hem had toebedeeld.

Tweede vaststelling: de regering Michel is communautair volledig uit evenwicht. Een ideologisch coherente coalitie, zoals het centrumrechtse verbond dat nu aantreedt, kan in België alleen maar als één gemeenschap compleet geminoriseerd wordt. Een (centrum)linkse regering is alleen denkbaar met een minimale Vlaamse vertegenwoordiging. Een (centrum)rechtse regering steunt vandaag op een kwart van de Franstaligen. Dit is een enorm risico voor de enige Franstalige partner: de MR, die nooit aan dit avontuur zou beginnen na een verkiezingsnederlaag. Opnieuw is het de Waalse kiezer die het beslissende signaal heeft gegeven.

L’Etat Franco-Belge

Het doet er dus niet toe hoe goed Charles Michel presteert. Zelfs als de Belgische staat voor een keertje slagkrachtig, Vlaamsgetint beleid neerzet, dan nog is de communautaire knoop niet ontward. In 2019 is het hoe dan ook de Waalse kiezer die beschikt over de verderzetting van het centrumrechtse beleid. Als N-VA, CD&V en Open Vld in 2019 beloond worden door de Vlaamse kiezer, maar MR wordt zwaar afgestraft, dan komt er geen Michel II. Misschien komt er nu vijf jaar lang hervormingsbeleid naar Vlaamse smaak, maar over enkele jaren is Vlaanderen toch weer afhankelijk van het Waalse oordeel.

De Vlaamse kiezer heeft in 2014 gewoon geluk gehad. Daar komt het toch op neer: de zuiderwind zat mee. Dankzij het electoraal mandaat van de MR en de ezelsstamp van de PS kon er federaal eens een regering komen waar de Vlaamse kiezer al tijden om vraagt. Er is geen enkele garantie dat dit scenario zich in 2019 herhaalt. Voor hetzelfde geld (alhoewel) heeft de Waalse kiezer oren naar de hijgerige oppositie van de PS. En dus wordt het op verkiezingsavond 2019 weer bang afwachten. Eenmaal het eigen plaatje duidelijk wordt, moeten we maar hopen dat de Waalse uitslag een beetje compatibel is met de democratische consensus in Vlaanderen.

In dit land moet je maar mazzel hebben. Ook de Waalse PS-kiezer moet maar hopen dat de sp.a in Vlaanderen tenminste boven de 10% blijft, zodat de Vlaamse sociaaldemocraten niet uit pure schaamte voor de oppositie kiezen. Die wederzijdse afhankelijkheid werkt verlammend. Democratisch gezien is het puur vergif: vijf jaar lang leven de twee samenlevingen gescheiden, het publieke debat ontwikkelt zich op verschillende sporen, maar op verkiezingsdag moet de puzzel wel altijd samenvallen. Dat wil bijna nooit lukken, zodat België is gaan grossieren in mossel-noch-vis-beleid – eufemistisch opgehemeld als ‘compromis’, maar in realiteit destructieve nalatigheid. 

Soms wint iemand de Lotto, maar het blijft wel een hachelijk kansspel. Een zelfbewust Vlaanderen kan binnen België misschien af en toe zijn democratische wil doordrukken. Maar alleen als alle sterren juist staan. Een volwassen democraat wil niet aangewezen zijn op de sterren. Zolang de Belgische gebondenheid bestaat, zal er nood blijven aan een duidelijk communautair verhaal. Hopelijk vervelt N-VA niet helemaal tot Belgische beleidspartij. Niet elke Vlaming wil roulette blijven spelen. 

Daniël Walraeve (1988)  is het pseudoniem van een brave historicus die eigenlijk maar één onhebbelijk trekje heeft: hij is een onverbeterlijke consument van traditionele media. Elke dag leest hij zowat alle kranten en elke dag wordt hij dan weer vreselijk boos om een of ander editoriaal of ander naïef opiniestuk. Hij kan er zelf echt niets aan doen, tenzij er af en toe een stukje over plegen voor Doorbraak. Stokpaardjes zijn ideologie, identiteit en samenleven. 

Commentaren en reacties