JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Vlaanderen: Quo vadis?

Pieter Bauwens23/10/2012Leestijd 4 minuten

Prof. Eric Faucompret heeft voor VIVES een wetenschappelijke overweging geschreven over het einde van België. Zijn conclusie: confederalisme werkt niet en er moet meer wetenschappelijk onderzoek komen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Volgens Faucompret is er in Vlaanderen enkel VIVES dat onderzoek doet naar de stabiliteit van landen en unies. Nochtans bestaat er volgens de professor ‘veel internationale academische literatuur dat de klemtoon legt op de politieke economie van het uiteenvallen van of samenvoegen van landen in de context van de voormalige USSR, dat een sterke informatiebron kan bieden voor de Belgische context.’

In zijn uiteenzetting onderzoekt Faucompret drie mogelijke scenario’s: ten eerste, Vlamingen en Franstaligen bereiken een akkoord over de hervorming van de federale staatsstructuur. Ten tweede, de keuze voor een confederaal model. Ten derde Vlaanderen kiest voor onafhankelijkheid. De focus van de Professor ligt op de internationale juridische beperkingen en uitdagingen.

Volgens Faucompret is een nieuw akkoord over de federalisering volgen het beruchte Art. 35 van de grondwet alleen in schijn toepasbaar. Er is een onoverbrugbaar verschil in visie tussen Franstaligen en Vlamingen. Daarnaast is er onenigheid of er ‘gewestelijk’ dan wel ‘gemeenschappelijk’ gefederaliseerd moet worden. En ten derde is er nog het probleem van de financiering. Een extra moeilijkheid is het federalisme met twee, over de taalgroepen. In geval van conflict is er dan geen uitweg, ook al door de ingevoerde grendels. Art. 35 is enkel mogelijk als Vlamingen en Franstaligen daarover een akkoord hebben, en dat wordt moeilijk. De Professor vergeet daarbij nog te vermelden dat de kans uiterst klein is dat Art 35 in de lijst van te herziene grondwetsartikels zal staan op het einde van deze legislatuur. De kans dat deze optie na 8 juni 2014 bestaat wordt zo wel heel erg klein.

confederalisme

Scenario 2 is de Belgische confederatie. Over wat een confederatie is, is al heel wat inkt gevloeid de laatste tijd en Faucompret doet een nog een geut bij. ‘een confederatie is een statenbond: een groepering van onafhankelijke staten die wordt samengehouden door een verdrag. […] de confederatie heeft geen gemeenschappelijke instellingen die zelfstandig besluiten kunnen nemen.’ Een duidelijke juridische benadering. De auteur is geen fan van de ‘confederatie’: ‘de geschiedenis leert dat confederaties gedoemd zijn te mislukken.’ En dat staaft hij met historische voorbeelden: de Duitse Bond, de VS, Zwitserland, de Verenigde Arabische Republiek,… om uit te komen bij dat ene geslaagde voorbeeld: de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795).

Faucompret vermoedt dat het ‘confederalisme’ gebruikt wordt door politici die eigenlijk onafhankelijkheid willen, maar denken dat hun electoraat dat misschien een stap te ver vindt. En ook hier heeft hij historische vergelijkingen: Franjo Tujman, Vladimir Mečiar,… de conclusie is eenvoudig: ‘Vlaanderen en Wallonië kunnen dus alleen maar een confederatie oprichten nadat ze onafhankelijk zijn geworden. Vraag is waarom ze dan nog zo’n artificieel statenverband zouden oprichten? Scenario 2 is dan ook weinig realistisch.’

Onafhankelijkheid

Blijft over: de Vlaamse onafhankelijkheid. Daarin zijn verschillende opties: Vlamingen en Franstaligen onderhandelen een boedelscheiding of het Vlaamse Parlement roept eenzijdig de onafhankelijkheid uit. ‘In dat laatste geval blijft België als internationale rechtspersoon bestaan’ Als de Franstaligen het slim spelen kunnen ze de naam van het land en alles wat erbij hoort houden. De volkenrechtelijke gevolgen van deze situatie zijn groot. Internationaal recht houdt niet zo van eenzijdige afscheuringen. Het brengt internationaal dus een heleboel problemen mee en kan leiden naar de isolatie van Vlaanderen.
De andere weg heet in het internationale juridische jargon dismembratio zeg maar het onderling akkoord om uit elkaar te gaan. Een weg is het decreet van 18/11/1830 dat de onafhankelijkheid van België uitroept, te wijzigen. In een advies heeft de Raad Van State gezegd dat dat mogelijk moet zijn, ‘als het decreet dus een rechtswaarde heeft gelijk aan die van een grondwetsbepaling, dan zou het kunnen worden gewijzigd via de normale procedure van grondwetsherziening.’

Uiteindelijk is een scheiding maar geslaagd als de nieuwe staat internationaal erkend wordt. En daar knelt het schoentje in de juridische discussie. Volgens Faucompret leert de geschiedenis dat een dismembratio, een afscheiding in akkoord met de staat waarvan afgescheurd wordt de enige weg die leidt naar internationale erkenning. Hij trekt dit principe door naar het lidmaatschap van de EU. Als Schotland, Catalonië, Vlaanderen,… afscheuren (dus zonder akkoord van Groot-Brittannië, Spanje of België) kunnen ze door de lidstaten verplicht worden om opnieuw via de gewone procedure een lidmaatschap aan te vragen. Als één lidstaat zich daartegen verzet kan het geen lid worden.

Dismembratio

Een verdrag tussen Vlaanderen en Wallonië is dus nodig. maar is het wel zo eenvoudig? Wat met Brussel? De nieuwe grenzen worden getrokken op den oude, maar welke oude grenzen tellen? Wat is het internationaal juridische statuut van Brussel? Daarnaast moet ook de staatsschuld verdeeld worden. Voor al deze problemen bestaat er ook internationale arbitrage. Maar makkelijke onderhandelingen worden het niet. Al meent Faucompret wel dat scheidingsonderhandelingen in een ander klimaat kunnen verlopen dan onderhandelingen over verregaand Federalisme.

‘Vlaanderen moet vermijden een soort Turkse republiek Noord-Cyprus te worden’. Het derde scenario lijkt Faucompret de meest logische oplossing. ‘Daarom is objectief studiewerk over deze materie meer dan ooit nodig.’ En de professor besluit met een opdracht: ‘Het imago van een land is niet onbelangrijk in de internationale betrekkingen. Nieuwe negatieve rapporten van commissies van de verenigde Naties of de Raad van Europa over Vlaamse decreten zijn daarom beslist te vermijden. Hier is een belangrijke taak voor de Vlaamse diplomatie weggelegd. De tijd dringt.’

Commentaar

Het is beslist een lezenswaardige paper. Maar in feite staat er niets in dat niet in het O² boek van de studiedienst van het Vlaams Belang en Gerolf Annemans staat. Dat boek verscheen in november 2010. Na twee jaar zijn we er in Vlaanderen nog altijd van overtuigd dat dringend studiewerk nodig is…

Categorieën

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties