JavaScript is required for this website to work.
post

Vlaming verliest twee keer

Opinie

Sam van Rooy21/3/2014Leestijd 6 minuten

Volgens Sam van Rooy, 1e kandidaat-opvolger voor de Europese Vlaams Belang-lijst, verliest de Vlaming veel geld aan zowel de Europese Unie als de euro en werkt de N-VA daaraan mee.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘België is een van de grootste geldschieters van de EU’. Zo kopt Knack naar aanleiding van een berekening die ze door professor Herman Matthijs (VUB, UGent) liet uitvoeren. Maar zijn berekening is slechts het halve verhaal. Met het oog op de Europese verkiezingen van 25 mei moet de kiezer het volledige (kosten)plaatje kennen.

Naar goede traditie werd er recent weer even gedebatteerd over het laten doorrekenen van de verschillende verkiezingsprogramma’s door een onafhankelijke instantie, zoals dat in Nederland het geval is. Maar voor de kost van de EU, zo stelt professor Matthijs terecht, ‘bestaat er in ons land nauwelijks belangstelling, ook al gaat het over veel geld’. Inderdaad is België van oudsher een van de braafste, misschien wel hét braafste leerlingetje van de EU-klas. Professor Matthijs’ berekening van de Belgische bijdrage aan de Europese Unie verloopt analoog met de berekening die het Vlaams Belang in 2010 uitvoerde. Daarin concludeerden we dat de Belgische bijdrage aan de EU 4,6 miljard euro is. Professor Matthijs komt voor 2013 op een nog hoger bedrag uit, namelijk 5,3 miljard euro of 502 euro per Belg. Dat betekent dat de Belgen – met uitzondering van de Luxemburgers (677 euro) en, heel nipt, de Denen (505 euro) – meer betalen aan de EU dan de burgers van alle andere (28) EU-lidstaten. Buurlanden Nederland, Frankrijk en Duitsland betalen een pak minder dan België (tussen de 300 en de 400 euro per inwoner). Om nog te zwijgen over recent toegetreden landen als Bulgarije en Roemenië (resp. slechts 65 en 69 euro per inwoner).

Dat hoeft ook niet te verbazen, aangezien de korting die landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Duitsland, Oostenrijk en Zweden bij de EU hebben bedongen, worden bijgepast door veel te brave EU-leerlingetjes zoals België. Maar het is nog perverser, want Matthijs stelt: ‘Vanuit financieel oogpunt droeg de uitbreiding van de Europese Unie in 2004 met tien nieuwe landen (Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië), in 2007 met Bulgarije en Roemenië en sinds 1 juli vorig jaar ook met Kroatië nauwelijks iets bij. De vijftien staten die al in 1995 deel uitmaakten van de EU [waaronder België] zorgen nog steeds voor meer dan 90 procent van de EU-inkomsten.’ Bij die vijftien zitten dan nog de vijf falende PIIGS-lidstaten waaronder Griekenland en Portugal, die als gevolg van de eurocrisis steeds minder aan de EU bijdragen.

In dat licht is het onvoorstelbaar dat de EU nog verder wil uitbreiden met landen als Turkije, Oekraïne, Albanië, Kosovo, Bosnië-Herzegovina, Servië, Montenegro en Macedonië. Maar Matthijs concludeert dat het niet te becijferen is of we aan de EU uiteindelijk – door naast de kosten ook de opbrengsten mee te nemen – winnen of verliezen. Dat is op zich natuurlijk al een waanzinnige gedachte, dat België in het EU-project zou zijn gestapt zonder dat er zou kunnen worden nagegaan wat de kost of eventuele opbrengst is. En luidt de politiek correcte mantra niet dat de EU (en ook de euro) ons welvaart brengt en heeft gebracht, waarbij overigens wordt ‘vergeten’ dat de EU in zijn huidige vorm pas is beginnen ontstaan na het Verdrag van Maastricht in 1993? Was er dan geen groeiende welvaart in Europa voor 1993?

Eurofiele en andere politiek correcte lieden zullen vervolgens het riedeltje bovenhalen dat de EU toch wel veel meer is dan een centenkwestie; dat het de EU is die voor vrede en stabiliteit in Europa zorgt. De Nederlandse euroscepticus Thierry Baudet heeft dat ballonnetje doorgeprikt door te verwijzen naar onder andere de fundamentele rol van het Navo-bondgenootschap en de aanwezigheid van Amerikaanse wapens op Europees grondgebied. Het zijn die twee factoren die voor stabiliteit en vrede hebben gezorgd, terwijl de EU en de euro voor Europa juist een bron van wrevel en instabiliteit zijn gebleken. En wat met de eveneens vaak gehoorde mantra dat Europa (of de EU) één grote cultuurruimte is (of moet worden)? Ik zou het misschien wel wensen, maar de realiteit is anders. Baudet heeft dan ook gelijk wanneer hij, recent in NRC Handelsblad, stelt dat juist ‘de nationale geschiedenissen, talen, culturen en belangen’ in Europa bepalend zijn; ‘Portugal heeft meer met Brazilië dan met Servië. Servië heeft meer met Rusland dan met Engeland. Europa is een geografische aanduiding (…).’ Ik voeg daaraan nog toe (enigszins afwijkend want Nederland is uiteraard ook Europees): Vlaanderen heeft meer met Nederland dan met Wallonië.

Maar bovenal is het toch enigszins gemakzuchtig om, zoals professor Matthijs doet, te beweren dat het niet te becijferen is of we aan de EU winnen of verliezen. In 2010 berekende het Vlaams Belang naast de Belgische ook de Vlaamse bijdrage aan de EU, en maakte tot slot de kostprijsberekening. Het resultaat is een jaarlijkse netto kost voor Vlaanderen van minstens 1,8 miljard euro, ofwel minstens 286 euro per jaar per Vlaming. Geëxtrapoleerd naar de recente cijfers (2013) van professor Matthijs is dat allicht nog meer geworden, zo’n 330 euro per jaar per Vlaming. Ook zonder berekening kan iedereen met wat gezond verstand dat inzien. Het geld voor de tien nieuwe EU-lidstaten uit 2004 die, zoals Herman Matthijs terecht zegt, niets aan de EU bijdragen maar wel EU-geld ontvangen, moet immers érgens vandaan komen. En dan hebben we het nog niet over de miljardenverliezen door de verre van transparante EU-begrotingen die elk jaar worden afgekeurd.

Conclusie: de EU brengt de Vlaming geen welvaart op, de EU kost de Vlaming welvaart. Vlaanderen betaalt en andere EU-lidstaten ontvangen. Geen wonder dat zwakke economieën en corrupte landen staan te trappelen om toe te treden tot de EU en de euro, terwijl sterke Europese landen met een hoge levensstandaard, zoals IJsland, Zwitserland en Noorwegen, logischerwijs eieren voor hun geld kiezen. Want de EU is eigenlijk een transferunie naar Belgisch model, waarbij sterke lidstaten financieel opdraaien voor zwakkere. Dat geldt ook voor de eurozone, waarbinnen de eurocraten krampachtig vele miljarden euro’s van Noord naar Zuid blijven pompen om koste wat het kost hun mislukte, politieke eenheidsmunt overeind te houden. Een uitgebreide analyse van alle EU-noodfondsen, -noodhulp, -financieringsprogramma’s, -leenfaciliteiten en andere financiële constructies van de EU, leert dat België zich om de euro te redden financieel heeft blootgesteld aan minstens 66 miljard euro. Met andere woorden: de euro is geen geld, de euro kost geld.

De Vlaming verliest dus twee keer: elk jaar verliest hij veel centen aan enerzijds de Europese Unie en anderzijds de euro. Ondertussen vraagt de EU nog meer geld, ijvert ze zelfs voor nieuwe eigen inkomsten (zoals EU-belastingen) en blijft ze koppig de nefaste euroconstructie in stand houden. De EU is immers vooral geïnteresseerd in het behouden en vergroten van haar macht. Professor Matthijs concludeert: ‘De EU telt een aantal lidstaten die er economisch gezien niet in thuishoren. De verschillen tussen de welvarende, economisch goed presterend Noord-Europese landen en de armere, zwakkere Oost- en Zuid-Europese landen is te groot en dat merk je ook in de financiering van de EU. De uitbreiding van de EU is dan ook veel te snel gegaan, men had die landen beter als kandidaat-lidstaat bestempeld en met hen een aantal doelstellingen afgesproken die ze bijvoorbeeld in tien jaar tijd hadden moeten halen eer ze volwaardig lid hadden kunnen worden. En dan zouden ze ook meer hebben kunnen bijdragen. De vraag is dan ook of de EU op deze manier kan standhouden. Daarover laait vandaag in heel wat lidstaten een discussie op. In België blijft het daarover stil.’ Waarheden als koeien, en de enige oplossing is dan ook dat we terugkeren naar een vrij en verantwoordelijk Europa, namelijk het Europa van voor het Verdrag van Maastricht (1992), zonder geldverslindende Europese Unie en met een aparte munt voor een select groepje van sterke Noord-Europese landen – een zogenaamde ‘neuro’.

Als pro-Europese, vrijheidslievende partij pleit het Vlaams Belang als enige voor een dergelijk scenario. Terwijl Europees N-VA-lijsttrekker Johan Van Overtveldt zich eergisteren samen met Zuhal Demir in Knack terecht zorgen maakte over de oplopende loonkostenhandicap en op de regering-Di Rupo schiet, laat de N-VA – kijk het stemgedrag er maar op na in zowel het Europees als het federaal parlement – Vlaanderen financieel bloeden voor het in stand houden en zelfs versterken van de EU en de euro. De N-VA vecht eigenlijk alleen de PS-veldslag uit, die in het licht van de EU-machtsgreep steeds irrelevanter wordt. Bij zijn aantreden als Europees lijsttrekker voor de N-VA zei Van Overtveldt: ‘(…) er moet een bevoegdheidsoverdracht komen naar het Europese niveau. De Verenigde Staten bieden daarvoor een goed voorbeeld. Vergelijk Californië eens met Griekenland: die staat was ook failliet. In de VS komen er dan automatisch transfers op gang. De federale overheid zorgt daarvoor, maar die dwingt ook hervormingen af. Sterker nog: zij komen dat zelf doen. Californië kwam de facto onder curatele te staan.’ (Apache, 22 nov. 2013) Het had een citaat van EU-federalist – of EU-nationalist? – Guy Verhofstadt kunnen zijn. De N-VA zegt zich te verzetten tegen Vlaams-Waalse transfers, maar pleit wel voor een veelvoud daarvan, namelijk Vlaams-Zuid/Oost-Europese transfers. ‘Zegt zich te verzetten’, inderdaad, want ‘Zuid-Europa’, daar zou Wallonië in de toekomst ook toe kunnen behoren. Consequent is het echter wel, want Van Overtveldt bevestigt het eurofiele stemgedrag van de N-VA, dat leidt tot een degradatie van Vlaanderen tot een veredelde provincie in een EU-superstaat. De facto is de N-VA geen Vlaams-nationalistische, maar een EU-nationalistische partij, net zoals Open Vld. Het Vlaams Belang daarentegen, wil België niet opheffen om het te vervangen door een België in het groot, een EU-superstaat. Thierry Baudet, auteur, euroscepticus en pleitbezorger van een soevereine Vlaamse staat, weet wel waarom hij het Vlaams Belang de avant-garde, de voorhoede noemt.

 

De auteur, Sam van Rooy, is bouwkundig ingenieur, publicist, medewerker op het Vlaams Belang-studiecentrum, en medesamensteller van en -auteur in De islam. Kritische essays over een politieke religie en Europa wankelt. De ontvoering van Europa door de EU. Op 25 mei zal hij 1ste kandidaat-opvolger zijn op de Europese VB-lijst.

@SamVanRooy1

Sam van Rooy (1985) is Vlaams volksvertegenwoordiger, Antwerps gemeenteraadslid en fractieleider voor het Vlaams Belang. In 2014 was hij 1e opvolger voor het EU-parlement. In 2011 was hij beleidsmedewerker bij de PVV van Geert Wilders. Van 2012 tot en met 2018 werkte hij als studiedienstmedewerker en perswoordvoerder voor het Vlaams Belang. Hij is ingenieur bouwkunde (MSc.), publicist en auteur van enkele boeken over de islam en de Europese Unie ('Voor vrijheid dus tegen islamisering', 'De islam. Kritische essays over een politieke religie', 'Europa wankelt. De ontvoering van Europa door de EU'). Zijn website: www.samvanrooy.be.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Dit is een tijd voor mensen die over grenzen durven nadenken, die grenzen durven stellen en grenzen bewaken’, pent Mark Elchardus in ‘Over grenzen’. Het werk is ons boek van de week.