JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Vlamingen, Flaminganten, koester de Franstalige pers

Persoverzicht maand maart

Johan Van Duyse3/4/2021Leestijd 6 minuten

pers

pers

foto © Pixabay / kalhh

De Franstalige pers was ook in de voorbije maand maart boeiender dan de Nederlandstalige.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Onze opiniemakers typten in de maand maart over coronacrisis, versoepelingen en het overlegcomité. Tja, een betere inleiding kon ik wel verzinnen, maar niet hard maken.

Dictatuur van de cijfers

De persmaand begon vrij positief. ‘Er komt perspectief’, schreef Gazet van Antwerpen op zes maart, ‘want de regering heeft een evenwichtige regeling uitgedokterd’. Bij Het Laatste Nieuws was de euforie zo mogelijk nog groter: ‘De bevrijdingsfeesten beginnen buiten’. ‘We krijgen perspectief, wat een luxe’, wist ook Het Belang van Limburg. Vlaams pershandgeklap alom. Maar in die Franstalige pers was men minder dankbaar: ‘Verschillende sectoren hadden zuurstof gevraagd. Welnu die krijgen ze. Weliswaar met een homeopathische dosis en met de nodige reserves’, sneerde L’Avenir. La Dernière Heure voegde eraan toe: ‘Moeten we echt stoppen met zeuren nu er een kalender is’.

Het is een dictatuur van de cijfers, zo poneerde Le Soir op vrijdag vijf mei. ‘Hebben de bazen van dit land besloten om ons gezond te laten sterven? Men zou het bijna geloven. Ze vinden alleen de hospitalisatiecijfers het ultieme criterium om een beleid te bepalen, maar vergeten dat zo’n statistiek alleen een cijfer van de dag is, en geen perspectief biedt voor de toekomst. De zachte wetenschappers mogen nog zoveel aandacht vragen voor gevolgen van de coronamaatregelen voor de mentale gezondheid, vooral voor jongeren, het baat niet. Allemaal goed en wel, die aandacht voor de cijfers, maar bewindvoerders moeten anticiperen. Dat deden ze tot nu toe niet, getuige onder andere de mondmaskersaga en het vaccindebacle’.

Dit artikel is van een toon die — we blijven beleefd — we in de Nederlandstalige pers raar of zelden konden terugvinden in maart. ‘Wij, Vlaamse pers’ zijn duidelijk meer supporter van de regering en van de virologen. Dat hoeven we in dit artikel niet meer aan te tonen.

Vaccinproblemen

Laat het ons over de vaccins hebben. De problemen die zowel de Franstalige pers (Sud Presse, La Dernière Heure) als de Nederlandstalige (De Standaard) op 1 maart aankaartten, konden ook op 31 maart geschreven zijn: er liep ‘iets’ fout liep met de vaccinatie. Getuige de slabakkende cijfers, de slechte software en dito uitnodigingen, de lege vaccinatiecentra, de controverse rond de verplichting van de spuit en de prioriteitenlijst.

Deze problemen zijn de voorbije 31 dagen niet opgelost. Europa en de bedrijven scoorden slecht tot oneindig slecht. Frank Vandenbroucke kreeg echter bakken appreciatie toen hij de hakken in het zand zette en AstraZeneca toch bleef toedienen. De Tijd noemde de beslissing van Vandenbroucke ‘juist’ (17 maart). Liesbeth Van Impe vond ze dezelfde dag ‘koelbloedig’. En ook de Franstaligen vonden het ‘politiek moedig’ (Le Soir). Alleen bij L’Avenir bleef er op 19 maart een zweem hangen rond een minister die ‘Russische roulette’ had gespeeld. Eind maart is er hier en daar weer wat terughoudendheid rond datzelfde vaccin. Alles komt terug, niets is definitief verworven. Ook dat is de teneur van de maand maart.

Et pour les flamands…

De meest opvallende titel in de Franstalige pers kopte La Dernière Heure op dinsdag 16 maart: ‘Et pour les Flamands…, pas la meme chose’. De krant klaagde, samen met de Brusselse en Waalse handelaars, aan dat de financiële hulp aan zaakvoerders in coronatijden hoger is in Vlaanderen dan in Brussel en Wallonië. Blijkbaar was daar zelfs een actie rond gebeurd op de Brusselse Ring op 15 maart. ‘Als Vlaanderen meer genereus is, dan is dat omdat het rijker is’, schreef de krant droogweg.

‘Het is de voorbije decennia nu eenmaal beter bestuurd. Maar dat zullen de Waalse en Brusselse dirigenten staalhard ontkennen, ook al omdat ze met meer dringende zaken bezig moeten zijn, zoals de naamgeving van een Brusselse tunnel. Maar ook de burger is schuldig. Hij maalt nu eenmaal niet om die structuren, behalve wanneer het om zijn portefeuille gaat. Zoals nu. En dus valt het oude adagium dat zegt dat “alle Belgen gelijk zijn voor de wet” weg. Dat komt door het economische verschil tussen de regio’s.’

La Dernière Heure gaat verder en weet dat ‘Vlaanderen hierdoor zijn revanche krijgt op de nog steeds bestaande herinnering aan de Franstalige officieren die tijdens de groote oorlog hun onderdanen in een vreemde taal bevelen gaven.’ Die metafoor begrijp ik dan weer niet goed. In tegenstelling tot de eindconclusie van La Dernière Heure: ‘Er is in Vlaanderen weinig goesting om terug te keren naar “la Belgique de papa”‘.

Scholen

Vier maartdagen later… Een eeuwigheid in politiek, een zuchtje in corona-België. Het overlegcomité had de onderwijsministers teruggestuurd naar de tekentafel. Vandenbroucke had chantage gepleegd op diezelfde ministers en dezelfde sector, kopte Sud Presse op 20 maart. ‘Le vilain chantage fait aux écoles’. Het was de dag waarop Cathy Galle in De Morgen schreef over ‘de stoere Ben Weyts en zijn ‘aard van het beestje’. ‘Wat helpt die stoere taal ons op korte termijn verder in deze crisis? Geen millimeter.’

In Het Laatste Nieuws werd dezelfde minister ingeleid ‘als een Vlaamse Leeuw… Hij klauwt naar iedereen die de scholen wil sluiten. Gewapend met een goedendag stapt onze onderwijsminister elke dag het coronaslagveld op. Die strijd siert hem’. De scholen sluiten? Dat zou een vergissing zijn, schreef de krant toen ze de experts aanhaalde. Na de beslissing om toch de scholen te sluiten, kwam geen enkele krant terug op zijn vroeger standpunt. Zelfs niet toen op het einde van de maand maart een studie (weer een studie) bewees dat de scholen niet meer bijdroegen tot de besmettingen dan andere sectoren.

Noodzakelijke lockdown?

En nu we toch bezig zijn over dingen die ‘na de beslissingen’ niet aangehaald werden… Het sluiten van niet-essentiële winkels werd door Frank Vandenbroucke ooit een signaal genoemd, zonder bewijs van efficiëntie. En toch moesten ze weer sluiten. En de ‘kappers gaan open om open te blijven’-uitspraak van de premier werd evenmin bovengehaald toen het anders uitdraaide.

Neen, de kranten en opiniemakers hadden het in de dagen voorafgaand aan het laatste overlegcomité vooral over de noodzaak van lockdown. ‘Berg op die pleidooien voor versoepeling’, schreef De Tijd op 19 maart. De dag waarop ook De Standaard een lockdown bepleitte. En waarop Het Nieuwsblad — zijn reputatie alle eer aandoende — opriep ‘om een tandje bij te steken’. Enkele dagen later schreef deze krant: ‘Het virus is niet verslagen, een nieuwe lockdown lijkt onafwendbaar’. En De Morgen suggereerde onze verkozenen op 23 maart: ‘Awel beste heren en dames politici…, grijp nu in. Liever de korte pijn dan dat eeuwige aanmodderen waar iedereen gewoon horendol van wordt’.

Onderwijsministers

De Franstalige pers — hier gaan we weer — had tot voor de beslissing om de scholen te sluiten, toch een andere opinie. ‘Fixeer op de epidemie, niet op de scholen’, vond Sud Presse op dinsdag 23 maart. Dat schreef de krant in die korte periode tussen twee overlegcomités. Die periode waarin de onderwijsministers naar de tekentafel werden gestuurd en de scholen toch gesloten werden. Ondanks het huiswerk van de ministers.

Het editoriaal van Sud Presse van 22 maart, is ook in deze context te lezen. ‘Geen paniek. De drie onderwijsministers van ons land hebben onder grote druk geantwoord met wetenschappelijke argumenten, met gezond verstand en met een nodige dosis aan politieke moed.’

Specialisten die de institutionele hervormingen in België bestuderen, zullen zich dit nog lang herinneren. ‘Drie ministers: Vlaams-, Frans- en Duitstaligen, partijpolitiek allesbehalve vriendjes, zaten rond dezelfde tafel en antwoordden gemeenschappelijk op de federale druk. Er komt geen sluiting van de scholen, zoals de premier en Vandenbroucke vroegen, maar wel bedachte aanpassingen, wetenschappelijk ondersteund’, dat wisten die drie. Minister Caroline Désir vertelde: ‘dat een algemene sluiting nu niet verantwoord zou zijn, laat staan dat dit een invloed zou hebben op het aantal besmettingen, integendeel’. Scholen veertien dagen sluiten zou ernstige en blijvende gevolgen hebben voor heel veel studenten.

Vanaf het begin van deze crisis, is er veel, heel veel verteld over de complexiteit van dit land met zijn negen ministers van Volksgezondheid. Ja, men zag de kakafonie. Maar kijk, deze bijeenkomst bewijst dat er ook een andere vorm van samenwerking tussen de regio’s mogelijk is. En dit op een moment waar het nodig was.

Terugkomen op vroegere opinies?

De wisselbeker: ‘meest ongelukkig getimed opiniestuk van de maand’ kan Demetrio Scagliola met deze woorden natuurlijk niet ontsnappen. Opvallend: tot nu toe zou hij niet (nog niet) terugkomen op deze woorden.

Maar dat deden de andere opiniemakers evenmin. Zoveel als onze Vlaamstalige journalisten pleitten voor strengere maatregelen, zo weinig hadden ze het in de nadagen van de beslissingen over de consequenties ervan. Neen, onder het motto: ‘dit is geen tijd voor politieke spelletjes’ ging alle aandacht naar de reacties op de beslissingen van ontgoochelde politici. In subjectieve volgorde: Dalle, Crevits, Jambon, Bouchez en Weyts. Waarbij de een nog eens tegen de ander werd uitgespeeld. Franstalige kranten vonden dan weer dat ‘de scholen de rekening moesten betalen’.

Nood aan een echte regering

Het deed L’Echo op 27 maart schrijven. ‘Wij hebben nood aan een echte regering. Een die niet kibbelt. Natuurlijk mag de voorzitter van Ecolo zeggen dat hij de maatregelen niet naleeft. Natuurlijk mag Magnette poneren dat hij voor 200% achter een staking staat, en natuurlijk mag Bouchez ongelukkig zijn over genomen maatregelen. Dat is eigenlijk hun plicht, maar het maakt het de oppositie wel makkelijk. Maar we zitten er nu mee, met dat pre-electoraal klimaat dat de regering toch wel een beetje verlamt. De meerderheidspartijen moeten niet in elkaars armen vallen, maar ofwel moeten ze nieuwe verkiezingen uitschrijven, ofwel moeten ze samen doorbijten, als één man. Er hangt te veel vanaf.’ Stond in een Franstalige krant op 27 maart.

Dat was de dag waarop de Nederlandstalige kranten licht aan het einde van de tunnel zagen… ‘Het zijn de laatste verstrengingen’, voorspelde De Standaard. ‘Onze economie is sterker dan corona’, wist De Tijd. Of ‘Crisis biedt kansen’, wist Het Nieuwsblad over de woonzorgcentra. Kortom: alles komt altijd goed.

Andere thema’s?

Natuurlijk ging het niet alleen over corona. Alhoewel.

Waren er nog andere topics dan ‘corona’ die tijdens de maand maart meer dan één dag de commentatoren in hun pen deden kruipen? Ja toch wel. Er was de tragische moord in Beveren. Maar helaas ook (beoordeling van de schrijver) de Meghan-affaire. Er was een ietsiepietsie aandacht voor de loonnorm en de staking op 29 maart. De naamsverandering van die sp.a-partij naar die Vooruit-beweging haalde enkele koppen. En qua buitenlandse interesse? Puigdemont kreeg wat ruimte. Birma nauwelijks. Biden en zijn herstelplan ook amper. En Trump? Wie zei u? Sic transit gloria mundi.

Johan Van Duyse (1953) leest en schrijft over media en over de eerste wereldoorlog. Onlangs kwam zijn tweede boek uit: ‘De verkeerde doden’ (uitgeverij Willems), een waar gebeurd verhaal over vier Franse soldaten die op een augustusnacht in 1915 samen de loopgraaf introkken… Het boek is verkrijgbaar via https://boeken.doorbraak.be/p/de-verkeerde-doden-johan-van-duyse/

Commentaren en reacties