JavaScript is required for this website to work.
post

Voetbal, politiek en beton … van Brussel tot Brugge

ColumnJohan Sanctorum25/6/2015Leestijd 5 minuten

Achter de perikelen rond het bouwen van nieuwe megastadions speelt vooral de agenda van vastgoedgroepen en projectmakelaars.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Terwijl de wereld nog niet bekomen is van het FIFA-schandaal en de manier hoe sportmegalomanie ontaardt in de meest grove vorm van machtswellust, corruptie en zakkenvullerij, ontwikkelt zich ook bij ons, in België, Vlaanderen en Brussel, een soap rond architecturale hysterie van topclubs onder het motto ‘groot, groter, grootst’. Aan de ene kant probeert de stad Brussel er een gloednieuw stadion door te duwen op het grondgebied van het Vlaamse Grimbergen. Een project dat bulkt van verborgen agenda’s en achterkamerpolitiek. Aan de andere kant rolt de stad Brugge de grasmat uit voor een gloednieuw stadion ten gerieve van FC Brugge, de grote concurrent van hierboven betrokken Brusselse club. Een merkwaardig dubbelspel. Met de vastgoedsector als lachende derde.

Le très grand Bruxelles

Het voetbal is niet vergelijkbaar met enig ander sportfenomeen, ook niet met het wielrennen bij ons. Het is een model waarbij politieke en zakelijke belangen elkaar perfect vinden. Voetbalemoties zijn massaal, kleuren de publieke opinie, en vragen om grootschalige aanpak: dat is iets wat politici én maketeers fascineert. De Rode Duivelshype, die na het WK in elkaar zakte als een pudding en een financiële put achterliet waarin nota bene speler Vincent Kompany met zijn privéfirma een sleutelrol speelde, is daar maar één voorbeeld van. De hype moest ons nóg meer Jupilerbier doen drinken, maar ook een Belgisch-nationaal gevoel in de markt zetten, tot op het groteske af.

Ondertussen hebben ze in de salons van de Brusselse politiek niet stilgezeten. Want ook daar wordt voetbal gezien als hét cement van de samenleving, waarin dus ook stevig mag geïnvesteerd worden. Als het dan nog de grenzen van het Brusselse Gewest wat kan verleggen, des te beter. En zo pakten Alain Courtois (Brussels schepen van Sport), Anderlecht-voorzitter Roger Vanden Stock en Ghelamcobaas Paul Gheysens zopas triomfantelijk uit met de mededeling dat ze een akkoord hadden bereikt over een nieuw stadion op een oude Heizelparking C die, kleine bijkomstigheid, op Vlaams/Grimbergs grondgebied ligt.

Het akkoord is een juweeltje van belangenmix. Eerst de stad Brussel en zijn tenoren. Dit is een politiek prestigeproject waarin lokale politici zich nationale dimensies kunnen aanmeten. Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) droomt er nu al van om in dat complex de aftrap te mogen geven van de openingsmatch van het EK 2020.

Maar tevens is dit een enorme opportuniteit om de verstedelijking en verbrusseling van Grimbergen door te voeren, vermits de stad Brussel deze gronden bezit en nu nationaal zal lobbyen om de nodige gemeentelijke vergunningen erdoor te krijgen. Waarna heel de zone de facto door Brussel wordt geannexeerd. We gaan dan naar een typisch Belgische situatie, waarbij institutioneel vastgelegde gewestgrenzen schuiven via semi-private projecten vanuit naburige regio’s. Il faut le faire.

Aan dat politieke kluwen wijdde Pieter Bauwens in Doorbraak al een bijdrage. Vanuit de lokale Grimbergense politiek houdt Bart Laeremans de vinger aan de pols. Een en ander past natuurlijk in de natte droom, genoemd ‘Communauté Métropolitaine de Bruxelles’, waarbij de hoofdstad via een totaal nieuw (en buitenwettelijk) concept een grootse verstedelijkingsoperatie wil doorvoeren op het Vlaams grondgebied waardoor het nog steeds omringd wordt.

Ook de tweede van het trio, voetbalclub Anderlecht, doet een gouden zaak: de stad Brussel komt jaarlijks voor vier miljoen euro tussen in de huur van het stadion. De Brusselaar zal afdokken. Meteen krijgt Roger Vanden Stock niet alleen een financieel cadeau, maar ziet zijn club via dat megalomaan project ook opgenomen in een nationale combine met de Rode Duivels, plus alle pepsfeer die daarrond hangt.

De ‘Dritte im Bund’ is echter onopvallend buiten de schijnwerpers gebleven, namelijk het vastgoedconsortium Ghelamco, dat het project toegewezen kreeg, dat ook het stadion van AA Gent bouwde, en er meteen dan maar zijn naam aan gaf.

Wie of wat is Ghelamco? Deze groep heeft een duidelijke visie op sportinfrastructuur: het mag niet zomaar gaan om een stadion, het moet een sterk uitgebouwde site worden met kantoren, shoppingcentra, horeca, en dies meer. Een stad in de stad dus. Dat is ook het oogmerk voor Grimbergen. De enorme verkeersimpact dat dit zal hebben, daar ligt de projectontwikkelaar niet van wakker: dat is voor de overheid. Een ruw geschat prijskaartje van minstens 250 miljoen euro hangt eraan vast: toegangswegen met alles erop en eraan, mogelijk een extra metrolijn. De sterke urbanisering betekent ook opnieuw het verdwijnen van de toch al schaarse open ruimte in Vlaanderen. Parking C had geherwaardeerd kunnen worden tot groene zone aan de Brusselse rand, maar daar is blijkbaar dan weer géén politiek draagvlak voor. Anders gezegd: rond de grasmat dicteren beton en baksteen de wet.

Twee West-Vlaamse betonboeren

De Westvlaming Paul Gheysens, de grote man achter Ghelamco, heeft met dit soort projecten een fortuin opgebouwd, waarvan een flink deel in Polen. Vandaag speelt hij golf met de Knokse burgemeester Leopold Lippens, voor wie hij in die badstad exclusieve toeristische complexen neerzet. Lippens mag het privévliegtuigje van zijn vriend gebruiken, en vergeeft Paul in ruil daarvoor graag dat hij ooit veroordeeld werd voor RSZ-fraude en georganiseerd zwartwerk. Een echte cowboy van het Texas aan de Noordzee dus.

Maar Paul Gheysens heeft ook concurrenten, waaronder een andere stevig boerende West-Vlaming, eigenaar van het vastgoedconsortium Uplace (dat het gelijknamige shopping center aan de Brusselse Ring wilde neerpoten) en … voorzitter van Club Brugge: Bart Verhaeghe.

Bart en Paul lijken eeneiïge tweelingen op het vlak van vastgoedbeheer en bouwpromotie, ze zitten in exact hetzelfde marktsegment. Ook Bart wil sport koppelen aan ‘lifestyle’, ‘extra beleving’ en aan grootse infrastructuurwerken die leiden tot complete nieuwe stadsdorpen. Liefst uiteraard waar er nog ruimte voor is, in landelijk gebied.

Bart heeft een grondige afkeer van regelgeving en milieuvoorschriften: allemaal bureaucratie die het aangename zakendoen belemmert. Al in 2008 probeerde hij aan het Brugse stadsbestuur zijn idee te slijten om in Zedelgem een nieuw voetbalstadion te bouwen. De politieke kaarten lagen toen niet goed, maar tweede keer, goede keer: FC Brugge krijgt zijn nieuw stadion op grond die door de stad zal aangekocht worden. Vruchtbare landbouwgrond nota bene, gelegen in het naburige Blankenberge. Alleen een paar groene jongens mopperen, voor de rest heerst hoerastemming.

Club Brugge krijgt daar nog eens 2,5 miljoen subsidies voor van de Vlaamse overheid, ook mooi meegenomen. Het zal allemaal heel transparant verlopen aldus Bart Verhaeghe, hiermee een sneer gevend naar het Brusselse geklooi. Dat zal wel, maar in essentie gaat het om een identiek verhaal: politici die bij de supportersaanhang en het brede publiek willen scoren (in dit geval Brugs burgemeester Renaat Landuyt – sp.a), een club die bij de pinken is, en een vastgoedmakelaar die het groot ziet. In dit geval is de clubvoorzitter en de makelaar zelfs een en dezelfde persoon, of twijfelt iemand eraan dat het project zal uitbesteed worden aan vastgoedgroep Uplace?

Een renovatie van het bestaande Jan Breydelstadion (dat Club deelde met stadsgenoot Cercle) werd blijkbaar nooit ernstig overwogen. Alle gelijkenissen met Brussel/Grimbergen weer toevallig. Ook in Brugge/Blankenberge zal het megalomane stadionproject een enorme weerslag hebben op de mobiliteit, en de overheid dwingen tot grote investeringen. Bart Verhaeghe zal wellicht Uplace/Brussel niet halen, maar het grote FC Bruggecomplex moet veel goed maken en de omzetcijfers redden. Het duel van de twee West-Vlaamse cowboys gaat door.

De bal is rond, maar achter het sportieve verhaal rond voetbalinfrastructuur zitten politieke agenda’s. En achter dit geschuifel speelt zich een keiharde concurrentieslag af tussen onstuimige vastgoedgroepen. Zij zijn de echte protagonisten. De belastingbetaler doet zijn duit in het zakje om dit circus draaiende te houden. De open ruimte en het milieu zijn de grote verliezers. Eens te meer.


Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties