JavaScript is required for this website to work.
post

‘Voka is mijn baas’

Johan Sanctorum

ColumnJohan Sanctorum3/11/2015Leestijd 4 minuten

Hoe de Vlaamse werkgeversorganisatie Michel-I op de sporen zette, mét lectuuradvies aan de N-VA-voorzitter

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘VOKA is mijn baas’, schijnt N-VA-voorzitter Bart De Wever zich ooit te hebben laten ontvallen tijdens een vergadering van Vlaamse partijen in augustus van 2012. Dat was lang voor de Zweedse coalitie die we vandaag kennen, die duidelijk het accent legt op financiële en fiscale voordelen aan het bedrijfsleven, ten koste van het gezinsbudget. Zie de hallucinante stijging van de elektriciteitstarieven, waarin de industriële grootverbruikers opvallend buiten schot blijven.

Weinigen namen die boutade van De Wever toen ernstig, want Bart staat bekend om zijn subtiele humor en zin voor ironie. Maar via een zopas verschenen boek van LeVif-redacteur Olivier Mouton, Charles Michel – Portret van een jeune premier mogen we achter de schermen kijken van de onderhandelingen die leidden tot de huidige Belgische regering.

Een niet-communautaire agenda…

Boeiende lectuur levert dat op. Het electorale N-VA dogma Geen regering met de PS! , en het feit dat men De Wevers partij absoluut niet in de oppositie wou laten, plaatste de Franstalige liberalen (MR) met de rug tegen de muur. Ze zouden de premier moeten leveren én scheepgaan zonder de andere francofone partijen (PS, CdH, Ecolo).

Zo kwam Charles Michel in beeld, die zo’n constructie enkel verkocht kon krijgen mits garanties dat dit een regering zonder communautaire agenda zou worden. Twee actoren trokken hem over de streep: Open VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten en… de VOKA-top.

De Vlaamse werkgeversorganisatie rook inderdaad haar kans en begon verwoed te lobbyen om deze ‘niet-communautaire’ regering op de rails te krijgen. Doel nr 1: op die manier een donkerblauw programma erdoor drukken, op maat van de bedrijven en de hogere middenklasse. Het lukte nog ook. De N-VA-basis gaf geen krimp. Meteen rijst dan de vraag, of de N-VA vanaf haar ontstaan niet vrij snel gemuteerd is van Volksunie-erfgenaam tot iets anders,- een soort Thatcheriaans en anti-socialistisch projectiel. En waarom dat kon gebeuren.

Daarop geeft Olivier Mouton geen antwoord. Het valt ook buiten het bestek van zijn Michel-biografie. Maar tussen de regels begrijpt men dat VOKA meer is dan zomaar een lobby  of een belangengroep: de N-VA is hét politieke vehikel van het Vlaamse patronaat, die deze partij stuurt en bijstuurt. Nationalisme of Vlaamse onafhankelijkheid zijn daarin volstrekte non-issues.

De moraal van het egoïsme

Dat Bart De Wever de conservatieve denkers Edmund Burke (1729 – 1797) en Theodore Dalrymple hoog in het vaandel voert wisten we al. Burke was een notoir tegenstander van de Verlichtingsprincipes en verdedigde het aristocratische Ancien Régime waarin kasteelheren naar goeddunken over het leven van hun lijfeigenen konden beschikken. Dalrymple kennen we als tegenstander van het emancipatiedenken en verdediger van de armoede als deugd. Daar kom je al een heel eind mee.

2012 was een sleuteljaar in de ontluikende liefde tussen de N-VA en de Vlaamse werkgevers. In diezelfde maand augustus van 2012 kreeg Bart De Wever tijdens een VOKA-bijeenkomst een boek aangeboden van nog een andere memorabele auteur, namelijk ‘Atlas in Staking’ van Ayn Rand. Deze filosofe van Russische afkomst, geboren als Alissa Zinovievna Rosenbaum, definieert het egoïsme als grootste menselijke deugd en het kapitalisme als logische maatschappelijke consequentie daarvan. Het elk-voor-zich is wat ons drijft en hoort te drijven. De vrijemarkteconomie moet dat egoïsme maximaliseren, waardoor de overheid overbodig wordt. Schaf vooral alle sociale voorzieningen af en laat het recht van de sterkste gelden.

Voor ons klinkt dat tamelijk geschift en op het randje van het immorele, maar voor tea-party-adepten en conservatieve denktanks in de VS geldt het zowat als de politieke bijbel. De vraag is wat voor een politiek of maatschappelijk project je dan nog nodig hebt. Het antwoord is: geen. Enkel een vorm van groepsegoïsme is dan nog redelijk (Rand beroept zich voortdurend op de ratio, dat is het grappige), waardoor macht niets anders kan zijn dan het streven naar hegemonie van een sociale klasse. Zowaar een Marxistische definitie van klassenstrijd, maar dan vanuit de andere kant.

Demagogie is essentieel

Uiteraard: hadden ze hem een exemplaar van Mein Kampf cadeau gedaan, dan maakt dat van Bart De Wever nog geen nazi. Maar het is tekenend voor de arrogantie en het onderliggende gedachtegoed van de organisatie die door de N-VA-voorzitter zelf toch als het Noorden van zijn politiek kompas wordt aangeduid. En zo komt Ayn Rand in de buurt van het tweetal Burke-Dalrymple om de filosofische hardcore van deze partij uit te maken.

De vraag is dan, in hoeverre het huidige rechtsliberale beleid van de Belgische én de Vlaamse regering deze stempel draagt van een ethiek die in essentie asociaal en anti-solidair is?  En hoe verhoudt zich dat tot het spel van de democratie, waar toch iedereen over één stem beschikt? Hoe kan het dat al die militanten en kleine Vlamingen bijdragen tot het groepsegoïsme van een groep waartoe ze zelf niet behoren?

Hier betreden we het terrein van de demagogie. Je kan mensen namelijk wijsmaken dat je voor hun belangen opkomt, zelfs al zegt hun portemonnee het omgekeerde. Daar bestaan technieken voor, het is zelfs een wetenschap.

En daar heeft Ayn Rand het nooit over: taal- en beeldmanipulatie, massapsychologie, indoctrinatie, virtuele realiteiten, fantasmen. En dat alles uiteraard verbonden met financiële macht. In de VS, voor Rand dé heilsstaat, word je president omdat je er rijk genoeg voor bent en omdat je voldoende sponsors vindt die je toelaten om reclametijd op grote zenders te kopen. Sponsors die, o wonder, weer de grote lobby’s uitmaken: wapenindustrie, farma, olie. De taal van het grote geld, andermaal.

Met de vervelling van nationalistische partij tot rechtsliberaal vehikel is de N-VA gedoemd om de demagogie op een steeds hoger niveau te bedrijven,- anders stort de electorale piramide in elkaar. Vergeet de ideologie: het gaat om macht, gedicteerd door het winstbeginsel en de logica van de aandeelhouder. Elk sociaal principe (onderwijs, gezondheidszorg…) hypothekeert deze logica en betekent een ‘kost’. Voor Ayn Rand zijn uiteindelijk gehandicapten en alle zorgbehoevenden obstakels op de weg naar het individueel succes van de sterke.

Tot je zelf uit de boot valt natuurlijk. Een goede economiste was ze zelf niet. Hoewel haar boeken fenomenaal goed verkochten, moest onze filosofe op het einde van haar leven beroep doen op openbare bijstand. Als je dan nog altijd volhoudt dat het egoïsme de grootste deugd is, kan je er volgens mij beter een eind aan maken.

Een aanrader voor dit boekenseizoen: ‘Charles Michel. Portret van een jeune premier’, door Olivier Mouton, verschenen bij Lannoo.

 

Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties