JavaScript is required for this website to work.
post

Volksduitsers in Roemenië: en toen kwam Hitler…

Historicus Feiko Postma over Duitstalige Roemeense gemeenschap

Luc Pauwels22/4/2022Leestijd 5 minuten
Het boek over de oude, veelbewogen geschiedenis van de Volksduitsers in
Roemenië.

Het boek over de oude, veelbewogen geschiedenis van de Volksduitsers in Roemenië.

De Volksduitsers in Roemenië leidden sinds de middeleeuwen een welvarend bestaan. Tot Hitler zich voor hen begon te interesseren…

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Aan de historicus Feiko Postma danken we het boek Andreas Schmidt — Een kleine Führer in Roemenië met grote idealen, dat inzicht geeft in de strijd om het bestaansrecht van de meer dan 800 jaar in Roemenië wonende Volksduitsers. Een verbluffend verhaal.

Vanaf de middeleeuwen

Wat zijn ’Volksduitsers’ en met hoeveel waren ze in Roemenië anno 1940? 

Feiko Postma: ‘Als Volksduitsers worden de mensen beschouwd wier (verre) voorouders in Duitsland zijn geboren, maar rond 1940 binnen de grenzen van een andere staat leefden. Bekende groepen waren ooit de Ungarndeutschen, de Sudetendeutschen en de Rumäniendeutschen. Daarnaast had je ook groepen in Polen en in de Sovjetunie. In Roemenië bedroeg hun aantal in 1930 745.000 (4 procent van de bevolking). In 1940 was dit opgelopen tot 782.283 mensen.’

Hoe komt het dat ze ook in de middeleeuwen nog werden aangeduid als Flandrenses?

‘Onder de kolonisten die zich in Transsylvanië vestigden, bevonden zich ook wat Vlamingen en Walen en dat verklaart de naam Flandrenses.’

Was hun aanwezigheid in het verre Roemenië het gevolg van een invasie of van vreedzame migratie?

‘Deze Volksduitsers (meestal de groepen die sinds de middeleeuwen gemakshalve ‘Saksen’ genoemd werden) zijn gekomen op uitnodiging van de Hongaarse koningen en later stadium kwamen de Zwaben op vraag van de Oostenrijkers. Allereerst dus de Saksen: zij kwamen reeds onder Stefan I de Heilige (regeerperiode 997-1038) en ruim 100 jaar later onder koning Géza (1141-1162), telkens ad retinendam coronam: op uitnodiging van de Kroon.’

‘Na een serie verwoestende Turkenoorlogen, pestepidemieën en hongersnoden (1717-1720) vestigden zich tussen 1722 en 1726 ongeveer 2.500 Duitse families in het Banaat, het zuidwesten van het huidige Roemenië. Het waren vooral landbouwers, handwerklieden en mijnwerkers. Vanaf 1745 hebben duizenden Duitsers, vooral uit Zwaben (Baden-Württemberg), zich nabij Temeswar (Timișoara) in het Banaat gevestigd. Zij waren door de Oostenrijkers gekozen op basis van hun katholieke geloof. In 1790 was het aantal Duitstaligen er opgelopen tot 60.000.’

Voor Saksen en Zwaben gold in beide tijdvakken dat zij een bijdrage moesten leveren aan de ontwikkeling en verdediging van hun leefgebieden. Van enige invasie is nooit sprake geweest.’

Goed onderwijs

Hadden ze eigen scholen en was dat onderwijs van enige kwaliteit? 

‘Het vooral Saksische onderwijs heeft altijd een goed niveau gehad. Vanaf de periode van de Reformatie was het duidelijk gekoppeld aan de Lutherse Kerk en de Saksische scholen waren een pijler van het Duitse zelfbewustzijn.’

‘In 1901 was er op 22.000 Saksen één middelbare school. In Pruisen was het 1 op 72.000 en in Oostenrijk zelfs maar 1 op 110.000. Duitstalig universitair onderwijs was er nooit in Transsylvanië en het Banaat, want Saksen en Zwaben zijn voor universitair onderwijs altijd naar het Duitse Rijk gegaan. Interessant is trouwens wel dat Saksische studenten in de zeventiende eeuw ook Nederlandse universiteiten bezochten, zoals Utrecht, Harderwijk en Franeker.’

‘Het onderwijs van de Zwaben was natuurlijk zuiver katholiek. Zo was er in 1725 een door jezuïeten geleid gymnasium en ook een seminarie (1733).’

Het Duitse onderwijs is er voor de Saksen en Zwaben altijd uitstekend geweest. Dat bleek ook nog in jaren ’80. Van alle Duitstalige immigranten uit het Oostblok hadden de Roemeense Duitsers de beste opleiding en scoorden zij ook economisch het beste in de Bondsrepubliek.’

Taalrechten

Hadden ze nog andere rechten en waren de Volksduitsers in Roemenië politiek georganiseerd? 

‘De Duitsers kregen in 1919 alle rechten toegezegd die de Roemenen en de andere volksgroepen ook hadden. Zo hadden de Duitsers recht op onderwijs en rechtspraak in hun eigen taal door mensen van hun eigen volksgroep. Na de Eerste Wereldoorlog werd juist naar dit soort collectieve rechten gekeken, omdat door allerlei grenswijzigingen tal van grotere minderheden ineens op het grondgebied van een andere staat kwamen te wonen.’

Wat was er zo negatief aan de nieuwe grondwet van 1923? 

‘Het ging niet direct om de nieuwe grondwet, maar wel om de onvrede over het niet nakomen van allerlei in 1919 gedane beloften. Zo werd op veel Duitstalige scholen het Roemeens als verplicht vak ingevoerd en daarnaast verloren veel Saksische ambtenaren hun baan door de toestroom van Roemeense ambtenaren uit andere delen van het koninkrijk. Ook gingen door onteigeningen veel Duitse scholen, sociale en culturele organisaties verloren.’

‘Hierdoor ontwikkelden vele Volksduitsers een negatieve mentaliteit jegens de nieuwe Roemeense staat en stemde hun Deutsche Partei ook tegen die grondwet.’

Nazi-Duitsland

Wie was Andreas Schmidt en hoe werd hij als Volksgruppenführer de gesprekspartner van Himmler? 

‘Schmidt was pas 28 toen hij door Berlijn tot Volksgruppenführer werd benoemd. Dat was in 1940. Hij stamde uit een landelijke omgeving. Eind jaren ’30 bezocht hij Berlijn om er te studeren aan de Landbouwhogeschool en hij kwam in contact met SS-Obergruppenführer Gottlob Berger. Schmidt trouwde binnen enkele jaren met diens dochter, Christa Berger. Tijdens de huwelijksvoltrekking was de Reichsführer SS Himmler getuige.’

Hoe werd op de aanstelling van Schmidt gereageerd door de Roemeense Volksduitsers?

‘Niet iedereen was enthousiast. De belangrijke Saksenbisschop Viktor Glondys was zijn fervente tegenstander. Ook de vooroorlogse toonaangevende leider van de Deutsche Partei, Stephan Ludwig Roth, kwam op een zijspoor.’

‘De machtige positie van Duitsland op de Balkan maakte dat Schmidt ongehinderd zijn gang kon gaan en kon overgaan tot de gelijkschakelijking van de Roemeensduitse samenleving. Overigens heeft het overgrote deel van de Roemeense Duitsers wel degelijk Schmidt en daarmee Berlijn gesteund. Zelfs Roth was niet altijd consequent in zijn verzet tegen Schmidt.’

Had Schmidt ook de hand in de uitbouw van de ‘Deutsche Jugend’ en de werving van vrijwilligers voor de Waffen-SS?

‘Schmidt begon al in 1939 en 1940 met de werving van 1.000 Roemeense Volksduitsers voor de Waffen-SS en dit bezorgde hem aanzien in Berlijn. Hun aantal liep in 1943 zelfs op tot ongeveer 63.000. Dit was wel de uitkomst van overleg tussen Berlijn en Boekarest. Schmidt zelf diende in de Roemeense strijdkrachten.’

‘De Deutsche Jugend in Roemenië telde voor de oorlog hooguit 3.000 leden, maar door de toenemende macht van Duitsland kon Schmidt het lidmaatschap verplicht stellen en uiteindelijk was in 1943 van de Volksduitse jongeren bijna 94 procent lid.’

Neergang

Schmidt overleefde het einde van de oorlog en kwam in Sovjet-gevangenschap. Is het waar dat hij in 1948 op bevel van de kampleiding door medegevangenen met bijlen in stukken werd gehakt?

‘Dit wordt in Roemeensduitse kring inderdaad aangenomen. Geheel onlogisch is het niet, gelet op de denkbeelden die Schmidt tijdens de oorlog koesterde en het feit dat hij een belangrijke Duitser was. Bovendien kregen gevangenen voor dit soort acties vaak een beloning.’

Wat werd er na 1945 van de Volksduitsers in Roemenië?

‘Ze werden demografisch, cultureel en economisch zwaar getroffen. Begin 1945 werden 90.000 Duitsers naar de Sovjetunie gedeporteerd en ruim 15.000 overleefden dit niet. In de eerste vijf jaar na de oorlog werden hun scholen en kerkelijke bezittingen onteigend, ook die van de katholieke Zwaben.’

‘Door de onteigening van alle Duitse landbouwbezittingen, bedrijven en winkels werd alle Duitse economische zelfstandigheid binnen enkele jaren weggeslagen. Duitse culturele instellingen mochten blijven bestaan op basis van het ooit door Lenin geformuleerde principe naar de vorm nationaal, naar de inhoud communistisch. Onder Ceaușescu bleef dit uitgangspunt bestaan waardoor de Duitsers zich enerzijds heimatlos voelden, anderzijds tegelijk de Duitse taal behouden bleef, een wonderlijke tegenstelling. Na een akkoord tussen Helmut Schmidt en Ceaușescu begon vanaf 1978 een grote emigratie. Anno 2022 wonen er misschien nog enkele tienduizenden Duitsers in Roemenië.’

Feiko Postma’s opmerkelijke boek Andreas Schmidt — Een kleine Führer in Roemenië met grote idealen is te koop bij de webwinkel van Doorbraak.

Luc Pauwels (1940) is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.

Commentaren en reacties