De huidige minderheidsregering in lopende zaken van premier Sophie Wilmès (MR) wordt een minderheidskabinet met volmachten. Dat Patrick Dewael (Open Vld) in De Ochtend op Radio 1 al meteen en bijna als eerste boodschap meegeeft dat hij van daaruit wil ‘timmeren aan de weg naar een volwaardige federale regering om de resterende jaren van deze legislatuur aan te pakken’, is bedenkelijk. Gedoogsteun De voorbije dagen werd duidelijk dat er aan de politieke patstelling in dit land niets is veranderd. Maar…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
De huidige minderheidsregering in lopende zaken van premier Sophie Wilmès (MR) wordt een minderheidskabinet met volmachten. Dat Patrick Dewael (Open Vld) in De Ochtend op Radio 1 al meteen en bijna als eerste boodschap meegeeft dat hij van daaruit wil ‘timmeren aan de weg naar een volwaardige federale regering om de resterende jaren van deze legislatuur aan te pakken’, is bedenkelijk.
Gedoogsteun
De voorbije dagen werd duidelijk dat er aan de politieke patstelling in dit land niets is veranderd. Maar ieder zinnig mens weet ook dat het nu niet de tijd is om de politieke hemel uit te klaren.
De regering-Wilmès (CD&V, MR en Open Vld) zou van zeven oppositiepartijen (N-VA, sp.a en PS, cdH, Ecolo en Groen en Défi) volmachten krijgen om de coronacrisis beter te kunnen aanpakken. Noem het: gedoogsteun voor gezondheidsbeleid, maar ook voor andere domeinen (economie, politie, etc.) De regering zelf zou niet worden uitgebreid.
Even zag het er naar uit dat er in ernstige nood ook een ernstig bestuur van de gesprekstafel zou vallen. Eentje met de rug tegen de muur. A la guerre comme à la guerre. De split in dit land even dichtplooien voor de dringendste medische annex economische problemen.
Gedwongen eendracht
‘Noem het confederalisme, maar het houdt almaar meer steek de federale regering op te bouwen vanuit de sterkte van de deelstaten, waar het politieke systeem wél nog intact is’, schreef Bart Haeck in De Tijd.
In diezelfde krant noemde Rik Van Cauwelaert dat ‘een regering van gedwongen federale eendracht’ om Corona aan te pakken. Hij hoopte nog op een regering met een bredere opdracht: de economie draaiende houden, de staatskas goed te beheren, het begrotingstekort te beheersen, de kerncentrales open te houden, een nieuwe migratiecrisis niet uit het oog te verliezen (al verdwijnt vanzelf ook dit probleem even uit beeld), middelen te voorzien voor een vooruitziende aanpak van vergrijzing en klimaatbeheer. De rekeningen volgen hoe dan ook, en wie zal wat betalen?
PS-N-VA-regering
‘Als het echt moet, kan het toch: PS en N-VA praten weer,’ hoopten ook de pennen van De Morgen. Ook zij hadden het over het scenario dat ook Van Cauwelaert voor ogen had: de ‘oude’ Zweedse regering (inclusief N-VA) aangevuld met de PS en de sp.a.
De Wever en Magnette zaten donderdag al ‘fysiek’ samen, zelfs bereid ‘om verder te springen dan louter een noodregering. Ook CD&V-voorzitter Joachim Coens riep om een ‘urgentieregering’ mét N-VA en PS.
Maar, zoals De Standaard opmerkte, de enorme druk die de voorbije weken op CD&V lag, verschoof naar de PS. En samen met Ecolo (links Wallonië, nog eens opgejaagd door de communisten van de PTB) zit de PS in een revolutionair nest dat van een Waalse minderheid een Belgische meerderheid wil maken.
De Brusselse PS, de Luikse PS, de PS-jongeren, de FGTB, Ecolo en de PTB trokken nog maar eens het cordon tegen VB over de nek van de N-VA. Niet te vergeten: ook de MR, nu de partij met de meeste zetels in de regering en de strafste internationale jobs (Reynders, Michel) werkte mee aan het Waalse veto.
Over en uit
Hiermee was de weg naar een nieuwe, ruimere, tijdelijke ‘noodregering’ voor één jaar afgezet. De beeldspraak over ‘kapitein Wilmès die je in volle crisis toch niet vervangt’, was populistisch, maar wel een sterke metafoor. Toen dan De Wevers uitspraak over ‘desnoods wil ik ook premier worden’ meteen werd vertaald in ‘postjespakkerij’, wist de geoefende volger dat het over en uit was. Geen uitgebreide noodregering.
Maar nood breekt wet, dat vinden ongetwijfeld de meeste mensen. De roep om een noodzakelijke politieke eendracht is evident, zoals die eendracht er in deze crisis ook zo veel mogelijk – maar tijdelijk – zou moeten zijn tussen werkgevers en werknemers, tussen economisch links en rechts, tussen progressieven en conservatieven, tussen gelovigen en vrijzinnigen, tussen de restanten van de federale regering en de deelstaten, tussen jong en oud, tussen ziek en gezond.
Uiteindelijk restte er alleen de optie om Wilmès richting voorlopig noodkabinet met (beperkte) volmachten te duwen. Met open deuren voor noodprocedures inzake urgent gezondheidsbeleid. Voor hoeveel weken, of hoeveel maanden, dat weet zelfs de strafste viroloog niet te vertellen.
Dwingende zaken
Hoeft Sophie Wilmès daarna nog in beeld te blijven als premier van dringende en dwingende zaken? Wilmès’ huidige regering vertegenwoordigt maar één Belg op de vijf. Dat ze (beperkte) volmachten zou krijgen, voor drie of zes maanden, en voor enkele specifieke bevoegdheden, is best oké. Maar om welke volmachten gaat het, om hoeveel en voor hoelang?
Dat Patrick Dewael in De Ochtend al meteen aangaf dat hij van daaruit wil ‘timmeren aan de weg naar een volwaardige federale regering om de resterende jaren van deze legislatuur aan te pakken’, is bedenkelijk. Het ziet er naar uit dat het niet meer wordt dan een zoveelste poging om CD&V ertoe te verleiden Vivaldi (paars-groen plus CD&V) op het podium te droppen. De peiling en de poppoll van vorige zaterdag — elders op Doorbraak geanalyseerd — zullen voor een meerderheid van CD&V’ers een signaal zijn dat dit een risico is. Ook aan de angstaanjagende coronacrisis komt er ooit een einde.
Triomf?
De euforische ‘overwinningstweets’ van Gwendoly Rutten (Open Vld) en Georges-Louis Bouchez (MR), met Meyrem Almaci (Groen) als een hoopje groene gekheid zwaaiend op de achtergrond, staan in schril contrast met de almaar wankeler populariteit van deze twee Vlaamse partijleiders. Hun triomfalisme is een tweede signaal.
In de backoffice tijdens de persconferentie pic.twitter.com/il0WFRyAO2
— ivan de vadder (@vadderiVRT) March 15, 2020
Daarom: de suggestie om te spreken over een ‘nieuwe’ regering (Wilmès II) kunnen de Vlamingen niet volgen. Carl Devos noemde dat in De Morgen de mogelijke sluimerende ‘vivaldisering’.
Maandagnamiddag werd duidelijk dat het debat al meteen ging over wat er nu moet volgen: een doorstart van lopende zaken Wilmès I of een nieuwe noodregering Wilmès II ‘met volheid van bevoegdheden’. Het verschil is groter dan het verschil tussen I en II. In het eerste geval zijn de Vlamingen niet gechareld, in het tweede geval wel.
Onze parlementsleden houden zich best aan de eerste optie. Het is het parlement dat uiteindelijk moet beslissen. Volgens Johan Vande Lanotte is een ‘volheid van bevoegdheden’ niet nodig. ‘De huidige regering in lopende zaken mag alles doen waar het parlement het mee eens is’. En dat moet worden geformuleerd in een gedetailleerde volmachtenwet.
Lopende zaken
De volmachten moeten snel en uiterlijk na maximaal zes maanden verdwijnen, waarna de regering automatisch weer in lopende zaken gaat. Wie hoopt via volmachten de politieke ontwikkeling naar meer autonomie voor noord en zuid te kunnen afblokken, dwaalt. ‘Misschien vergist Dewael zich in het coronavirus, want Covid-19 is nu eenmaal een longziekte en geen hersenaandoening’, schreef PNWS (Panorama) gevat.
De politieke, sociaal-culturele en economische problemen van dit land zullen niet verdwijnen. Zelfs over gezondheidszorg zijn noord en zuid in dit land fel verdeeld. Voor al wie hoopt op de rationaliteit van meer Vlaanderen komt het er gewoon op aan in de uitzonderlijke omstandigheden van de komende weken en maanden rationeel te blijven. Ooit wordt het weer zomer.