JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Vreemdelingenbeleid in België: tentenkampen, baarden en ingegooide ruiten

Chris Ceustermans1/9/2015Leestijd 2 minuten

Steeds meer jonge moslims dragen een baard(je). Wordt de kinbegroeiing een indicator van de integratie en het vreemdelingenbeleid?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Al jaren wandel ik wekelijks een paar keer door de centrale wijken van Brussel. De actualiteit weerspiegelt zich in het aantal agenten op straat, de rijen bij het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de geïmproviseerde tentenkampen in het Maximiliaanpark, naast de WTC-torens en een frituur waar Brusselaars graag ‘calamares’ komen eten.

Iets wat opvalt, is hoeveel jonge, vooral Marokkaanse, mannen op één of andere manier een baardje dragen. Dat kan een kort en hip sikje zijn of een langere, pluizige baard. Maar de begroeiing van de kin is zoals de hoofddoek bij de vrouwen duidelijk aan een opmars bezig. De baard wordt door islamitische predikers als een religieuze verplichting aangeraden: een manier om de profeten te eren en om de identiteit als moslim naar voren te schuiven.

Dat de bedekking van de kin in is bij vele Marokkaanse jongemannen, wil niet meteen zeggen dat de betrokkenen gewonnen zijn voor een radicale islam. De aarzelende baardjes van de jongeren symboliseren hun schizofrene positie in deze samenleving. Enerzijds de drang naar westerse materiële symbolen zoals sneakers, anderzijds de afkeer van de frivoliteit en de vrijheid die haaks staan op de mannelijke en strak gecontroleerde moslimculturen.

Vrouwen en kinderen kamperen momenteel in tentjes om in dit land te worden toegestaan, terwijl een paar honderd meter verderop in de schotelantennewijken van Molenbeek allochtone mannen met Belgische nationaliteit de baarden laten groeien en een minderheid zelfs alles achterlaat om te vechten voor die religieuze waanzin en het fascisme die de tentbewoners trachten te ontvluchten. Soms lijkt het alsof we jihadstrijders exporteren en nadien hun slachtoffers invoeren. Dat we de reeds wankele conflictzones nog meer ondermijnen en daarmee tegelijk onze welvaartstaat.

Een paar honderd meter van het Maximiliaanpark, in het dienstencentrum De Harmonie, genieten ’s middags vaak bejaarde en weinig begoede autochtone Brusselaars van hun sociale maaltijd achter door vandalen gehavende ruiten. Door die sinds eind 2014 vernielde en met kleefband bij elkaar gehouden ramen kunnen ze toekijken hoe de mensen van Vluchtelingenwerk Vlaanderen voedsel voor de vluchtelingen aanslepen. De straten rond het Maximiliaanpark en laag-Molenbeek tonen in enkele scènes de verwrongen en absurde situatie van het Belgische en Europese vreemdelingenbeleid.

Men kan al dan niet akkoord gaan met de uitspraken van Bart De Wever (N-VA) over een speciaal statuut voor erkende vluchtelingen. Maar zijn ideeën hebben de verdienste dat ze de vraag stellen naar de combineerbaarheid van een sociale welvaartstaat gebaseerd op solidariteit met bijdragen door de gemeenschap en een immigratieland.

Dat de twee naadloos in elkaar kunnen overgaan is onzin. Dat weten ook de linkse partijen die De Wevers voorstel verketterden, maar die geen overtuigend antwoord weten te bieden op de tegenstellingen die in de schaduw van de Brusselse WTC-torens open en bloot liggen. Als de linkse partijen deze knoop blijven uit de weg gaan, zullen de baarden in het straatbeeld van de grote steden steeds langer worden en dreigen er steeds meer ruiten te sneuvelen. En niet alleen die van De Harmonie.

Foto (c) Reporters

Chris Ceustermans is auteur en observator van het stedelijk leven in Antwerpen en Brussel. In 2014 verscheen bij WPG-Manteau zijn roman ‘De Boekhandelaar’. In september 2015 verschijnt zijn roman ‘Koude Oorlogsdromen’. http://deboekhandelaar.com/

Chris Ceustermans is een veertiger die ooit van zijn pen leefde als journalist bij onder meer De Morgen. Na andere wegen te hebben verkend, keerde hij terug naar zijn oude liefde: de literatuur. Op Doorbraak pleegt hij af en toe een stuk over dingen die in de eenzijdige media te weinig aan bod komen. 'Ni dieu, ni roi, ni maître', blijft zijn motto, al lijkt dit voor de meeste zelfverklaarde 'links weldenkenden' al lang vergeten.

Meer van Chris Ceustermans
Commentaren en reacties