JavaScript is required for this website to work.
Ethiek

Vrouwen hebben niets te winnen bij negeren van hun biologie

Spraakmakend boek over botsing tussen gender en feminisme

Luc Pauwels9/6/2023Leestijd 5 minuten

Griet Vandermassen analyseert in haar spraakmakende boek haarfijn het spanningsveld tussen feminisme en biologische wetenschappen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Over een paar weken verschijnt de vijfde druk van Dames voor Darwin. Over feminisme en evolutietheorie. Het opmerkelijke boek van filosofe Griet Vandermassen krijgt het succes dat het verdient. In het voorwoord wijst psychiater Esther van Fenema op het haast religieus wereldbeeld dat zeker de latere stromingen van het feminisme erop nahouden.

Fenema: ‘Zo wordt de man binnen het radicaal-feminisme op haast sprookjesachtige wijze gezien als het kwade genus dat willens en wetens de vrouw onderdrukt, waarbij de vrouw bevrijd moet worden. Het hedendaagse feminisme lijkt vooral aanspraak te willen maken op vrouwelijk slachtofferschap, omdat slachtofferschap vandaag prestige en autoriteit verleent. Het verkondigt een ‘juiste leer’, met steeds striktere regels voor wat mensen mogen denken, zeggen en doen’.

Hebben de feministen wat bijgeleerd?

Blijft de vraag of de nieuwe feministen sinds 2019 — het jaar van de eerste editie van het boek —  er wat bijgeleerd hebben. Esther van Fenema is sceptisch: ‘Ook deze feministen verdelen de wereld in goed en kwaad, waarbij wetenschap en rationaliteit afgekeurd worden omdat ze patriarchaal (en blank en westers) zouden zijn. Deze ideologisch gekleurde overtuigingen leiden tot verzet tegen de biologie als verklaring van voor verschillen tussen de seksen.’

Op mijn vraag aan een bekende Nederlandse feministe wat het fundamentele probleem is met verschillen tussen man en vrouw, zei ze me: ‘Verschillen leiden altijd tot een hiërarchie, een boven en onder, een beter en een minder goed… en dat willen we niet!’ Dat antwoord leek me eerlijk, maar in vele opzichten problematisch. Wat is trouwens het verschil tussen sekse en gender?

Dat onderscheid, leer ik van Griet Vandermassen, werd voor het eerst gemaakt door de Nieuw-Zeelandse seksuoloog John William Money (1921-2006). Het werd in de jaren 1970 door feministische denkers opgepikt. Door het sociaal geconstrueerde karakter van vrouwelijkheid te markeren, zouden vrouwen zich van hun vermeende biologische bepaaldheid kunnen bevrijden.

‘Biologisch gegeven’ versus ‘sociaal geconstrueerd’?

Ook vandaag nog worden sekse en gender meestal gebruikt om wat ‘biologisch gegeven’ is te onderscheiden van wat ‘sociaal geconstrueerd’ zou zijn. Wat men daarmee bedoelt, varieert echter sterk tussen auteurs, merkt Vandermassen terecht op. Sekse is duidelijk: het verwijst zo goed als altijd naar chromosomen, hormonen en reproductieve anatomie. De term gender wordt daarentegen op uiteenlopende manieren ingevuld.

Veel feministen geloven in de mogelijkheid van een waardenvrije wetenschap en beschouwen rationaliteit als een bron van emancipatie. Andere keuren wetenschap en rationaliteit af als inherent patriarchaal. De kloof tussen beide strekkingen is breed en diep, toont Griet Vandermassen aan. Een sociaalconstructivistisch denkkader dat rationaliteit verwerpt, leidt logischerwijze tot de stelling dat we bij de keuze tussen verschillende wetenschappelijke standpunten of theorieën politieke overwegingen mogen of zelfs moeten laten meespelen. Zoals intussen is gebleken, hebben we goede redenen om aan te nemen dat de sociaalconstructivistische kennistheorie op drijfzand berust.

Weerzin tegenover de biologie

De weerzin die biologische verklaringen bij veel feministen opwekken, heeft veel facetten en complexe oorzaken. Een deel ervan is terug te voeren tot wetenschapswantrouwen. Onderzoek toont aan dat bio-aversie en wetenschapsscepsis vaak samengaan en dat het wantrouwen tegenover wetenschap toeneemt naarmate men zich meer als feminist identificeert.

Vandermassen verwijst naar studies als die van Laura Cowan (2014) en van Joseph Carroll e.a. (1917). Daarnaast heeft bio-aversie ook veel te maken met de androcentristische (volledig om mannen draaiende, nvdr) traditie binnen de wetenschappen, die pas door de instroom van veel vrouwen in de academische wereld werd gecorrigeerd. En verder is er natuurlijk de politieke agenda van vele onderzoekers.

De feministische paradox

Griet Vandermassen spreekt graag over de ‘feministische paradox’. Vraag westerlingen of ze vinden dat vrouwen en mannen gelijke rechten en kansen verdienen, en de overgrote meerderheid antwoordt positief. Vraag of je hen ‘feminist’ mag noemen, en amper een kwart stemt daarmee in. Dit staat bekend als de feministische paradox en geeft aan dat de term ‘feminisme’ bij de meeste mensen meer negatieve dan positieve connotaties oproept.

Uit onderzoek blijkt, schrijft ze, dat ze feminisme associëren met onvrouwelijkheid, een antimanhouding, lesbianisme en dirigerend denken, waardoor feministen de indruk wekken dat ze alle vrouwen naar hun evenbeeld willen herscheppen. Vrouwen associëren feminisme ook vaak met kilheid. Ze vinden dat feministen mannelijker zijn dan zijzelf en dat er van hun beweging een zeker dogmatisme uitgaat. Bovendien stellen ze dat het feminisme in het Westen zijn oorspronkelijke doeleinden heeft bereikt.

Nogmaals: neen, deze feministen hebben nog niets bijgeleerd, stelt Vandermassen. Ze stellen gender voor als louter een kwestie van socialisatie. Alles is maakbaar, want wij overstijgen de natuur. Dat loopt volkomen parallel met de maakbaarheidsillusie van het marxisme. Soms neemt dat dramatische proporties aan, zoals bij vele ‘transgenders’.

Een man (vrouw) in een vrouw (man) veranderen

Ze negeren het verschil tussen genotype en fenotype, voeg ik eraan toe. Ze denken of hebben zich laten overtuigen dat, mits met de juiste behandeling, een vrouw in een man of een man in een vrouw kan worden veranderd. Zelfs na een ‘final cut’ is een man niet ontdaan van zijn Y-chromosoom en omgekeerd kan je bij een vrouw dit Y-chromosoom niet ‘inbouwen’ of het haar ‘toedienen’. De ‘maakbaarheid’ waar ze zich aan optrekken is fake.

Natuurlijk blijft de vraag hoe je die verschillen dan wel moet benoemen en/of vaststellen. Daar helpt mijn huisarts: in geval van twijfel volstaat een bloedprikje. XX is een vrouw, XY is een man. Hoogst uitzonderlijk komt bij mannen XYY voor. Als men zich daaraan zou houden dan zouden we hoogst pijnlijke situaties als de verkrachtingen in vrouwengevangenissen door pseudo-vrouwen — waar de Schotse premier Nicola Sturgeon zich onmogelijk mee maakte — en de problemen met transpersonen in de sport volledig kunnen vermijden.

De andere piste, een aparte, derde competitie is echt geen goed idee. Je hebt er dan logischerwijze alvast een derde en een vierde nodig. En als je het hele LGBTIQA+-alfabet afgaat, dan heb je voor je het weet tien of twintig competities.

Het biologische geslacht en het beleefde gender

Maar naast het biologische geslacht is er toch het beleefde gender. Wat doen we daarmee?

De biologie (inclusief anatomie en fysiologie) negeren helpt vrouwen niet vooruit. En mannen overigens ook niet. Maar het beleven van een gender zou geen enkel probleem mogen stellen. Als een man in bikini wil zwemmen, waarom niet? En de VRT meldde op 10 maart dat in de openbare zwembaden van Berlijn voortaan ‘ook vrouwen met ontbloot bovenlijf baantjes mogen trekken’.

Als je in het ‘verkeerde lichaam’ geboren bent dan heb je… 

…dan heb je pech. Zoals je pech kunt hebben met je studies, met je relatie(s), met je job, met je commercie, met je beleggingen, enz., enz. Tegen pech heb je juridisch geen verhaal. Dat kan bijzonder pijnlijk zijn, ik weet het. Nog pijnlijker en wél verbeterbaar is dat men kinderen niet meer leert omgaan met pech. Er moét een schuldige zijn. Pas dan is er werkelijk een slachtoffer. Maar wat ik hiervoor zei, zijn misschien niet helemaal (of helemaal niet) de opinies van Vandermassen.

Ik zie nog een andere paradox bij vele ‘progressieve’ genderdenkers: enerzijds worden vele sekse- en genderverschillen geloochend of geminimaliseerd, anderzijds kan er geen aandacht genoeg zijn voor alle nuances bij de LGBTIQA+-collectiviteit, waarvan iedere ‘letter’ zijn verschillend-zijn nadrukkelijk in het licht wil gesteld zien. Ik noteer terloops dat mensen ‘P’ stelselmatig vergeten.

De emancipatie van het feminisme 

Griet Vandermassen stelt dat ‘Het evolutiefeminisme al uit de startblokken’ is.  Ze bedoelt daarmee dat, om het met een paradox te zeggen, de emancipatie van het feminisme in aantocht is. Ze noem dit het evolutiefeminisme. Het buigt zich zo onbevooroordeeld mogelijk over de wetenschappelijke literatuur om te achterhalen wat er nu precies gaande is. Op basis van de inzichten die dat oplevert, denkt het na over de meest efficiënte aanpak van de problemen.

Uiteraard staat daarbij zowel individueel als algemeen menselijk welzijn centraal, en niet langer het oude ideaal van gelijkheid van uitkomst. Dat ideaal stamt immers uit een tijdperk waarin de menselijke evolutie en biologie nog domweg werden genegeerd. Voor het hoe en het waarom moet je het uitstekende boek van Griet Vandermassen ter hand nemen: Dames voor Darwin. Over feminisme en evolutietheorie. 

Het boek is verkrijgbaar bij onze webwinkel.

Luc Pauwels (1940) is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.

Commentaren en reacties