JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Waar zit het spek, waar het vet?

standpunt

Peter De Roover15/5/2013Leestijd 3 minuten

Krijgen de regio’s ‘te veel’ middelen, zoals de Gentse econoom Gert Peersman beweert? Dat is een kwestie van politieke voorkeuren, vindt Peter De Roover. Maar er kan spekvet weggesneden worden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Gentse econoom Gert Peersman schreef woensdag in De Standaard weer een zeer lezerswaardig stuk voor zijn tweewekelijkse column van kapitaal belang. We zouden de link leggen, ware het niet dat De Standaard ook de opiniestukken sedert enige tijd achter een betaalmuur verstopt. Gelukkig is er Doorbraak om het gat op te vullen. 😉


Peersman heeft het over de speklaag van de regio’s, zowel titel als kernboodschap van het artikel. Hij overloopt de mogelijkheden om de belastingen op arbeid te verminderen en hakt daarbij terecht een aantal populaire misvattingen weg. ‘Je kan de lasten pas echt verlagen als er een verschuiving is van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid naar de btw’, lezen we. Peersman beargumenteert die stelling ook.


Verderop ziet hij toch nog een andere mogelijke bron van besparingen. De federale overheid kan volgens hem nog amper bezuinigen en de kosten van de vergrijzing komen op de koop toe op de schouders van datzelfde armlastige België terecht.


‘Op de begrotingen van de regio’s zit daarentegen wel veel spek om in te snijden’, biedt hij toch nog perspectief voor besparingen voor het geheel van de overheden in dit land. De regio’s kregen bij de staatshervormingen meer geld dan bevoegdheden, zegt Peersman. ’Bij iedere staatshervorming was er wel een regio die ergens middelen voor wou, waardoor er ook een enveloppe met geld naar de andere regio’s ging.’


De regio’s werden inderdaad gefinancierd volgens de behoeften van de regio die het meest ontving in het verleden (en dat was niet Vlaanderen). Het betreft geen oud gebruik. Di Rupo liet nog 2010 weten dat bij een staatshervorming ‘niemand mag verarmen’. Daarvoor bestaat natuurlijk geen formule. Wanneer we alle regio’s evenveel geven maar op het niveau van de regio die vroeger het dikst in de was zat, dan betaalt uiteraard het Belgische niveau de rekening. (En als Brussel dan nog wat extra krijgt, gaat dat ook ten koste van de Belgische geldbeugel.)


Of de regio’s ook ‘guller bedeeld werden met geld dan met bevoegdheden’ is echter eerder een standpunt dan een feit. Wanneer wordt er ‘te veel’ besteed aan onderwijs? Als Vlaanderen evenveel krijgt als Wallonië voor een bevoegdheid, dan kan je zeggen dat Vlaanderen nu ook ‘te veel’ krijgt maar evengoed dat Vlaanderen nu eindelijk over ‘genoeg’ middelen kan beschikken.


Er bestaat natuurlijk geen criterium om te bepalen wanneer ‘genoeg’, ‘te veel’ of ‘te weinig’ geld voorzien wordt door de overheid voor specifieke beleidsdomeinen. Wat is spek, wat is vet? Dat is een politieke discussie, geen wetenschappelijke. Peersman mag vinden dat de regio’s een speklaag meezeulen, maar dan neemt hij een politiek standpunt in. Iemand anders kan dan weer beweren dat het Belgische niveau (lees: vooral sociale zekerheid) te vet staat.


Dat gezegd zijnde zuigt de manier om de deelstaten bij elke staatshervorming te financieren het Belgische niveau inderdaad (terecht of onterecht) steeds leger. Het bestaan op zich van twee overheidsniveaus-met-nationale-ambities (België én Vlaanderen) op een veel te kleine afstand van elkaar moet in vraag gesteld worden. Waarom een overheid op het niveau van ruim 6 miljoen (voor Vlaamse gewest) en nog eens één op de schaal van bijna 11 miljoen (voor België)? Die bestuurlijke filevorming is mee oorzaak van ons inefficiënt gebruik van overheidsmiddelen en zorgt voor de door Peersman terecht gehekelde ‘regeldrift en paperassen’.


‘De prijs voor de bestuurlijke filevorming die veroorzaakt werd door de Belgische federalisering is hoog. Wij kennen als Vlamingen (voor zo ver we niet in Brussel wonen) haarnauw tegen elkaar aanschurkend twee volwaardige en uitgebouwde overheden, twee parlementen, twee regeringen, twee administraties, twee regelgevers, twee belastingsdiensten, twee van alles en dat absoluut niet voor de prijs van 1.’ Ik citeer mezelf, niet zo lang geleden betogend in een toespraak waarvan ik de kern herhaalde in De Standaard.


Peersmans bewering ‘in feite betalen we in dit landje allemaal teveel federale belastingen omdat er door de staatshervormingen relatief veel geld naar de regio’s vloeit’ is dus een politieke keuze. Zijn besluit dat er alleen voldoende middelen kunnen vrijkomen om de last op arbeid te verminderen door bevoegdheden over te hevelen zonder geld, vloeit naadloos voort uit die politieke keuze.


Als alle middelen en bevoegdheden zouden worden overgeheveld, dan waren we van één bestuurslaag bevrijd en meteen ook van veel overtollig vet. De keuze om België te schrappen, is inderdaad ook een politieke keuze. De stelling dat we saneren door één van de niveaus weg te werken is dan weer een aantoonbaar feit.

Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.

Meer van Peter De Roover
Commentaren en reacties