De laatste beschouwing van Philippe Destatte, voormalig directeur van het Jules Destrée Instituut, is getiteld: 'Van federalisme naar confederalisme. Leren samenleven van mensen die zich al in verschillende universums bewegen'. Als mensen in verschillende werelden leven, waarom zou je dan proberen ze samen te laten leven? Waarom moeite doen om een koninkrijk België in stand te houden, dat met een diplomatieke pennenstreek kunstmatig werd bedacht om tegemoet te komen aan de wil van de grootmachten van 1830 (met name Engeland),…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
De laatste beschouwing van Philippe Destatte, voormalig directeur van het Jules Destrée Instituut, is getiteld: ‘Van federalisme naar confederalisme. Leren samenleven van mensen die zich al in verschillende universums bewegen’.
Als mensen in verschillende werelden leven, waarom zou je dan proberen ze samen te laten leven? Waarom moeite doen om een koninkrijk België in stand te houden, dat met een diplomatieke pennenstreek kunstmatig werd bedacht om tegemoet te komen aan de wil van de grootmachten van 1830 (met name Engeland), die zich vijftien jaar na de slag bij Waterloo wilden beschermen tegen Frankrijk?
Uit de rampzalige ervaring met het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden – die de markies de la Tour du Pin, Frans ambassadeur in Brussel, had omschreven als een verstandshuwelijk zonder enige liefde aan beide zijden – leerde men blijkbaar niets.
Absurd
Talleyrand had echter begrepen dat het nieuwe koninkrijk België absurd en onsamenhangend was. Op 29 oktober 1832 schreef hij aan de prinses van Lievin: ‘De Belgen? Ze zullen het niet volhouden. Dit is geen natie. Dit België zal nooit een land zijn, het kan niet standhouden’. 190 jaar later bestaat België nog steeds, maar het moet gezegd worden dat het land nooit een harmonieuze samenleving heeft gekend van de twee grote gemeenschappen waaruit het bestaat. Noch onder het unitaire systeem, noch door de zes staatshervormingen die sinds 1970 hebben plaatsgevonden en die deel moesten uitmaken van een federale aanpak.
Het federalisme was nog niet officieel in de Grondwet opgenomen (1993), of in Vlaanderen werd al gesproken over een confederatie met twee staten (Vlaanderen en Wallonië) met medebestuur van Brussel. Dat was een regeling die in 1999 door het Vlaams Parlement werd goedgekeurd. Het is die dat de N-VA vandaag voorstelt, met het oog op de zevende institutionele hervorming die Vivaldi moet voorbereiden.
Echte natie
Het probleem is echter dat de Franstalige leiders in ontkenning zijn. Ze weigeren toe te geven dat Vlaanderen niet langer een deelstaat is, maar alle eigenschappen van een echte natie heeft gekregen. Deze evolutie is uiteraard onverenigbaar met de werking van een federaal stelsel, temeer omdat Vlaanderen besloten heeft het mechanisme van financiële solidariteit te verbreken. Men hoeft geen groot strateeg te zijn om de Vlaamse motivatie te begrijpen: het Belgische centrale niveau zoveel mogelijk uitkleden, om er zich later van te ontdoen omdat het geen nut meer heeft. Eigenlijk kan het confederalisme worden omschreven als de voorkamer van het separatisme.
Voor de Franstalige leiders was er uiteraard geen sprake van om een structuur die onvermijdelijk een opsplitsing van het socialezekerheidsstelsel zou inhouden, te aanvaarden. Vandaar de optie met vier regio’s die vandaag wordt voorgesteld en die volgens Philippe Destatte een einde zou kunnen maken aan wat wijlen François Perin de ‘ongeneeslijke Belgische ziekte’ noemde. Dat zou uiteraard betekenen dat het belang dat Vlaanderen hecht aan het concept van een ‘gemeenschap’, waarin het sinds 1980 het regionale gegeven heeft geïntegreerd, uit het oog wordt verloren om over één regering en één parlement te beschikken, beide gevestigd in Brussel.
Dat communautaire concept is echter essentieel voor Vlaanderen. Vlaanderen kan zijn Brusselse minderheid effectief controleren via de aanpasbare zaken. Feit is dat de Vlamingen het statuut van Brussel als volwaardig gewest nooit hebebn verteerd. Sinds de twee grote politieke crisissen die België sinds 2010 heeft doorgemaakt, is de kloof tussen het noorden en het zuiden groter geworden.
Kloof
Wallonië bevindt zich in een catastrofale begrotingssituatie. De Franse Gemeenschap van België (de enige officiële naam) staat op de rand van het faillissement. In 2024 zullen de Franstalige leiders dus met een touw om hun nek naar de tafel gaan waar over deze zevende staatshervorming zal worden onderhandeld. Vlaanderen is niet vergeten hoe het vroeger ging. De ‘nietszoekers’ gaven uiteindelijk altijd toe vanwege de behoefte aan geld. ‘Mevrouw Nee’ werd gedwongen om ja te zeggen…
Er is niets veranderd, met een voorzitter van de MR die nooit ophoudt zijn Belgisch karakter te onderstrepen en die zijn tegenhanger van de PS toejuicht wanneer hij op 18 juni in le Soir zei: ‘Een zevende hervorming van de Staat in 2024 is noch noodzakelijk, noch wenselijk. Omdat Wallonië over de nodige vaardigheden beschikt om aan zijn herstel te werken’.
Gelach op alle Vlaamse banken: waren het niet de Walen die aandrongen op regionalisering in ruil voor de door ons gewenste culturele autonomie? Deze regionalisering bestaat sinds 1980 en is met de opeenvolgende staatshervormingen verder toegenomen. Maar vandaag wordt het herstel van Wallonië nog afgewacht. Wiens schuld is dat? Zeker niet Vlaanderen, wiens financiële transfers niet ontbreken.
Vlaamse autonomie
Als de Franstalige leiders, in ruil voor geld, deze keer de eisen van Vlaanderen voor autonomie aanvaarden, steken zij de vinger in een spiraal die snel fataal zal blijken voor het voortbestaan van het koninkrijk. Het is misschien niet eens nodig om te onderhandelen over de vorming van een nieuwe Belgische regering. Want als de huidige peilingen in 2024 worden bevestigd, zouden de N-VA en het Vlaams Belang samen een absolute meerderheid in het Vlaams Parlement behalen en zou Vlaanderen zich eenzijdig onafhankelijk kunnen verklaren. De RTBF-documentaire ‘Bye bye Belgium’ (2006) zou zo van fictie in werkelijkheid veranderen.
De woorden van wijlen Xavier Mabille, directeur van CRISP, zijn hier het vermelden waard: ‘In het geval dat de hypothese van de splitsing van de Staat uitkomt (een hypothese waarvan ik al lange tijd zeg dat zij in geen geval mag worden uitgesloten), lijkt het mij duidelijk dat het probleem slechts een Europese en internationale dimensie kan krijgen die het tot nu toe ontbeert. (…) Om het duidelijk te stellen: Vlaanderen – of tenminste een meerderheid van het volk en de instellingen die zijn politieke expressie verzekeren – zou kunnen beslissen over zijn zelfbeschikking. Zij zou echter niet tegelijkertijd over het lot van Wallonië of Brussel beslissen’.