De Belgische communisten mogen ideologisch dan wel mijlenver van Vlaams-nationalisten staan, ze zijn bondgenoten wat de staatshervorming betreft. In mijn artikel ‘Vlaamse onafhankelijkheid is enige echte staatshervorming’ beschreef ik al dat de huidige politieke desintegratie maar één nooduitgang kent: het einde van België. Nu poog ik de ongemakkelijke symbiose tussen 'independentisten' en 'regionalisten' enerzijds en 'unitaristen' anderzijds in kaart te brengen. De teloorgang van de termen federalisme en confederalisme Aandachtige lezers zal het opgevallen zijn dat ik bewust de termen…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
De Belgische communisten mogen ideologisch dan wel mijlenver van Vlaams-nationalisten staan, ze zijn bondgenoten wat de staatshervorming betreft.
In mijn artikel ‘Vlaamse onafhankelijkheid is enige echte staatshervorming’ beschreef ik al dat de huidige politieke desintegratie maar één nooduitgang kent: het einde van België. Nu poog ik de ongemakkelijke symbiose tussen ‘independentisten’ en ‘regionalisten’ enerzijds en ‘unitaristen’ anderzijds in kaart te brengen.
De teloorgang van de termen federalisme en confederalisme
Aandachtige lezers zal het opgevallen zijn dat ik bewust de termen ‘federalisme’ en ‘confederalisme’ heb ontweken. Beiden zijn containerbegrippen geworden. Door de veelheid aan verklaringen en invullingen van de begrippen werden ze inhoudsloos. Sommigen gebruiken de term ‘federalisering’ voor de devolutie van unitaire staat naar bondsstaat. Anderen gebruiken dan weer de term ‘federalisering’ om net het omgekeerde te omschrijven, namelijk de evolutie naar een unitair België van vóór 1970. Zo wordt tegenwoordig de federalisering van bevoegdheden gezien als het terugbrengen van een bevoegdheid naar de federale regering.
‘Confederalisme’ is voor sommigen niets meer dan een voltooid federalisme en voor anderen een échte statenbond, waar twee of meerdere onafhankelijke staten een samenwerkingsverdrag afsluiten. Omdat beide begrippen elkaar breed overlappen door oneigenlijk gebruik ervan door verslaggevers, wetenschappers en politici, zijn ze vandaag nutteloos geworden.
De ideologische as en zijn breuklijnen
Ik hoef de lezers van Doorbraak de ideologische spagaat tussen links denkend Wallonië en rechts denkend Vlaanderen niet te schetsen. Enkel moet ik eerlijk toegeven dat het vandaag moeilijk is om partijen een plaats te geven op de politiek ideologische as. In mijn column ‘Ik ben een extremist en daar ben ik fier op’ schets ik het feit dat de links-rechts graadmeter voorbijgestreefd is en binnen een geopolitiek perspectief zelfs ondefinieerbaar is. Hieronder ga ik daar nog wat verder op in.
De historische breuklijnen ‘vrije markt versus verstaatsing’ en ‘secularisme versus klerikalisme’ werden halfweg de vorige eeuw aangevuld met een communautaire breuklijn ‘Walen tegenover Vlamingen’ en een identitaire breuklijn tussen voornamelijk ‘de Belgische identiteit en de Vlaamse identiteit’.
Naar het eind van de vorige eeuw kwam daar ook nog eens de breuklijn tussen een ‘open of een gesloten samenleving’ en de ‘breuklijn leefmilieu versus economische groei’ bij. Je zou denken: hoe meer breuklijnen, hoe scherper de tegenstellingen. Niets is minder waar.
Soms links, soms rechts
Sommige partijen positioneren zich op de ene breuklijn links en op de andere rechts. Om het nog ingewikkelder te maken is het bij bepaalde thema’s, zoals cultuur en identiteit, lang geen uitgemaakte zaak of het nu linkse of rechtse thema’s zijn. We moeten ons dan nog eens buigen over het verschil tussen verkiezingsprogramma en beginselverklaring langs de ene kant en het gevoerde beleid langs de andere kant.
Open Vld heeft een rechts programma en voert een links beleid. Pompeus en dikdoenerig tweet MR-boegbeeld George-Louis Bouchez klassiek liberale ‘maretjes’, maar zijn partij slikt evenzeer slaafs het linkse beleid van de PS. Hoewel Groen ons wil brainwashen met het adagium ‘Vivaldi is de groenste regering ooit’, worden er beslissingen genomen waar de haren van milieubewegingen rechtop van gaan staan.
Het links/rechts van de kiezer
Mochten we alles in overweging nemen en een academische studie maken waarbij we aan alle hierboven vermelde elementen een ideologisch gewicht geven, dan vermoed ik dat alle Vlaamse partijen – met uitzondering van Vlaams Belang op rechts en PVDA op links – zich in het centrum zouden bevinden. In Wallonië zouden Ecolo, PS en PTB zich op links bevinden en MR, les Engagés (CdH) en Défi in het centrum. Dergelijke studie lijkt mij een interessant voor politicologen.
Echter bij het ontbreken van dergelijke studie – en omdat ik van mening ben dat de kiezer in hoofdzaak nog steeds de programmatorische ideologische lijn volgt – hou ik mij voor deze denkoefening aan de eerder traditionele ideologische opdeling. In Vlaanderen: op rechts Vlaams Belang, Open Vld en N-VA, centraal CD&V en op links Vooruit, Groen en PVDA. In Wallonië: op rechts MR en DéFI, in het centrum les Engagés, op links Ecolo, PS en PTB.
De ruk naar links en rechts
We vergelijken even de resultaten van de federale verkiezingen van 1999 met deze van 2019. Hou er rekening mee dat het federale percentages zijn en dat er ook kleine partijen waren zowel in 1999 als in 2019 die niet in rekening werden genomen. Verwar dus vooral niet met de Vlaamse en Waalse cijfers en procenten van bijvoorbeeld de opiniepeilingen.
In Vlaanderen stijgt rechts van 29,73% naar 36,52%. Het centrum daalt van 14,09% naar 8,89% en links daalt van 16,54% naar 16,20%. Aldus stijgt rechts stemmend Vlaanderen met 6,79 percentpunt. Het centrum daalt met 5,2 procentpunt en links stemmend Vlaanderen daalt met 0,34 percentpunt. Een ruk naar rechts van een kleine 7 procentpunt.
In Wallonië daalt rechts van 10,14% naar 9,78%. Het centrum daalt van 5,88% naar 3,7% en links stijgt van 17,52% naar 20,59%. Aldus daalt rechts stemmend Wallonië met 0,36 procentpunt. Het centrum daalt met 2,18 procentpunt en links stemmend Wallonië stijgt met 3,07 procentpunt. Een ruk naar links van 3 procentpunt.
De ideologisch spagaat tussen links Wallonië en rechts Vlaanderen is tussen 1999 en 2019 met een kleine 10 procentpunt gestegen. Dat is ongeveer een half procentpunt per jaar. De stijging in Wallonië op links is vooral te danken aan PTB, die in 1999 nog geen zetels haalde, maar in 2019 5,13% van de stemmen wegkaapt. In Vlaanderen is de stijging op rechts vooral te danken aan N-VA, die ongeveer 10 procentpunt stijgt. (Vlaams Belang stijgt licht, Open Vld verliest zwaar)
De grenzen van de ideologisch spagaat
Ik doe het met tegenzin. Omdat ik niet in peilingen geloof. Maar als we er de peilingen van maart 2022 bijnemen (ditmaal regionale cijfers) dan zien we dat links Wallonië opnieuw groeit en dit door een sterke stijging van PTB. Helaas, desondanks een sterke stijging van Vlaams Belang, daalt rechts Vlaanderen licht en dat voornamelijk door de vrije val van Open Vld. Maar het goede nieuws is dat de ideologische spagaat opnieuw groter wordt.
Los van de ideologische electorale spagaat is er ook nog de ideologische verschuiving. Onder electorale druk van PTB schuiven zowel Ecolo als PS steeds verder op naar links. In Vlaanderen moeten Open Vld en N-VA meer naar rechts opschuiven willen ze niet meer stemmen verliezen aan het Vlaams Belang. Ook de ideologische verschuiving vergroot de spagaat tussen links Wallonië en rechts Vlaanderen.
Grens?
Wanneer de grens van dit spagaat bereikt wordt hangt de oplossing voornamelijk af, en dat is het laatste element, van de bereidwilligheid tot consensus van PVDA/PTB, N-VA en Vlaams Belang. Afgaand op de Waalse regeringsvorming van 2019 vreet de machtshonger van PTB nog niet aan de ideologische rigiditeit. We zijn voorzichtig want de groenen hebben zich uiteindelijk ook vrij goedkoop verkocht.
Van Vlaams Belang weten we dat ze enkel in een federale regering stappen om de splitsing van België te realiseren. Vooralsnog zijn er geen signalen dat ze daarop zouden toegeven. Van N-VA weten we dat ze in 2024 niet in een regering stappen zonder dat er verdere en vooral significante stappen gezet worden in de verdere regionalisering van België. Ik lees dat N-VA in 2024 geen legislatuur met een staatshervorming in de diepvries zal aanvaarden.
Als de ideologische spagaat aan dezelfde snelheid blijft groeien dan de afgelopen twintig jaar en de machtshonger haalt het niet van de ideologische rigiditeit, dan wordt de vorming van een federale regering op termijn onmogelijk. We zullen deze grens, binnen eenzelfde evolutie, hoogstwaarschijnlijk bereiken in 2024. Maar met zekerheid in 2030.