JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Het zwarte gat in het Waalse partijlandschap

En de populairste radicaal rechtse partij in Wallonië is...

Bart Maddens5/4/2022Leestijd 4 minuten
Hoe kijken de Walen zelf tegen hun gewest en hun leven aan?

Hoe kijken de Walen zelf tegen hun gewest en hun leven aan?

foto © Belga

In verkiezingspeilingen scoort de categorie ‘overige’ in Wallonië véél meer dan in Vlaanderen. Waar gaan al die stemmen dan naartoe?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op 26 maart was er opnieuw een peiling naar de kiesintenties van de bevolking. En alweer was er iets vreemds aan de hand met de resultaten voor Wallonië. Als je alle procenten optelt, dan kom je maar aan 90,7%. In Brussel is dat 99% en in de rest van Vlaanderen 98,2%. Dit is een constant fenomeen. De som van de Waalse procenten bedraagt gemiddeld, over alle peilingen sinds de verkiezingen, 91,5. Waar is de overige tien procent van de Walen gebleven?

‘Overige’ partijen

Die geven kennelijk aan te stemmen voor ‘overige’ partijen. Zijn de Waalse deelnemers aan de peiling misschien minder geneigd om in hun kaarten te laten kijken? Toch niet. Dit resultaat weerspiegelt wel degelijk de electorale realiteit in Wallonië. Voor de verkiezing van het Waals Parlement in 2019 stemde zo maar liefst 13,3% van de kiezers voor kleine partijen die geen zetels haalden.  Slechts één daarvan wordt apart vermeld in de peilingen, namelijk Défi (4,1%). Daarbuiten stemde dus 9,1% voor ‘overige’ partijen.  Voor het Vlaams Parlement was dat ‘overige’ slechts 2,4%.

Hetzelfde fenomeen doet zich voor bij de kamerverkiezingen. 14% van de Walen stemt voor partijen die in de vijf Waalse kieskringen geen enkele zetel halen, waarvan 4,1% voor Défi. Blijft over 9,9% ‘overige’. Dit grote aantal ‘niet nuttige’ stemmen in Wallonië is trouwens één van de redenen waarom het aantal stemmen per kamerzetel kleiner is voor de Franstalige partijen dan voor de Vlaamse partijen.

Beperkt links deel

Waar gaan al die stemmen dan naartoe? Het gaat in zeer beperkte mate om linkse partijen: Het Trotskistische Lutte Ouvrière (0,28% voor de kamer in Wallonië), La Wallonie Insoumise, de Waals-regionalistische tegenhanger van La France Insoumise (0,26%), de Parti Communiste de Belgique, die in Henegouwen nog steeds blijkt te bestaan (0,08%) en voor het Waals Parlement Demain (0,22%).

Daarnaast zijn er een aantal eerder progressieve partijen die zich focussen op dierenrechten (DierAnimal met 0,6%) of burgerdemocratie (Collectif Citoyen met 1,02%, Turquoise met 0,03% en voor het Waals parlement Référendum met 0,03%).

Groot rechts deel

Het overgrote deel van de ‘overige’ stemmen (7,6% in totaal) gaat naar uitgesproken rechtse partijen. De Parti Populaire is met 3,22% de grootste daarvan. Dat is de partij van advocaat Michaël Modrikamen, die zowel in 2010 als in 2014 een kamerzetel haalde, maar zich vooral in de kijker werkte door constant geruzie. Kort na de verkiezingen van 2019 werd de partij ontbonden.

Daarna volgt Listes Destexhe (1,44%), de partij van gewezen MR-politicus Alain Destexhe. Destexhe kantte zich eind 2018 tegen het Marrakesh-pact. Hij richtte daarna een eigen partij op, ‘een N-VA zonder confederalisme’ en diende in alle kieskringen een lijst in.  Maar dat was dus geen succes.

Op de derde plaats komt La Droite (0,73%), een partij die zich in 2012 afscheurde van de Parti Populaire. Overigens hebben La Droite en de restanten van de Parti Populaire zich inmiddels  gehergroepeerd onder de vlag Droite Populaire. Agir (0,37%) is ontstaan uit de krabbenmand die het Front National van Daniel Féret ooit was. Nation (0,51%) wordt doorgaans nog rechtser daarvan gesitueerd.  En dan heb je tenslotte de anti-immigrantenpartij Les Belges d’Abord (0,5%), die enkel in Luik een lijst indiende.

Maar de meest opmerkelijke radicaal-rechtse partij in Wallonië ontbreekt nog in dit lijstje. En dat is… het Vlaams Belang. Die partij legde bij wijze van provocatie voor de kamerverkiezingen lijsten neer in alle Waalse kieskringen en kreeg 0,87% van de stemmen. In totaal waren er 18.077 Walen die voor het Vlaams Belang stemden. De partij scoorde het sterkst in Henegouwen met 1,13%. Dit is eigenlijk geen slecht resultaat, als je weet dat het Vlaams Belang amper campagne voerde, onbekende kandidaten op de lijst zette en compleet werd doodgezwegen in de Franstalige media. Tussen haakjes: deze ‘provocatie’ in Wallonië heeft het Vlaams Belang geen windeieren gelegd, want die Waalse stemmen tellen mee voor de berekening van de federale dotatie. Bovendien zorgden de Waalse kandidaten ervoor dat het totale uitgavenplafond van de partij hoger kwam te liggen.

Zwarte gat

In welke mate is dit zwarte gat in het Waalse partijlandschap politiek relevant? Duidelijk is alvast dat de gepubliceerde resultaten van de peiling ons een vertekend beeld geven. Het electorale ongenoegen in Wallonië is veel breder dan je op basis van een eenvoudige blik op die resultaten zou denken.

De Parti du Travail de Belgique (PTB) haalt volgens de jongste peiling 19,7% van de stemmen. Dus één op de vijf Walen is gefrustreerd en stemt tegen het systeem denk je dan. Maar in werkelijkheid gaat het om bijna dertig procent. Want je moet als kiezer inderdaad al heel boos en wanhopig zijn om te stemmen voor één van die vijftien minuscule – en meestal heel radicale formaties, waarvan je vooraf weet dat ze geen schijn van kans maken om een zetel te halen.

Paar kruimels over

Aan de linkerzijde lijken de stemmen van de misnoegden in grote mate te worden opgezogen door de PTB, want voor de overige uiterst-linkse partijen blijven slechts een paar kruimels over. De rechtse misnoegden daarentegen vormen in Wallonië een niet-onbelangrijk electoraal potentieel. George-Louis Bouchez kan in die vijver vissen om zijn droom waar te maken en groter te worden dan de Parti Socialiste (PS). Maar afgezien misschien van een paar Destexhe-aanhangers zie ik die kiezers niet zo snel terugkeren naar een traditionele partij.

Er is ook een ander scenario denkbaar. Als al de uiterst-rechtse partijtjes in Wallonië zich zouden verenigen, dan zouden ze in vier van de vijf kieskringen voor de kamer de kiesdrempel halen. Vorige week nog waarschuwde Benjamin Biard, een onderzoeker van het CRISP, ervoor dat een doorbraak van uiterst-rechts in Wallonië niet uitgesloten kan worden (Le Soir 30 maart).

Maar de lange traditie van intern geruzie en scheurmakerij doet vermoeden dat zo een hergroepering niet direct voor morgen is.  Geen enkele uiterst-rechtse partij in Wallonië heeft bovendien voldoende organisatiekracht en middelen om een grote campagne te kunnen voeren. Of het zou het Vlaams Belang moeten zijn.

Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'. 

Commentaren en reacties