JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Wanneer empathie kiesbedrog wordt

23/5/2011Leestijd 3 minuten

In reactie op een opiniestuk van Walter Zinzen in De Standaard op 23 mei 2011 stuurde Peter De Roover volgende reactie naar de krant. De redactie kreeg nog een ander antwoord binnen en besliste die te plaatsen. Hieronder de tekst van Peter De Roover.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De aanslepende politieke impasse is zo bijzonder dat ze een verklaring vraagt. Voor velen is de huidige generatie politici onbekwaam. Vreemd dan toch dat van buiten de politieke wereld zo weinig concrete voorstellen worden gelanceerd om uit de omknelling te komen.

Walter Zinzen doet een poging en suggereert Vlaamse verrassingen. Die bestaan er in de taalgrens weer ter discussie te stellen en empathie aan de dag te leggen ten overstaan van de Franstalige vrees voor verarming. Dat eerste luik houdt in dat we de onwil van de Franstaligen in bepaalde Vlaamse gemeenten om het officiële taalkarakter van de streek te aanvaarden, belonen met gebiedsafstand. Omdat de Vlamingen in Waals-Brabant het basisfatsoen opbrengen het taalregime niet in vraag te stellen, krijgt Vlaanderen geen beloning. Ethiek en politiek staan wel eens op gespannen voet met elkaar, maar dit idee getuigt van een verregaande perversiteit.  

Tussendoor: de splitsing van BHV is volgens Zinzen de domste en meest dwaze eis uit de geschiedenis van de Vlaamse Beweging. Vreemd dan dat de Franstaligen als één blok blijven weigeren om die door te voeren. Sterker nog dat Zinzen de oplossing zoekt in een formule die, volgens zijn eigen criteria, nog dwazer en dommer is dan het Vlaamse voorstel dat in het parlement voorligt.

Wat kunnen we ons voorstellen bij die emathie die de Vlamingen aan de dag zouden moeten leggen? Walter Zinzen vat het met gevoel voor cafétoog-beeldspraak samen in zijn slotzin: “Ober, doe ze nog eens vol”. Als de Vlamingen zich bereid verklaren de financiële regelingen in stand te houden (zelfs een verschuiving op 13 jaar met 0,03% van het BBP gaat te ver voor Di Rupo) en er in Brussel nog een cheque bovenop leggen, dan staan we inderdaad een stuk dichter bij een akkoord.

In DS van 4 mei gaf Marc Reynebeau ook enkele aanzetten om vooruitgang te boeken. Hij haalde zijn mosterd bij de Camping 16-actie. Maak van Brussel een volwaardig derde gewest en vergeet een nieuwe financieringswet. De weg uit de politieke blokkering loopt blijkbaar steevast langs de uitvoering van de Franstalige agenda.

Walter Zinzens inleidende paragraaf is interessanter en geeft echt inzicht in het Belgische probleem. Velen dachten na 13 juni dat de klus snel zou geklaard kunnen worden, maar ze bleken naïef, schrijft hij. Wellicht waren ze niet zozeer naïef als wel blind voor de verschuiving die had plaatsgevonden. Volgens de wetmatigheden van de oude slechte-compromissencultuur die België zoveel jaren kenmerkte, zouden we al lang ‘oplossingen’ hebben gevonden, in de geest van de voorstellen van Zinzen en Reynebeau. Maar blijkbaar worden verkiezingsprogramma’s niet langer als noodzakelijk kwaad beschouwd, alleen bruikbaar als lokmiddel in pre-electorale tijden. De kiezer liet sommige Vlaamse politici een zware rekening betalen voor de manier waarop ze vroeger politiek bedreven en dat signaal heeft indruk gemaakt.

Volgens Zinzen kon verwacht worden dat N-VA in ruil voor een staatshervorming een centrumlinks economisch beleid zou aanvaarden dat tegen het eigen programma ingaat. Van dat eerste kwam weinig in huis en het tweede bleek een illusie. “De PS, de grote overwinnaar in Wallonië de arm proberen om te wringen om in de federale regering een rechtse agenda uit te voeren lijkt me weinig democratisch.” Het samenvatten van de sociaal-economische opties van de N-VA als “radicaal rechts” lijkt mij dan weer weinig subtiel, maar goed, laten we voortgaan op Zinzens vaststelling. De N-VA, de grote overwinnaar in Vlaanderen de arm proberen om te wringen om in de federale regering een linkse agenda uit te voeren, lijkt ook weinig democratisch. Van N-VA wordt verwacht dat het haar zetels aanlevert voor de volgende regering, maar het programma achterlaat en kiezersbedrog pleegt.

De bewering dat deze politieke klasse gekenmerkt wordt door een gebrek aan politieke klasse blijkt wat te gemakkelijk. Welke koers een volgende regering ook vaart, ze zal ofwel voor de ene zijde ofwel voor de andere drastisch ingaan tegen de wil van de kiezer, dus tegen de democratie. Een vis-noch-vlees-regering kan de pil aan beide zijden vergulden, maar lijkt ook een weinig gelukkige keuze met het oog op de toekomst. Zinzen verwoordt de kern van het probleem in één zin: “De verkiezingen waren federaal”. Daarom lukt het niet.

Och, als we dan toch empathisch bezig zijn, dan zorgt een Vlaamse tournée générale wellicht voor de fundamentele doorbraak.

undefined

Commentaren en reacties