JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

‘We moeten één team vormen’

Reeks diversiteit in Vlaanderen

Théodomir Nsengimana 20/12/2014Leestijd 4 minuten

Théodomir Nsengimana kwam als vluchteling uit Rwanda in de jaren 1990 in België terecht. Diversiteit is voor hem een verhaal van rechten en plichten, maar vooral van teamvorming. Diversiteit is elkaar als lid één team leren zien, wie je ook bent. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Diversiteit in Vlaanderen

Mijn persoonlijk mening is dat we niet van een echte diversiteit kunnen spreken in Vlaanderen. Over echte diversiteit kan men enkel spreken wanneer de autochtone en de allochtone inwoners, samenwerken als één team om een samenhorige samenleving te vormen. Met de antidiscriminatiewet en het grondwettelijke recht op een menswaardig leven voor iedere burger, beschikt ons land over de basisingrediënten voor de verwezenlijking van een leefbare diverse samenleving. Maar er ontbreken nog noodzakelijke ingrediënten om tot een eetbaar gerecht te komen. Aan de ene kant wordt van inwijkelingen verwacht dat ze zich als volwaardige burgers gedragen met respect voor de wetten en gebruikelijke regels van hun gastland en aan de andere kant verwachten nieuwkomers dat de autochtone bevolking hen als volwaardige burgers ziet en behandelt. Jammer genoeg is de realiteit soms anders. Sommige nieuwkomers vervullen niet altijd hun plichten op het gebied van verantwoordelijkheids- en burgerschapszin, wat begrijpelijkerwijs tot ongenoegen bij de autochtone bevolking kan leiden. Als we hier dan nog eens de soms stereotype berichtgeving in de media bijvoegen, dient het niet te verbazen dat een deel van de autochtone bevolking het moeilijk heeft met het feit dat nieuwkomers aanspraak maken op bijvoorbeeld de sociale zekerheid, ‘hun plaats’ opeisen op de arbeidsmarkt, enz. Dit alles leidt tot soort van self-fufilling prophecy denken bij sommige allochtonen en sommige autochtonen. Zo geraken we in een vicieuze cirkel waar we moeilijk uitkomen.

De pijnpunten en de genotsplekken                           

Onbekend maakt onbemind. Het grootste pijnpunt situeert zich volgens mij op het vlak van communicatie, meer bepaald het gebrek aan taalkennis. De taal fungeert niet alleen als cement die mensen bijeen moeten houden, maar fungeert ook als een belangrijke sleutel voor de toegang tot het onderwijs, arbeidsmarkt en kennis van de mentaliteit en cultuur van andere gemeenschappen.

De belangrijkste genotsplek is dat Vlaanderen een rechtstaat is in tegenstelling tot de meeste landen van herkomst van de inwijkelingen, toch voor wat mijn geboorteland Rwanda betreft. Hier krijg je kansen en rechten die je vaak in het geboorteland ontnomen werden. Als vroegere politieke vluchteling kreeg ik niet alleen het onderdak, maar ook allerlei kansen die ik gegrepen heb om een nieuw leven in mijn nieuw land verder te zetten. Terwijl er in de jaren negentig, de tijd waar ik mijn asielaanvraag indiende, geen sprake was van een verplicht inburgeringtraject besliste ikzelf om de taal serieus te leren en achteraf slaagde ik erin om twee master universiteitsdiploma’s te behalen. De sociale steun die ik toen kreeg van het OCMW was zeker geen doel op zich maar een middel om zich te integreren. En het is omdat ik mij er terdege van bewust ben hoe belangrijk en broos deze solidariteit is dat ik tegen elke vorm van misbruik hiervan ben. Als teken van dankbaarheid voor de kansen die de samenleving me heeft aangeboden stel ik alles in het werk om ook iets aan die samenleving terug te geven.

Diversiteit in Vlaanderen vanop op mij plaats in de samenleving

Ik besef dat ik in een beetje luxepositie zit, als een hoogopgeleide, ambtenaar bij de overheid, OCMW-raadslid in Aalst (vanaf 2016, voor CD&V), vertegenwoordiger van ouders in de schoolraad, bestuurslid in het buurtcomité en in verschillende middenveldorganisaties, enz. ervaar ik de diversiteit op een positieve manier omdat ik me goed geïntegreerd voel, een (andere) kritische kijk heb op racisme en bovendien goed bewapend ben om op een doeltreffende manier op racistische uitspraken te reageren. Dit is jammer genoeg niet het geval bij veel inwijkelingen die laagopgeleid zijn, een gebrekkige taalkennis hebben, afhankelijk zijn van de sociale steun of die in mindere interessante maar wel broodnodige sectoren tewerkgesteld zijn. Bij deze categorie vind je de meeste slachtoffers van discriminatie en racisme. Soms hoor ik alarmerende verhalen.

Het maatschappelijk debat over diversiteit

Volgens mij is een duurzame diversiteit zeker haalbaar, maar ik geloof niet in een ongebreidelde diversiteit. Het publieke draagvlak voor de diversiteit zal groter worden wanneer iedereen zal beseffen dat hij/zij in de samenleving niet alleen rechten maar vooral ook de plichten heeft en wanneer de inwijkelingen en de inheemse bevolking elkaar niet als vijanden beschouwen maar als één team samenwerken. Natuurlijk hangt de kwaliteit van de diversiteit ook sterk af van de kwaliteit van het asiel-, migratie- en integratiebeleid. Het zou al veel helpen mochten we afstappen van stereotiep denken.

De valkuilen en de kansen in het debat

De grootste valkuil situeert zich bij de politiek zelf, waar bepaalde politici de problematiek enkel vanuit electorale invalshoek benaderen. Met als gevolg: de polarisatie van pertinente maatschappelijke vraagstukken op vlak van asiel-, migratie-, integratie- en diversiteitsbeleid.

Wat ons kansen biedt,  is bijvoorbeeld de Europese Unie met vrij verkeer van goederen en mensen alsook de globalisering, want beiden dragen bij tot meer contact tussen verschillende volkeren. In het bijzonder vormen de schoolgaande kinderen met andere ‘roots’ dan de Vlaamse onze grootste troef om in de toekomst tot echte diversiteit te komen. Daar moet zeker in geïnvesteerd worden.

Onderbelicht en overbelicht

De negatieve aspecten van diversiteit worden overbelicht (zoals de hoge weerloosheidsgraad, een lage tewerkstellingsgraad, grote schoolachterstand en een groot aantal van schoolverlaters zonder diploma, enz.) terwijl succesvolle en positieve verhalen die als hefboom kunnen dienen in mindere mate op de aandacht van de media kunnen rekenen. Erger nog is wanneer er geen kordate maatregelen worden genomen om de situatie te verhelpen. Op het beleidsniveau wordt weinig gebruik gemaakt van de personen met succesvolle verhalen die binnen hun gemeenschappen rolmodellen zijn en een grotere invloed kunnen oefenen dan mensen buitenaf. Er wordt teveel in ‘hokjes’ gedacht. Bijvoorbeeld het feit dat ik gevraagd wordt in verband met diversiteit is begrijpelijk, maar zelden worden er mij interviews gegund over andere maatschappelijke vraagstukken terwijl ik hieromtrent ook wel een mening heb. Buiten mijn andere afkomst word ik ook geconfronteerd met dagelijkse problemen en zou ik ook hier graag mijn steentje in het debat bijdragen.

Ideale diversiteit in Vlaanderen

Het ideaal zou de situatie moeten zijn van in de kleuterklas: bij kinderen van deze leeftijd speelt het geen rol welke kleur of afkomst je hebt, er wordt samengespeeld. In een nog idealere situatie zou de diversiteit uitkomen tot een samenleving waarin verschillende gemeenschappen niet naast elkaar leven maar één samenhangende samenleving vormen. Dat is een samenleving waar iedereen zich betrokken voelt en wordt. Waar iedereen niet alleen zijn rechten maar ook vooral zijn plichten kent, waar de zwakken onder ons verzorgd en versterkt worden om op eigen benen te staan. En waar discriminatie en racisme niet meer bestaan.

Dit kunnen we bereiken door problemen niet meer door te schuiven maar ze als team aan te pakken om te vermijden dat de toekomstige generaties de factuur hiervan zullen moeten betalen.

Théodomir Nsengimana is van Rwandese afkomst en bestuurslid voor de CD&V in Aalst

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties