JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Welke erfenis krijgen onze (klein)kinderen?

Pieter Bauwens11/7/2022Leestijd 5 minuten

foto ©

11 juni is de Vlaamse feestdag. Ook het moment om ons oprecht af te vragen wat voor Vlaanderen we willen voor onze kinderen en kleinkinderen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

11 juli is het feest van de Vlaamse gemeenschap. Ons feest, want wij zijn de Vlaamse gemeenschap. Maar ook de dag om een evaluatie te maken. Er is nog veel werk als we de erfenis van onze kinderen goed willen beheren.

Identiteit

Identiteit is een geladen woord. Maar het wil zeggen dat we niet gewoon als een wit blad op deze wereld geworpen zijn. Je wordt geboren in een context. In een gezin, een familie in een gemeente, stad, provincie, land, werelddeel. Dat kunnen allemaal lagen zijn van onze identiteit. Het zijn wortels waarmee je vast hangt, een geschiedenis die je vormt of gevormd heeft. Die maakt dat je bent wie je bent.

Onze plaats is hier, bij elkaar. Bij wie er is, wie er was en wie er zal zijn. Identiteit is geen betonnering van hoe het is. Het is meer een uitgangspunt, onze wortels die ons voeden, dan dat het alles bepaalt. Onze identiteit is ook een opdracht, een engagement naar wat we kregen van onze voorouders.

Erfenis

Op 11 juli moeten we de erfenis van de generatie onze grootouders koesteren: de democratische rechtsstaat en de welvaartsstaat. Die zijn er niet vanzelf gekomen en zullen niet vanzelf blijven. Wij kregen die erfenis in de schoot geworpen, we moeten die beheren voor onze kinderen. Hier herinner ik aan het oude en Bijbelse concept van het rentmeesterschap. Een goed principe waarin we niet de eigenaar van Vlaanderen of de wereld zijn, maar het beheren voor onze kinderen en kleinkinderen.

Maar beheren we die erfenis goed? Als we eerlijk zijn, ziet het er minder goed uit dan een tiental jaar geleden voor ons land.

Versplinterd

Een regering vormen wordt alsmaar moeilijker in een politiek versplinterd landschap, met partijen die regelmatig van overtuiging lijken te veranderen. Afhankelijk van de peilingen die ze laten uitvoeren, of van de politieke omstandigheden, zijn ze voor of tegen confederalisering, kernuitstap, lagere btw-tarieven, meer uitgaven voor defensie, begrotingsdiscipline, fiscale hervormingen, politieke hervormingen… Regeren wordt niet makkelijker als je met 7 partijen een regering moet vormen met partijen uit twee tot drie gemeenschappen, sommigen zeggen democratieën, die dan nog af en toe van standpunt wisselen.

België heeft een langetermijnbeleid nodig. We hebben in België een groot begrotingstekort. Dat veroorzaakt een groeiende staatsschuld. Dat alles wordt mee aangewakkerd door een inefficiënt belastingsysteem en stijgende kosten van vergrijzing. Een pensioenplan dat de toekomstige kosten binnen de perken houdt, is een absolute ‘moet’.

Mobiliteit

Vlaanderen staat stil. Ons gebrek aan mobiliteit wordt een rem op de economie. Het gebrek aan ruimtelijke ordening maakt openbaar vervoer zowat onmogelijk in Vlaanderen. En met de auto sta je stil. Missing links aanleggen wordt onmogelijk vanwege natuurbescherming. Net zoals Europese stikstofnormen voor natuurgebieden onze landbouw en industrie straks dreigen de das om te doen.

Hetzelfde kunnen we opmerken over het onduidelijke energiebeleid. Hoe krijg je aan een ernstige mens uitgelegd dat we enkele gigawatt elektriciteit van kerncentrales zullen sluiten in deze tijd waarin de gasprijs piekt en energie in Europa schaars dreigt te worden.

Alsof het lijstje problemen nog niet lang genoeg is, blijkt ook de kwaliteit van ons onderwijs te dalen, zowel voor wiskunde als voor taal. De tijd dat we piekten in de PISA-rapporten op wiskunde, begrijpend lezen en wetenschappen zijn helaas voorbij. Net zoals de tijd voorbij is dat de Vlaming bekend stond om de goede kennis van ‘zijn talen’. Terwijl dat voor onze regio, een kruispunt in Europa, een troef zou moeten zijn.

Particratie

Onze democratie is een particratie geworden. Enkele partijvoorzitters bepalen wie de kiezer kan verkiezen. De regels zijn zodanig dat enkel wie in de gratie van de partijleiding staat, een verkiesbare plaats krijgt. Dat is geen recept voor sterke parlementsleden. Wel een dat trouwe partijsoldaten oplevert. Dat zorgt voor een parlement dat een schim is van zichzelf. De meedogenloze meerderheid-minderheid logica verstikt er elk initiatief.

De partijvoorzitters en de regering controleren het parlement. De kiesomschrijvingen per provincie en de royale partijfinanciering ondersteunen die particratie. Die partijfinanciering maakte van de partijen kmo’s, rijke ondernemingen met een heel gamma aan vastgoed en andere investeringen. De Vivaldi-regering heeft in haar regeerakkoord opgenomen dat ze daar iets wil aan doen. Onze democratie herstellen betekent dat de stem van de kiezer opnieuw de doorslag moet geven, niet het dictaat van de partijvoorzitter. Dat een volksvertegenwoordiger het volk en niet zijn partij vertegenwoordigt. Het is tijd en nodig, maar we hoorden al veel woorden en zagen weinig daden.

Rechtsstaat

We erfden niet alleen de democratie, ook de rechtstaat. Die kwam de voorbije jaren onder druk te staan. En dan begeef ik me op glad ijs als ik het over de coronamaatregelen heb. De overheid is daar te ver gegaan. Dat een partijvoorzitter gewone rechten voorstelt als een gunst die de overheid verleent bij goed gedrag van een burger, zou ons in opstand moeten brengen. We zijn de rechtsstaat zo gewoon dat we een aantasting ervan niet eens herkennen. Wij behoren hier in Vlaanderen, Europa, het Westen, tot een minderheid in de wereld die geniet van de vrijheden die een rechtsstaat ons geeft. We moeten die bewaken. Streng bewaken.

Ook de taalwetten zijn geen frivoliteit in onze staat. Ze zijn er gekomen met een reden. Die taalwetten worden door de diversiteit, die zich overal in Vlaanderen doorzet, opnieuw belangrijk. Ze wijzen ons op de essentie: hier in Vlaanderen is de gezamenlijke taal in onze gemeenschap Nederlands. Thuis spreekt iedereen wat hij wil. Voor wie hier een toekomst wil opbouwen, is Nederlands de taal, voor zichzelf en voor hun kinderen.

Toren van Babel

Vlaanderen is vandaag een beetje een toren van Babel. Als we het principe ’thuistaal is onderwijstaal’ volgen, dan stort de toren in door de chaos. Er zijn zeer diverse klassen met verschillende thuistalen. Dat kan maar werken als we het eens zijn dat er 1 taal is die overkoepelt. Net door alle diversiteit is inzetten op de kennis van het Nederlands heel erg belangrijk. Meer dan ooit moeten we daar op inzetten. Zeker in het onderwijs. Kinderen die met een taalachterstand aan hun onderwijstraject beginnen, halen die soms niet meer in. Op die manier kunnen ze nooit hun potentiële kansen ontplooien. Dat is een gemiste kans voor hen en voor onze samenleving.

Het pensioendossier, de broodnodige fiscale hervormingen, het energiedebat, koopkracht en concurrentiekracht, de begroting… Het blijken geblokkeerde dossiers. De federale regering zit samen om te proberen een akkoord, neen een zomeragenda, uit te voeren voor 21 juli. Hopelijk hebben we die dag een reden om opgelucht adem te halen.

Hoe lang nog?

Hoe lang nog moeten wij toekijken hoe alles in dit land gestold lijkt en hoe echt federaal beleid bijna niet meer mogelijk is? Hoe lang nog moeten we telkens weer horen dat deze regering het anders zal doen? Dat deze regering de problemen kordaat zal aanpakken. Alvorens zich vast te rijden in tegengestelde belangen en ideologieën.

Wordt het geen tijd dat we elkaar in de ogen kijken? Ofwel vinden de partijen een consensus over waarheen we willen met België op de lange termijn. Ofwel moeten we vaststellen dat zoiets onmogelijk geworden is en daar de conclusies uit trekken. Dat hoeft geen ramp te zijn als dat ordentelijk kan. Gewoon afspraken maken over wat we samen doen en wat niet. Of afspreken dat samenwerken niet meer kan of hoeft.

Maar op deze manier kan het niet verder. Niet voor ons en niet voor onze kinderen. Het helpt niet de andere kant op te kijken. Dat is duidelijk in de uitslag van de verkiezingen. Meer en meer blijkt daaruit dat de burger de stilstand beu is. Nu zou wel eens de laatste kans kunnen zijn om toekomst te bouwen, positieve toekomst, zonder te vervallen in antistemmingen en negativiteit, aangewakkerd door stijgende inflatie en dalende koopkracht.

Als we willen dat onze kinderen en kleinkinderen ook van de erfenis van onze voorouders kunnen genieten, wordt het tijd om in te grijpen.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties