Het korte antwoord op deze vraag is neen. Natuurlijk niet. Al maakt de bewuste stelling wel opgang, onder andere op sociale media, daarbij mede gevoed door de recente uitlatingen van huidig Amerikaans president Donald Trump. Die verklaarde op de verkiezingsnacht van 3 november dat zijn Democratische tegenstanders de presidentsverkiezingen probeerden 'te stelen'. Enkele kritische geesten zien parallellen met wat er in België aan de hand is. Het zijn natuurlijk zwaarwegende woorden om te gebruiken in een democratisch bestel. Dit zeker…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Het korte antwoord op deze vraag is neen. Natuurlijk niet. Al maakt de bewuste stelling wel opgang, onder andere op sociale media, daarbij mede gevoed door de recente uitlatingen van huidig Amerikaans president Donald Trump. Die verklaarde op de verkiezingsnacht van 3 november dat zijn Democratische tegenstanders de presidentsverkiezingen probeerden ‘te stelen’. Enkele kritische geesten zien parallellen met wat er in België aan de hand is.
Het zijn natuurlijk zwaarwegende woorden om te gebruiken in een democratisch bestel. Dit zeker wanneer dergelijke straffe uitspraken niet onmiddellijk gepaard gaan met staalharde bewijzen. Sterker zelfs, de zittende Amerikaanse president riep in één beweging zichzelf uit tot overwinnaar, wat in contrast staat met de gepubliceerde kiesresultaten. Taferelen die bij ons vooralsnog ondenkbaar lijken. Al hebben politieke dynamieken en fenomenen wel vaker de neiging om vroeg of laat over te waaien naar de andere kant van de Atlantische Oceaan.
Burgermanifesten
Met de zogenaamde Vivaldicoalitie heeft België sinds begin oktober opnieuw een volwaardige federale regering. De twee Vlaams-nationalistische partijen Vlaams Belang (VB) en N-VA belandden in de oppositie. Zij hebben van nature uit al een moeilijke verhouding met het nationale bestuursniveau. Vanuit hun oppositierol poken zij de weerstand tegen het zittende federale kabinet nu verder op.
Het VB kwam vrij snel op de proppen met de slogan #nietmijnregering om zich zo duidelijk te distantiëren van alles wat met het nieuwe Belgische beleidsproject te maken heeft. Die scherpe formulering voedt natuurlijk de polarisering in de politieke debatten. De gekozen verzamelnaam doet alvast uitschijnen dat de initiatiefnemers zich niet willen laten binden door het doen en laten van de nieuwe Vivaldicoalitie.
Door op symbolische wijze ook fysiek verzet uit te oefenen probeert het VB zijn oppositierol verder aan te blazen. Een goede illustratie daarvan is de georganiseerde automanifestatie rondom Brussel op zondag 27 september. Niet geheel toevallig is betogen per auto een ‘format’ dat Trump-aanhangers eerder al hanteerden en dat vervolgens ook hier ingang heeft gevonden. Deze werkwijze liet tevens toe om ‘corona proof’ te manifesteren.
De hashtagcampagne van het VB doet terugdenken aan wat de liberaal Guy Verhofstadt destijds in zijn Burgermanifesten neerschreef. Zo lanceerde hij onder meer het idee om als burger uit de Belgische staat te kunnen stappen. Net als veel van de inhoudelijke voorstellen in deze geschriften vonden zij echter nooit de weg naar de wetboeken.
Representatief
Ook die andere Vlaams-nationalistische oppositiepartij, N-VA, verwerpt op haar beurt de nieuwe Belgische regering. Ze doet dat door het niet-representatieve karakter ervan aan te klagen, waarbij N-VA in de eerste plaats wijst op het gebrek aan meerderheid aan Vlaamse kant. Nu is het eerder gebruikelijk dat oppositiepartijen de democratische legitimiteit van het regerende kabinet proberen in twijfel trekken. Niet zelden voegen deze critici er in één beweging aan toe dat het euvel grotendeels verholpen kan worden indien zij zelf mee aan boord worden gehesen.
Maar bovenstaande kritieken zijn alvast voorzichtiger opgesteld dan de botte verklaring dat de uitslag van de verkiezingen zelf foutief zou zijn. Er werd in België in 2019 nu eenmaal ook geen grootschalige stemmenfraude gepleegd. Het binnenlandse stem- en telproces is sluitend georganiseerd en wordt mede gewaarborgd door het systeem van ‘waarnemers’ en ‘getuigen’ in de bureaus.
Hervormde kieswet
Partijen kunnen wel de uitslag van de verkiezingen beïnvloeden door aan de kieswetgeving te morrelen. Wie kan wanneer en hoe stemmen? Interessant zijn daarom de hervormingen die in onze kieswetgeving op stapel staan. Zo valt in 2024 de opkomstplicht weg voor de lokale en provinciale verkiezingen. In 2019 kwam al 15% van de kiezers niet opdagen of stemde blanco of ongeldig. De effectieve mobilisering van mensen naar de stembus zal, net zoals in de VS, enkel maar aan belang winnen in de toekomst.
Ook aan het (vooraf) stemmen op afstand wordt bij ons gewerkt. Belgen in het buitenland konden al per post op voorhand stemmen bij federale verkiezingen. In de toekomst zal dit ook mogelijk worden voor regionale verkiezingen.
Beide hervormingen zijn overigens wensen van de liberalen, die hieruit wellicht het meeste winst uit kunnen puren. Zo hebben mensen die resideren in het buitenland vaak een meer kosmopolitische en vrijere blik op de samenleving, wat zich ook in hun stemgedrag reflecteert.
Optelsom
Bij de federale verkiezingen is het wel problematisch dat op het Belgische politieke niveau uiteindelijk één regering wordt gevormd op basis van twee afzonderlijke kiesuitslagen. Dat loutere gegeven opent de deur voor ernstige kritieken vanuit beide landsdelen. De boutade luidt dat het land eigenlijk de optelsom van twee aparte democratieën is. Zulke stellingnames ondergraven al op voorhand de politieke legitimiteit van de Belgische regering die uiteindelijk uit dat proces zal voortvloeien.
In dat verband valt vaak ook te horen dat een Vlaamse zetel meer stemmen kost dan een Waalse zetel. Maar die bewering dient toch genuanceerd; zo waren de ‘duurste’ Kamerzitjes in mei 2019 bijvoorbeeld die van het Franstalige Défi (ruim 75.000 stemmen per zetel). Je zou de scheeftrekking in het aantal stemmen per zetel even goed kunnen toeschrijven aan het feit dat het partijlandschap in het federale parlement langs Vlaamse kant meer versplinterd is dan aan Waalse zijde – er zijn namelijk meer ‘kleinere’ Vlaamse partijen die elk hun zitjes binnenhalen en zo de ‘prijs’ onderling opdrijven.
Voorts helpt het beeld van de huidige regeringsconstructie, die bestaat uit liefst zeven verschillende coalitiepartijen, haar politieke legitimiteit natuurlijk ook niet vooruit. Dit zeker gezien het merendeel ervan bij de recentste stembusslag electoraal verlies leed. Door een ingewikkeld politiek spel bekwam uiteindelijk de zevende grootste partij van het land de post van eerste minister.
Democratisch overschot
Maar tegelijk beschikt de Vivaldiploeg wél over een zeer comfortabele parlementaire meerderheid van 88 Kamerzetels op een totaal van 150. Het democratisch overschot is dermate groot dat de vraag rijst of je die meerderheid in 2024 überhaupt wel kan doorbreken. Zeker wanneer je bedenkt dat ook de vijf zitjes van de bereidwillige Franstalige christendemocraten (cdH) hier nog aan kunnen worden toegevoegd. Een beperkt electoraal verlies van elke vivaldist hoeft daarom geenszins een verlies van de parlementaire meerderheid te betekenen. Voor je het goed en wel beseft, worden de volgende federale verkiezingen van 2024 dan een overbodige oefening. Zouden de V-partijen zich al van die voorafname ten volle bewust zijn?