JavaScript is required for this website to work.
Media

Wereldwijd vechten voor persvrijheid

Dirk Rochtus28/5/2013Leestijd 3 minuten

De persvrijheid, een groot goed, wordt er wereldwijd niet per definitie steeds groter op. Dirk Rochtus las voor Doorbraak een nieuw rapport over dat thema.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Democratie is het hoogste goed, maar zonder economische welvaart loopt ze gevaar te verbrokkelen. De verwevenheid van de democratische waarden en een goed draaiende economie bleek weer uit de voorstelling van het rapport Freedom of the Press 2013. Middle East Volatility amid Global Decline van de Amerikaanse Niet-Gouvernementele Organisatie Freedom House in de Brusselse zetel van de Naumann Stiftung für die Freiheit op maandag 27 mei 2013. Een bevinding die onmiddellijk opviel, was dat de persvrijheid klappen krijgt in landen die door de economische crisis werden getroffen. Waar er geen brood op de planken komt, verdwijnt de democratie langs de achterdeur. Of zoals de Duitse dichter en toneelschrijver Bertolt Brecht al zei: ‘Zuerst kommt das Fressen und dann die Moral’. 

Wereldkaart

Freedom House meet de polsslag van de pers wereldwijd met behulp van drie categorieën.

  • Een juridische: Hierbij evalueert de Freedom of the Press index de wetten en de regelgeving die de inhoud van de berichtgeving beïnvloeden en in welke mate de regering die juridische instrumenten gebruikt om de media in hun functioneren te belemmeren.
  • Een politieke: oefent de regering bijvoorbeeld censuur uit? Wordt er druk uitgeoefend op of geweld gebruikt tegen journalisten?
  • Een economische: Hoe zit het met de concentratie van de media? Wat is de impact van advertenties, subsidies en steekpenningen op de journalistieke inhoud?

Op basis van die categorieën ontwerpt Freedom House een wereldkaart waarop de verschillende staten met een bepaalde kleurcode worden getoond: groen voor ‘vrij’, geel voor ‘gedeeltelijk vrij’ en grijs voor ‘onvrij’. Het alarmerende nieuws is dat het aantal groene landen in 2012 gedaald is tegenover 2011. Van de 197 geëvalueerde landen en territoria waren er in 2012 in totaal 62 ‘vrij’, 70 ‘gedeeltelijk vrij’ en 64 ‘niet vrij’. In 2011 bedroegen de respectievelijke cijfers 66, 72 en 59. Van de hele burgers ter wereld leeft slechts 14 % in landen met een vrije pers. Dat lage cijfer valt natuurlijk daardoor te verklaren dat de bevolkingsrijkste landen India en China respectievelijk ‘gedeeltelijk vrij’ en ‘niet vrij’ zijn.

West-Europa

De regio met de grootst mogelijke persvrijheid is West-Europa:  22 landen werden als vrij en slechts drie als ‘gedeeltelijk vrij’ bestempeld. De crisis in Zuid-Europa zet de persvrijheid een neus. Griekenland bijvoorbeeld geldt als ‘gedeeltelijk vrij’. De reden is dat verschillende media werden opgedoekt, dat er ook minder adequate verslaggeving is over de politieke en economische crisis in eigen land, en dan was er ook nog het geval ‘Kostas Vaxevanis’, de journalist tegen wie een aanklacht liep omdat hij een lijst van vermoedelijke belastingontduikers had gepubliceerd. Dat alles maakte dat Griekenland ook in de rating zakte van  30 in 2011 naar 41 in 2012. De status van Italië als ‘gedeeltelijk vrij’ heeft dan weer te maken wegens de concentratie en de grote invloed van de politiek op de media. Turkije dat door Freedom House bevreemdend genoeg gerangschikt wordt onder West-Europa, is het derde land dat de status ‘gedeeltelijk vrij’ bekleedt, maar rangeert met een score van 56 toch ver achter de Griekse buur. In geen enkel land ter wereld zitten er zoveel journalisten, een 70-tal, achter slot en grendel. Vele zijn in het kader van de Wet tegen het Terrorisme opgepakt omdat ze zogezegd banden zouden hebben met de Koerdische rebellenbeweging PKK. Maar soms volstond het voor een journalist om een kritisch artikel over de Koerdenpolitiek van de regering te schrijven om gearresteerd te worden als vermeende sympathisant van de PKK.

In Nederland is de persvrijheid er dan weer met enkele punten op vooruitgegaan omdat een wet tegen blasfemie (godslastering) werd opgeheven, en België rangeert met een score van 10 zowaar op plaats drie vlak achter Noorwegen en Zweden. Vermoedelijk is dit te verklaren door het bestaan van Doorbraak als ‘watch dog’ (waakhond) van de democratie in België.

Arabische Lente

Lezenswaardig zijn ook de bevindingen over de persvrijheid in de landen waar de Arabische Lente was ontsproten: Tunesië en Libië zijn met een respectievelijke score van 52 en 59 ‘gedeeltelijk vrij’, Egypte met een score van 62 is ‘niet vrij’. De eerste twee landen boden een gemengde aanblik – vandaar ook hun status van ‘gedeeltelijk vrij’ – met enkele positieve ontwikkelingen zoals een Grondwettelijk Hof dat tegen een restrictief mediabeleid van de regering inging (Libië) en meer toegang van de media tot informatie en officiële bronnen (Tunesië), maar ook met een onveilige werksituatie voor journalisten en beïnvloeding van het medialandschap door regering en oppositie. Het grootste zorgenkind van de drie is Egypte waar de grondwet de voorziene persvrijheid al direct inperkingen van sociale, culturele en politieke aard oplegt en ook sancties tegen het overschrijden ervan uitvaardigt. Islamitische groepen bedreigen en gaan ook gewelddadig tekeer tegen journalisten en zetten rechters onder druk die in persdelicten moeten oordelen. Onafhankelijke media kunnen ook om financiële redenen moeilijk het hoofd boven water houden; het medialandschap bevindt zich daardoor overwegend onder staatscontrole.

Ook hier geldt: zolang er zich geen gezond economisch systeem ontwikkelt, blijven de instituties van de democratie brokkelig en ligt de pers als waakhond van de democratie sowieso aan de ketting. Een sterke economie op zich is natuurlijk ook geen voldoende garantie voor de democratie zoals het voorbeeld van Turkije aantoont, waar een autoritaire premier zelfs cartoonisten die het op hem ‘gemunt’ hebben voor de rechter sleurt. Waarlijk, een Erwin Van Mol zou het er niet onder de markt hebben. 

<Een goed artikel? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties