JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Wie b zegt, moet ook a zeggen

Mark Deweerdt31/1/2020Leestijd 4 minuten
Dehaene I is de laatste unitaire regering van België

Dehaene I is de laatste unitaire regering van België

foto © vrt

Georges-Louis Bouchez wil terug naar het unitaire België. Hij mag dat, maar moet dan ook de bescherming voor de Franstaligen laten vallen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Voor het driemaandelijkse Franstalige magazine Wilfried, zo staat het in het Nederlands op zijn website,  is ‘de Belgische politiek geen saai en vervelend treurspel, maar een wervelend en kleurrijk theater, even meeslepend als een aflevering van Narcos, True Detective  of House of Cards‘. Is het ter wille van die kleurrijke werveling dat Georges-Louis Bouchez in het januarinummer van het blad zijn attachement sentimental  aan het unitaire België heeft beleden?

‘Ik ben unitarist’, zei de MR-voorzitter. ‘Ik ben voorstander van een unitaire staat. En als ik dat zeg heb ik het niet over efficiëntie, maar over een gevoel van verknochtheid. Verbeteringen gekoppeld aan een hervorming van de staat? Ik zie er wat betreft de belangrijke bevoegdheden geen enkele. Mocht men ooit een evaluatie maken van de zes staatshervormingen, dan kan ik u daarvan nu al de conclusie meegeven. Die conclusie is dat men alles weer naar het nationale niveau moet terugbrengen. Als het van mij afhing – en ik sta hier niet helemaal alleen – dan brengt men alles terug naar een centraal bestuursniveau‘ (vertaling met dank overgenomen uit het artikel van Jules Gheude: Georges-Louis Bouchez zet een lange neus naar Vlaanderen).

Vlag en hymne

Georges-Louis Bouchez is geboren op 23 maart 1986. Hij was zeven jaar – de leeftijd waarop men volgens de leer van de rooms-katholieke kerk de jaren van verstand pleegt te bereiken – toen in de grondwet geschreven werd dat België een federale staat is, ‘samengesteld uit gewesten en gemeenschappen’. Bouchez heeft het unitaire België nooit gekend. Is het niet bizar een attachement sentimental  te hebben aan iets dat je niet kent?

Minder bizar is de verknochtheid van Bouchez aan België. Aan De Morgen  (28 november 2019) vertrouwde hij toe dat hij een belgicist is. Zijn tricolore manchetknoppen laten vermoeden dat hij, zoals meer inwoners van het koninkrijk, een warm gevoel krijgt als hij de driekleurige vlag ziet wapperen en de Brabançonne weerklinkt.

Daar is niets op tegen. De Zwitsers, of ze Duits, Frans, Italiaans of Reto-Romaans spreken, vieren elk jaar op 1 augustus uitbundig hun nationale feestdag. En of ze in het kanton Genève dan wel in Appenzell-Innerrhoden wonen, ze zijn verknocht aan de vlag en de hymne van hun land. Dat belet hen niet overtuigde federalisten te zijn. Vlag en hymne zeggen niets over de staatsvorm. Bouchez zou perfect vurig belgicist én overtuigd federalist kunnen zijn. Maar dat laatste is hij niet, hij wil terug naar de eenheidsstaat die hij nooit heeft gekend.

Het rechtse juk

Het kan Georges-Louis Bouchez, gelet op zijn academische opleiding in de rechten, nochtans niet onbekend zijn waarom de Belgische eenheidsstaat is omgevormd tot een federale staat. Honderd jaar geleden al klonk de Waalse roep naar séparation administrative  om niet langer onder het juk van het ‘rechtse’ Vlaanderen gebukt te gaan.

Honderd jaar geleden al zeiden Vlamingen dat alleen in een federatief staatsverband hun gemeenschap zich ten volle zou kunnen ontplooien. Aan weerszijden van de taalgrens groeide gaandeweg het inzicht dat elk landsdeel baat heeft bij beleidsautonomie.

Vijftig jaar geleden waren de spanningen tussen Vlamingen en Walen zo groot en de conflicten zo talrijk geworden, dat de machtselite concludeerde dat ‘de unitaire staat door de gebeurtenissen achterhaald’ was en dat alleen structurele hervormingen konden voorkomen dat het koninkrijk uiteenviel. Wie verknocht is aan België, zou verknocht moeten zijn aan federalisme.

Beschermingsmechanismen

Niet zo Bouchez. Hij wil terug naar het ‘ideaal’ van de eenheidsstaat. Maar dan mag hij niet alleen b en moet hij ook a zeggen. Nu houdt de MR-voorzitter het bij b: de b van bevoegdheden, die allemaal terug naar het centrale bestuursniveau mogen.

Bij de transformatie van het unitaire naar het federale België zijn evenwel niet alleen bevoegdheden overgedragen naar de deelstaten, er zijn ook mechanismen gecreëerd om de Franstalige minderheid een beschermd statuut te geven dat nergens ter wereld zijn weerga vindt. Die mechanismen maken onmiskenbaar en onlosmakelijk deel uit van het institutionele compromis van 1970.

Wie naar het België van vóór 1970 terug wil, moet het bord helemaal afvegen. Wie terug naar de eenheidsstaat wil, mag er zich niet toe beperken de bevoegdheidsverdeling terug te draaien en moet ook a zeggen: de a van alles terugdraaien, ook de beschermingsmechanismen.

Gedaan

Gedaan dus met de taalpariteit in de ministerraad. Voortaan tellen de Vlamingen weer ten volle mee en zijn ten minste twee derde van de ministers Vlamingen.

Gedaan dus met de bijzondere meerderheidswetten. Voortaan zijn de stemmen van de Vlaamse parlementsleden weer evenveel waard als die van de Franstalige. Dat betekent, bijvoorbeeld, dat de taalgrens niet langer ‘gebetonneerd’ is en voor de wijziging ervan niet meer een bijzondere wet nodig is, maar dat 76 (Vlaamse) van de 150 Kamerleden haar kunnen wijzigen.

Gedaan ook met de alarmbelprocedure. Voortaan kunnen Franstalige parlementsleden de goedkeuring van een wetsvoorstel – herinner u de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde – niet langer maandenlang blokkeren.

Wervelend

Als dat allemaal gebeurd is en de klok weer unitair tikt, worden de vergaderingen van het parlement en van de regering van de eenheidsstaat gegarandeerd een permanent ‘wervelend en kleurrijk theater, even meeslepend als een aflevering van Narcos, True Detective  of House of Cards‘.

Hoe lang zou het duren vooraleer, om het bij één voorbeeld te houden, er kletterende ruzie is omdat de Vlamingen in hun secundair onderwijs geen brede eerste graad willen en de Franstaligen hun ‘tronc commun‘ net willen uitbreiden tot het derde jaar van het secundair onderwijs?

Hoe lang zou het duren vooraleer de rekeningen van moeizaam tot stand gekomen ‘unitaire’ compromissen en de facturen van de teruggekeerde wafelijzerpolitiek de nu al exorbitant hoge staatsschuld verder de hoogte injagen?

Als de geschiedenis iets leert, is het dat de staatshervorming heilzaam is geweest voor Vlamingen zowel als Franstaligen. Diezelfde geschiedenis leert ook dat in het federale België de besluitvorming over ‘unitair’ gebleven beleidsmateries moeizaam is blijven lopen, omdat de beleidspreferenties van het noorden en het zuiden niet altijd gelijk lopen en steeds minder gelijk lopen – in die mate dat het negen maanden na de verkiezingen van 26 mei 2019 nog altijd niet gelukt is een federale regering te vormen.

Niet een ‘herfederalisering’ van bevoegdheden, maar juist de overdracht van nog meer bevoegdheden naar de deelstaten is dus aangewezen en noodzakelijk. Dat kan Georges-Louis Boucher in de uitoefening van zijn koninklijke informatieopdracht toch niet ontgaan zijn?

Mark Deweerdt (1952) was journalist bij De Standaard en De Financieel-Ekonomische Tijd/De Tijd, en schreef als kabinetsmedewerker toespraken en teksten voor Yves Leterme, Kris Peeters, Herman Van Rompuy en Geert Bourgeois.

Commentaren en reacties