JavaScript is required for this website to work.
post

Wie niet springt is zot

ColumnLudo Abicht30/5/2015Leestijd 3 minuten

Ludo Abicht heeft het over de progressieve mentaliteit in de Verenigde Staten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een tijd geleden woonde een bevriend echtpaar uit New York een half jaar in Brussel. Toen ik hen nadien vroeg hoe ze het in brave little Belgium gesteld hadden, begonnen ze met het ene voorbeeld na het andere uit te leggen, dat de meest frequente uitspraak van ambtenaren hier ‘But that’s not possible!’ luidde. In het begin dachten ze een paar maal pech te hebben gehad en aan het verkeerde loket te zijn beland, maar volgens hen was die uitspraak zo algemeen dat het wel op een consigne voor zowat alle administraties begon te lijken. Eerst wou ik hen uitleggen dat dit echt wel een reeks spijtige toevallen moest geweest zijn, maar hun verhaal kwam me helaas bekend voor. Dat ze daarbij nog uitgerekend progressieve democraten en aanhangers van ‘Yes we can’ Obama waren maakte het alleen maar erger. We mogen dan wel hard werkend en betrouwbaar zijn, maar we hebben blijkbaar moeite met iets wat buiten de regels valt, zoals bijvoorbeeld zowat elke grondige innovatie. En omdat ik zelf na jaren hard en betrouwbaar werken in hun land bij mijn terugkeer een paar keer flink op dit fenomeen gebotst ben, kan ik me alleen maar afvragen, waar die mentaliteit vandaan komt en vooral, wat ertegen kunnen doen.

Eerst een voorbeeld: jarenlang heb ik in de VS samen met een collega organische scheikunde een cursus gedoceerd over ‘Scheikunde, industrie, literatuur en filosofie van de Weimar Republiek’. Studenten wetenschappen en cultuur ontdekten samen, hoe de studie van al deze aspecten en hun samenhang een veel duidelijker en correcter beeld van die boeiende en turbulente periode uit de recente geschiedenis van Duitsland opleverde dan de afzonderlijke vakken. Maar u kan het al raden: mij werd meteen gezegd dat dit bij ons ‘not possible’ was, want het ging nu eenmaal om twee totaal verschillende faculteiten en opleidingen. Dit voorbeeld is relevant, omdat ik van andere collega’s gelijkaardige verhalen te horen gekregen heb. Indien dit klopt, en ik hoop dat ik me vergis, moeten we daar dringend tegen in gaan, want er is weinig meer ontmoedigend dan een massa die van op het podium wordt aangemoedigd met kreten als ‘wie niet springt is zot!’, waarop alle weldenkenden als bij een St Vitusdans beginnen te springen. Tenzij misschien de uitvaartstoet van een Noord-Koreaans dictator, waarbij alle toeschouwers bij politiebevel uitbundig beginnen te huilen.

Er kan veel, heel veel tegen de buitenlandse politiek, de sociale ongelijkheid, de achterlijke fundamentalistische uitwassen en het achter de reclame verborgen racisme van de Verenigde Staten worden ingebracht, maar men moet daarbij ook vermelden dat bijna alles wat wij hier met terechte trots ‘de nieuwe sociale bewegingen’ noemen, in diezelfde VS begonnen zijn, van de moedige strijd voor de vrijheid van meningsuiting (Free Speech Movement) en de gevaarlijke, soms dodelijke campagnes voor de Burgerrechten, waarvan we een deel te zien kregen in de film ‘Selma’ tot de straatgevechten van New Yorkse hetero’s voor de gelijkberechtiging van holebi’s en, uiteraard, de strijd voor de emancipatie van de vrouw. Nee, de Amerikaanse progressieven hebben op al deze terreinen niet het monopolie, maar heel vaak is zo’n beweging daar begonnen met een handvol activisten, die daar steevast en terecht ‘militants’ genoemd worden: de ecologische beweging, de acties rond de rechten van de gehandicapten, de vredesbeweging en zo kunnen we nog een tijdlang doorgaan. Wat al deze bewegingen verbond is inderdaad de pioniersgeest die zowat het beste is wat die cultuur ons te bieden heeft. Maar wie ‘Yes we can’ zegt, neemt natuurlijk ook het risico op zich dat Amerikaanse neonazi’s luidkeels met hakenkruisvlaggen en slogans door de Joodse wijken van Amerikaanse steden marcheren, dat gekke dominees publiek een exemplaar van de Koran verbranden en dat bepaalde professoren aan prestigieuze universiteiten in hun lessen ongenuanceerde sociobiologische en zelfs negationistische theorieën verkondigen die bij ons  meteen tot hun ontslag zouden leiden: ‘That’s not possible!’

Hier moet een keuze gemaakt worden: of we vermijden dergelijke moreel onaanvaardbare uitschuivers en we blijven comfortabel bij het oude en vertrouwde, of we laten honderd bloemen met daartussen honderd soorten onkruid bloeien. Waarna we keihard het debat aangaan, zonder het vooraf al in de kiem te hebben willen smoren, want hier is heus geen plaats voor een zoveelste compromis positie.

 

Ludo Abicht (1936) studeerde klassieke en Germaanse filologie en filosofie. Doceerde literatuur en filosofie in Canada, de VS, aan UGent, UAntwerpen en P.A.R.T.S. (Brussel). Publiceerde over ethiek, jodendom, het Palestijnse vraagstuk, de Bijbel, nationalisme en interculturaliteit. Ecotoop: de dissidente minderheid (marxist in de Vlaamse Beweging, flamingant binnen radicaal links, Bijbellezer binnen de vrijzinnigheid, Hegeliaan binnen een postmodernistisch paradigma, irritant niet-politiek correct). Resultaat: tegelijkertijd een eeuwige loser én een militant verdediger van de hoop.

Meer van Ludo Abicht

Dit boek wordt voorgesteld als een faction, een historische roman die gebaseerd is op ware feiten, waarin de witte plekken, bijvoorbeeld de gesprekken en discussies, zo waarheidsgetrouw mogelijk worden gereconstrueerd. Het is een genre waarvan onder meer de Engelse auteur Hilary Mantel [https://boeken.doorbraak.be/boekzoeker/?search=Hilary+Mantel] het grote voorbeeld geworden is, maar dat we ook bijvoorbeeld terugvinden in het fictieve hoofdpersonage …

Commentaren en reacties