JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Wie sloopt de kerk?

Pieter Bauwens7/5/2012Leestijd 3 minuten

In Vlaanderen heeft elk dorp, elk gehucht zijn kerk. Maar veel van die gebouwen worden amper nog gebruikt voor de eredienst. De vraag is wat er dan met die gebouwen moet gebeuren. Minister Bourgeois en de Vlaamse regering werken aan een strategisch plan.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het is duidelijk dat niet elke kerk die er vandaag is, zal blijven, of als kerk in gebruik zal blijven. De vraag is, wie zal beslissen welke kerk blijft en op basis van welke criteria dat zal gebeuren: het historisch belang, architectonische kwaliteiten, religieus gebruik, de ligging, omgeving, staat van het gebouw,… Er zijn vele vragen.

Op een deel van die vragen wil de conceptnota van minister Geert Bourgeois (N-VA) inspelen. De conceptnota zoekt een oplossing voor drie knelpunten: een evenwicht tussen aanbod en gebruik (vele kerken worden amper nog gebruikt als kerk staan zelfs soms leeg), het goed beheer van de gebouwen staat soms onder druk (vrijwilligers worden oud, of kunnen de complexiteit van dossiers niet aan) en een strategische benadering. Dat staat tegenover de huidige ‘ad hoc’ benadering, zeg maar de problemen oplossen als ze zich voordoen, zonder duidelijk plan of gestructureerde aanpak.

Vier mogelijkheden

Eigenlijk zijn er vier opties voor een kerkgebouw: alles blijft hetzelfde, nevenbestemming, herbestemming of afbraak. Ten eerste: er verandert niets, de kerk blijft als gebouw voor de eredienst in gebruik. Als dat niet kan zijn er mogelijkheden tot neven- en herbestemming. Bij nevenbestemming blijft de kerk ook als gebouw voor de eredienst in gebruik. (dat kan voor een gedeelte, dat kan voor bepaalde tijdstippen) daarnaast wordt ze ook in een andere functie gebruikt: markthall, winkel, gemeenschapscentrum, cultureel centrum, polyvallente zaal,… de mogelijkheden zijn ruim, maar niet oneindig. Zo mag de nevenbestemmingen geen afbreuk doen aan het gebruik voor de eredienst. Er zijn verschillende onderzoeken en projecten lopende. En er wordt ook gekeken naar buitenlandse goede en slechte voorbeelden. Het vraagt vaak creativiteit, maar blijkt de voorkeursoptie te zijn voor een meerderheid van de belanghebbenden.

Als de kerk helemaal niet meer voor de eredienst gebruikt wordt en ‘ontwijd’ wordt kan ze een herbestemming krijgen. Ze wordt dus met andere woorden voor iets anders gebruikt. De vraag is ook hier waar leent het gebouw zich toe? Ook hier is de vraag van de verschillende belanghebbenden dat de nieuwe functie aansluit bij de oorspronkelijke bestemming van het gebouw. Als herbestemming door allerlei redenen niet mogelijk is, rest ten vierde: de afbraak.

Beslissen

Maar wie zal beslissen wat er gebeurt en met welke kerk? Uiteindelijk zal het een hele mix van argumenten zijn. Er zullen objectieve criteria opgesteld worden door het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur vzw (CRKC), dat is het expertisecentrum voor religieus erfgoed in Vlaanderen en Brussel. Het CRKC heeft daartoe een vragenlijst ontwikkeld die de kerkbesturen dezer dagen invullen. Daarin is er een beschrijving van de kerk vandaag, de toestand, voorziene investeringen, wordt de kerk nog gebruikt voor de eredienst of niet, is er een nevengebruik, … het CRKC zal die gegevens met elkaar en met gegevens uit andere databankenvergelijken en een typologie opstellen. Het rapport van het CRKC moet de objectieve basis zijn om in de gemeenten de dialoog aan te gaan over de bestemming van de kerkgebouwen. Want naast de objectieve criteria zijn er natuurlijk ook nog veel emotionele criteria om een kerk al dan niet te herbestemmen.

Lokaal overleg

Vanuit het kabinet Bourgeois wordt sterk de nadruk gelegd op lokaal overleg met de verschillende belanghebbenden: de gelovige gemeenschap, het gemeentebestuur, middenveld, inwoners,… Volgens de politici kennen de mensen ter plaatse het best de situatie. De subsidiariteit moet spelen. Eerst lokaal overleg en de uitkomst daarvan moet hogerop, politiek en kerkelijk. Maar er is vanuit de politiek wel wrevel over de kerkelijke overheid die geen echt plan heeft en de indruk geeft niet te willen beslissen. Sterker nog, hier en daar geeft de kerkelijke overheid de indruk dat de overheid eist dat een aantal kerken moeten sluiten. Maar die paraplu waaronder ze zich verschuilen, wil het kabinet Bourgeois hen uit handen nemen. De politiek wil geen cijfers over een aantal te sluiten kerken. Of een kerk al dan niet wordt neven- of herbestemd of afgebroken, dat moet lokaal beslist worden. De conceptnota wil een kader bouwen waarbinnen alles ordelijk kan verlopen. Een discussie die de volgende jaren nog vaak zal terugkeren in Vlaanderen.

Categorieën

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties