JavaScript is required for this website to work.
Communautair

‘Wij kunnen niet zwijgen!’

De Vuye & Wouters-saga – een vervolgverhaal in 5 afleveringen (2)

Bart Maddens4/10/2016Leestijd 4 minuten

Bart Maddens beschrijft in vijf afleveringen de exit van Vuye en Wouters bij de N-VA. Vandaag: de Vlaams-nationale boodschap van het duo.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op 2 april 2015 gebeurt er iets heel speciaals in de Kamer. De fractieleider van de grootste regeringspartij schiet plots in een communautaire colère. Aanleiding is de begrotingscontrole. Blijkt dat de gewesten 750 miljoen euro minder zullen krijgen dan oorspronkelijk begroot. Dat zou te wijten zijn aan een fout van de administratie. Er is nog slechts één ambtenaar die weet hoe de dotatie aan de gewesten moet worden berekend en die had kennelijk een mindere dag. Het is voor Hendrik Vuye de aanleiding om te fulmineren tegen de zesde staatshervorming: ‘Daarnaast botsen wij ook op een constructiefout die mijn fractie al lang heeft aangeduid, met name de nultransparantie van de bijzondere financieringswet en de veel te beperkte fiscale autonomie van de gewesten. Wij zijn bovendien gekomen tot een systeem dat niemand begrijpt. (…) Wie bedenkt zo’n systeem? Wie keurt zo’n systeem goed? In elk geval niet mijn fractie.’

Het was een felgele vuurpijl in de donkere vriesnacht van de communautaire omerta. En die deed kennelijk pijn aan de ogen van Open Vld-fractieleider Patrick Dewael. Want Dewael tikte Hendrik Vuye meteen streng op de vingers: ‘Ik kan begrijpen dat de N-VA niet gelukkig is met die wetgeving, want ze hebben ze niet goedgekeurd. Ik merk alleen maar op, mijnheer Vuye, dat u bij de vorming van deze regering die wetgeving wel als basis hebt aanvaard en dat wij een akkoord hebben gesloten dat er daarover ook vijf jaar niet zou worden gepraat.’

Vijf jaar zwijgen

Het belang hiervan kan bezwaarlijk worden onderschat. Want Dewael zegt hier voor het eerst openlijk wat velen begonnen te vermoeden, maar weinigen echt konden geloven: de N-VA heeft er zich bij de regeringsvorming niet enkel toe verbonden om geen institutionele dossiers op de regeringstafel te leggen, maar ook om vijf jaar lang niet meer te praten over de staatshervorming.

En nu lapte uitgerekend de fractieleider van de N-VA dit ‘akkoord’ plotseling aan zijn laars. Maar hij was wel niet de enige. De dag voordien had ook zijn collega in het Vlaams Parlement, Matthias Diependaele, de financieringswet door de mangel gehaald. Bij het begin van het Overlegcomité op diezelfde 1 april haalde ook minister-president Geert Bourgeois fors uit naar de zesde staatshervorming en pleitte hij onomwonden voor echte fiscale autonomie. Even leek het wel of de hele N-VA was ontwaakt uit een Belgische lethargie. Helaas, het was maar een kortstondige opflakkering. Kort daarna dommelde iedereen weer in.

Zware artillerie

Behalve Hendrik Vuye. Die liet zich duidelijk weinig gelegen aan de reprimande van Patrick Dewael. Want een paar dagen later sprak hij op Lalibre.be (7 april) opnieuw duidelijke taal: ‘Le confédéralisme et nos prérogatives communautaires seront bien sûr à l’ordre du jour en 2019. Je promets qu’il y aura du communautaire après cette législature.’ Het was de eerste keer dat een N-VA-kopstuk zo dicht in de buurt kwam van de magische formule van de Van Rompuy-doctrine: ‘In 2019 treden wij niet toe tot de federale regering zonder een grote staatshervorming’.

En ook daarmee was de communautaire fusée van Vuye niet uitgewerkt. De dag nadien verschijnt op Knack.be een opiniestuk waarin Vuye samen met zijn fractie-ondervoorzitter Veerle Wouters brandhout maakt van de zesde staatshervorming: ‘De zesde staatshervorming is niet de staatshervorming van N-VA. Sneller dan verwacht wordt duidelijk waarom’. Maar intussen was het al gaan dagen dat dit veel meer was dan een fusée. Het was een heuse batterij zwaar artilleriegeschut die Vuye en Wouters lieten aanrukken. Vanaf dan werden er via Knack.be met de regelmaat van de klok vernietigende salvo’s afgevuurd richting België: ‘Het Belgische huis is een koterij: wie wordt er beter van de transfers’ (11 mei 2015), ‘De zesde staatshervorming is een surrealistisch kluwen van halfslachtige bevoegdheidsoverdrachten’ (18 mei 2015), ‘Nog één keer is de Senaat volop bezig zijn nutteloosheid te bewijzen’ (2 juni 2015), ‘Wie Vlaanderen verjaagt uit Brussel, delft het graf van België. Wanneer gaan de Brusselaars dit inzien?’ (24 juni 2015), ‘Een koning die wetten ondertekent, is dat nog van deze tijd?’ (24 augustus 2015), ‘Brussel kan gewoon geen volwaardig gewest zijn, dat bewijst de afgang van rijkste naar armste regio’ (21 september 2015), ‘Koninklijke dotaties: dat iemand overheidsgeld als persoonlijk eigendom mag behandelen, is surrealistisch’ (12 oktober 2015), ‘De mythe van de hardwerkende prinsen is doorgeprikt’ (10 november 2015), ‘Belgische taalvrijheid: niets is wat het lijkt’ (11 december 2015), ‘Sire, wie heeft nog nood aan uw kerstboodschap?’ (23 december 2015).

Deze gepeperde opiniestukken hebben mij van meet af aan geïntrigeerd. Het is niet dat Vuye en Wouters daarin spectaculaire dingen schreven. Ze pikten gewoon de communautaire draad op waar de N-VA die sinds de bocht van Bracke had laten liggen. Dat was het klassieke N-VA-discours, zij het wel altijd onderbouwd met stevige dossierkennis. Maar te midden van de oorverdovende communautaire stilte klonken die eenzame Vlaamsgezinde N-VA-stemmen oorverdovend luid. Niet het minst omdat het geluid afkomstig was van de fractievoorzitter en -ondervoorzitter in de Kamer.

Pinkstermoment

Waarom zijn uitgerekend Vuye en Wouters vanaf de lente van 2015 zo hard en zo systematisch op de communautaire nagel beginnen te kloppen? Heeft het duo ergens een soort van pinkstermoment beleefd? Lange tijd durfden ze niet meer op straat te komen met hun Vlaams-nationale overtuiging. Het was enkel nog achter gesloten rolluiken dat er op een fluistertoon over het confederalisme werd gesproken. Tot ze zich in een flits realiseerden hoe dom het was van de N-VA om het communautaire ook buiten de regering dood te zwijgen. Vanaf dan vlogen de rolluiken open en werd de Vlaams-nationale boodschap weer luidkeels verkondigd. En net zoals Petrus en Johannes de joodse leiders kordaat van antwoord dienen als die hen aanmanen om over Jezus te zwijgen, roepen Vuye en Wouters nu verontwaardigd: ‘Wij kunnen niet zwijgen!’ (Hand. 4:20).  

Zou het echt zo gegaan zijn? Of was het een bewuste zet van de N-VA om van het duo Vuye en Wouters een flamingant uithangbord te maken, om de critici te sussen? Maar dat leek toen al weinig waarschijnlijk. Want waarom zou men dan uitgerekend de federale fractievoorzitter en -ondervoorzitter casten in de rol van communautaire klokkenluider? Dat zou al te riskant geweest zijn. Er waren andere parlementsleden die veel beter geschikt leken voor die rol. Peter De Roover bijvoorbeeld. 

Het heeft niet veel gescheeld of Vuye en Wouters moesten hun weigering om te zwijgen – net als de apostelen – met de dood bekopen. Ze mogen van geluk spreken dat hun voorzitter geen stalinist is. Want anders hadden ze al in september 2015 een nekschot gekregen. Uiteindelijk kregen ze geen nekschot, maar wel een bijzondere opdracht.

Meer daarover morgen in aflevering 3: ‘Het non-event van het jaar‘.

Lees ook aflevering 1: ‘Het begin van de communautaire ijstijd’.


Foto: (c) Reporters

Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'. 

Commentaren en reacties