We spreken verder met Luk Sermeus (°1946), auteur van een bijzonder origineel boek over Willem van Oranje (1533-1584), vol met historisch relevante feiten en weetjes. Vandaag deel 2 dus over de Watergeuzen, de opstand en het Wilhelmus. Historisch en legendarisch Den Briel en de Watergeuzen zijn historisch en bovendien legendarisch geworden… 'Den Briel is legendarisch geworden, vermoedelijk omdat mensen houden van geweldige en bloedige gebeurtenissen. Ook ikzelf voel mij betrokken bij de onversaagde actie van de watergeuzen onder leiding van…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
We spreken verder met Luk Sermeus (°1946), auteur van een bijzonder origineel boek over Willem van Oranje (1533-1584), vol met historisch relevante feiten en weetjes. Vandaag deel 2 dus over de Watergeuzen, de opstand en het Wilhelmus.
Historisch en legendarisch
Den Briel en de Watergeuzen zijn historisch en bovendien legendarisch geworden…
‘Den Briel is legendarisch geworden, vermoedelijk omdat mensen houden van geweldige en bloedige gebeurtenissen. Ook ikzelf voel mij betrokken bij de onversaagde actie van de watergeuzen onder leiding van Lumey, een bloeddorstige lagere edelman uit Lummen (Limburg) die het epitheton voerde (of erfde van zijn vader): “het everzwijn van de Ardennen”. Deze actie werd ondernomen “in naam van Oranje” zonder voorkennis en al zeker niet met instemming van Willem. Daarbovenop kreeg deze actie een eerder politiek-ongelukkige nasleep in de moord op negentien “katholieke” paters en seculiere priesters in Gorinchem (Gorkum).’
‘Op zich was de inname van het stadje niet belangrijk maar het gaf wel een “boost” aan de opstand/verzet. Twee zaken moeten we wel onthouden: Willem wilde het verzet tegen Filips wel netjes houden. De moord op de “papen” behoorde niet tot zijn arsenaal om Filips te overtuigen inzake de gewenste godsdienstvrijheid. Zelf tolerant zijn was daartoe een eerste voorwaarde. En uit het verloop van deze gebeurtenissen blijkt dat Willem absoluut niet aanzien werd als “leider” van de geuzen, en al zeker niet van de watergeuzen. Het claimen van het leiderschap zal gans zijn leven een probleem blijven.’
Leider
Hoe moeten we Willem van Oranje beoordelen als leider van de opstand?
‘Het verzet is in de loop van gebeurtenissen uitgegroeid tot een opstand. Nochtans was dat niet naar de wens van Willem, maar kwam het vooral door de onbuigzaamheid en het onbegrip van Filips II. Hierbij wil ik wel benadrukken dat de geuzen zelf al even onbuigzaam waren als Filips. Tussen die twee fanatieke kampen stond Willem, die geit en kool wilde sparen, vrijwel alleen. Hij wou de leider zijn van zijn “volk”, maar ook de dienaar van Landsheer Filips, wat zijn adellijke status vereiste en misschien ook nog omdat beiden Gulden Vliesridders waren. Dat spagaat was moeilijk te overbruggen, waardoor hij besluiteloos bleef.’
‘Uiteindelijk heeft hij een belangrijke stap gezet door zich te bekeren tot het calvinisme. Ik heb wel mijn twijfels of dat eigenlijk wel gemeend was. Het calvinisme staat, en dat is na de onafhankelijkheid van Noorden duidelijk gebleken, haaks op de tolerantie die Willem zo nauw aan het hart lag. Het moet ook gezegd worden dat Willem ook wel fouten gemaakt heeft. Zijn politiek ten opzichte van Frankrijk werd nooit aanvaard door de Staten. Toch wilde hij die doordrukken. Uiteindelijk lag mijns inziens het probleem in de denktrant van Willem die ondanks alles toch nog feodaal was, terwijl de Staten met hun privileges en voorrechten een meer federale staatsidee ontwikkelden.’
‘Ondanks alles wat ik gezegd heb meen ik wel dat, alle distinguo’s in acht genomen, we Willem de leider van “de Opstand” kunnen noemen. Ook Filips II erkende hem als leider.’
Wilhelmus
En ja, wie schreef het Wilhelmus, in verschillende talen nog wel?
‘De wetenschappelijke benadering heeft tot hiertoe niets opgeleverd. We weten vandaag nog altijd niet wie de schrijver is. Daarom heb ik mij eraan gewaagd een steentje bij te dragen, en het probleem vanuit een andere hoek te benaderen, namelijk die van de plausibiliteit. Ik heb een inventaris gemaakt van bijna alle opmerkingen die gemaakt werden bij de beoordeling van de diverse voorgestelde schrijvers. Daaraan moest de eventueel door mij voorgestelde oplossing zeker een antwoord bieden.’
‘Hoe begin je aan zoiets? Mijn inspiratie vond ik bij mijn echtgenote die een verwoed puzzelaar is en in de loop der jaren een bijna professionele aanpak heeft uitgedokterd. Ik heb alles genoteerd wat geweten was. Namen, plaatsen, tijdstippen, schrijfstijlen, gebruikte talen, muziek, enz. Als puzzelstukjes heb ik die informatie geordend. Dank u, Excel. Daarbij heb ik ook een voorlopige “waarde” toegekend aan elk puzzelstukje.’
‘Wat mij opviel dat er tot hiertoe weinig waarde werd toegekend aan het feit dat het Wilhelmus reeds vanaf het begin bestond in twee talen, het Nederlands en het Duits. Deze eigenaardigheid wordt nog versterkt door het feit dat de muziek verschillend is voor de twee talen, alhoewel de teksten onderling kunnen gewisseld worden.’
Propaganda
Was het Wilhelmus al bekend tijdens de Opstand?
‘Jazeker en ook het gegeven dat het lied al bestond en gekend was in het heetst van de strijd, bewijst dat het geen “eerbetoon” is maar “propaganda” voor Willem, wiens legitimiteit als leider diende opgevijzeld te worden, terwijl zijn trouw aan de landsheer Filips II, Koning van Castilië en Aragon, niet in vraag mocht gesteld worden. Een beetje aangetrokken door de verschillende muziek in beide talen, vroeg ik mij af of er misschien nog andere muziek te vinden was. Die heb ik niet gevonden, wel uitvoeringsverschillen die maken dat het Wilhelmus wel een andere toepassing kan gekend hebben tijdens de oorlog.’
‘Dat deed mij naar de (elkaar opvolgende) namen grijpen van de schrijvers uit zijn propagandacel. Het ontbreken van één naam in de reeks mogelijke schrijvers viel mij vlug op: Adrianus Saravia. Niet verwonderlijk, want naast zijn terdoodveroordeling heeft deze man ook nog een “damnatio memoriae” aan zijn been. Om het met Gezelle te zeggen “geen teekening, geen lichtdrukmaal, geen beitelwerk van steene” is van hem gebleven. Dat alles is het gevolg van de ongebreidelde niet-tolerante storm die na de onafhankelijkheid in het Noorden woedde.’
‘Het zou best kunnen dat de Duitse tekst de oudste is en door Saravia is geschreven. Hij had al eerder Duitse teksten geschreven voor Willem. Of hij ook Nederduits kende, kan ik nergens bevestigd vinden. Waarom geen vertaler gezocht in Philips van Marnix, die alhoewel van Franse (lage) adel afkomstig een zeer goede kennis had van de taal en er zelfs een boek in schreef. Het intellectuele beeld dat naar voor komt bij het bestuderen van de tekst, wijst vlug naar hem.’
‘Wanneer je een controle doet op basis van de opgelijste op- en aanmerkingen bij de andere voorstellen, dan kan ik alleen maar vaststellen dat het aantal niet-geschrapte aanmerkingen miniem is. In de wetenschap dat andere meer geschoolde onderzoekers ook niet tot een eenduidig voorstel konden komen, besluit ik speculatief dat de tandem Saravia/Marnix het meeste kans maakt. Vermits het lied nu al honderden jaren wordt gezongen behoort het nu zeker tot de “canon” van Noord en Zuid. Het is een parel uit onze gezamenlijke volksliederenschat. We zullen het lied niet met minder overtuiging zingen als er zich toch nog een andere schrijver zou aanbieden.’