JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Wouter Beke: moedig midden de mensen

Katleen Van den Heuvel26/5/2013Leestijd 3 minuten

Wouter Beke is te veel manager, hij blijft niet plakken. Met die woorden maakte provinciegenoot Noël Slangen, jarenlang marketinggoeroe én directeur van Open Vld, brandhout van het imago van Wouter Beke (HBvL, 25 mei).

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

CD&V-voorzitter en burgemeester in Leopoldsburg Wouter Beke mag dan clown noch tafelspringer zijn, hij wordt alom gerespecteerd door regionale en federale politici. Daarbij blijkt hij meer een studax te zijn, die de samenleving beschouwt, en in de commentaren en bevindingen die hij daarbij heeft, visies ontwikkelt en standpunten verfijnt. Standpunten waar de CD&V nood aan heeft. Want net als de Nederlandse zusterpartij CDA, heeft de christendemocratie in Vlaanderen nooit zo weinig kiezers gehad en is de partij op zoek naar een nieuwe adem en een duidelijk imago.

Eerder werd de inhoudelijke vernieuwingsoperatie Innesto opgezet. Die moet de CD&V weer in het middelpunt van het debat en de opinievorming plaatsen door niet mis te verstane standpunten in te nemen. Waarbij het erop lijkt dat de partij, met de kortstondige ideoloog Rik Torfs, ook het klassieke enerzijds-anderzijdsdenken achter zich laat.

Ondertussen is er ook een boek van Wouter Beke: Het moedige midden. Voor het versterken van mensen (Pelckmans). Géén nieuw kerstprogramma, géén herijking van de christendemocratie. Maar een politiek-sociologisch beschrijven van waar de samenleving nu staat en hoe ze idealiter verder moet evolueren. Met kleine stapjes, duidelijke keuzes ook, een evolutie, geen revolutie – woorden die hij van zijn oud-kartelpartner Bart De Wever heeft geleend.

In dat boek neemt Beke geen grote woorden in de mond. Maar hij is heel scherp voor de N-VA. Hij hamert op de ondertussen vertrouwde spijker: de CD&V heeft verantwoordelijkheid genomen en realiseert daardoor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde of een zesde staatshervorming met grote bevoegdheidspakketten en budgetten voor de regio’s, en zelfs de splitsing van de Senaat (waardoor nu, dankzij de CD&V, er plots heel wat minder politici zullen zijn). De N-VA, dat zijn de radicalen, die kunnen ’treuren en zeuren’ – om het met de woorden van de in het boek veel geciteerde Hugo Schiltz te zeggen – die willen niet toegeven, en daardoor nemen ze géén verantwoordelijkheid op en blijven ze aan de kant staan. Door in het boek zo in te zetten op ‘verantwoordelijkheid’ nemen, mogen we dat ook verwachten in de aanloop van de verkiezingen van 2014. Om het verschil te maken met die andere centrumpartij die de N-VA is, moet Beke op ‘verantwoordelijkheid’ inzetten.

Dat deed destijds ook Hugo Schiltz als onderhandelaar en als minister. Ook hij wou – daarbij tegen de haren van de radicalere Vlaamse Beweging in strijkend – verantwoordelijkheid opnemen en als Vlaams-nationaal politicus Vlaanderen autonoom maken binnen een federaal België. Is het daarom dat Beke zo uitgebreid Schiltz citeert? Zijn eerste stap in het echte politieke leven, was deelname aan Schiltz’ ‘werkgemeenschap’ Vlaanderen Morgen, die het gelijknamig tijdschrift uitgaf. Daarvoor had Beke aan de universiteit al met enkele andere studenten pol&soc ‘Vlaanderen Anders Bekeken’ opgericht. Geen radicalen of revolutionairen. Maar gewone twintigers, opgroeiend in de evidentie van een autonoom Vlaanderen, die met dat Vlaanderen vooruit wilden, en beseften dat het daartoe wel wat meer bevoegdheden kon gebruiken. Willens nillens zat Beke daarmee al in de slip stream van de pragmatische stap-voor-stap-politiek van de CVP, voorloper van de CD&V, waarover hij trouwens doctoreerde (De ziel van een zuil, UPL).

In 2001 kwam Beke voor het eerst op de politieke voorgrond als voorzitter van het congres waar de naamsverandering werd doorgevoerd. Voortaan zou de V van Vlaanderen prominenter worden, het confederalisme werd er ingeschreven in het programma. De invloed van Beke? Hij surfte minstens mee op de golven van jongere generaties – Hendrik Bogaert, die ei zo na op een N-VA-lijst was terechtgekomen, of Pieter De Crem – voor wie Vlaanderen een grotere evidentie was dan België. Al in zijn vorige boek, De mythe van het vrije ik. Pleidooi voor een menselijke vrijheid (Averbode), wijst Beke erop dat het vrije, atomistische individu onrealistisch is, onbestaand. Je bent maar mens – of persoon – in correlatie met ‘de anderen’: je ouders, familie, vrienden, de verenigingen uit je dorp, je gemeente, je natie … De optelsom van die kringen of identiteiten maakt je wie je bent. Een zeker conservatisme of geworpenheid is hem – net als De Wever, met wie hij het Vlaams kartel smeedde in 2004 – niet vreemd. Dat die geworpenheid ook betekent dat hij opgroeide in een familie met Volksunie-engagement, is niet te ontkennen. Afwachten tot de onderhandelingen na 25 mei 2014 of zijn familie en Hugo Schiltz voor inspiratie zorgen.

Katleen Van den Heuvel (1972) is historica en filosofe en hoewel ze journalistiek studeerde geeft ze geschiedenis in het secundair onderwijs. Ze schrijft over geschiedenis, Europa, Verenigde Staten en media.

Meer van Katleen Van den Heuvel

‘De Belg’ is géén botte afrekening met Christian Van Thillo en zijn mediarijk, zoals de eerdere (en toekomstige) boeken van Guido Van Liefferinghe. Maar blij zal hij er zeker niet mee zijn.

Commentaren en reacties