JavaScript is required for this website to work.
post

Xi Jinping schopt tegen de schenen van de Chinese superrijken

Jan Lung23/8/2021Leestijd 4 minuten
De Chinese President Xi Jinping krijgt steeds meer kritiek

De Chinese President Xi Jinping krijgt steeds meer kritiek

foto © AFP

Zal de Chinese president Xi Jinping tot het uiterste gaan in zijn ingezette kruistocht tegen de superrijken in zijn land?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Chinese president  lijkt het eeuwfeest van de Communistische partij aan te grijpen voor een ideologisch herijkingsoperatie. Sinds hij aan de macht kwam, wordt zijn beleid gekenmerkt door een ideologisch rigide en doelbewuste aanpak. Zijn verdubbeling van het staatskapitalisme, partijpropaganda in de stijl van de Culturele Revolutie, de persoonlijkheidscultus en assertief buitenlands beleid van de laatste jaren leken allemaal in overeenstemming te zijn met deze perceptie.

Compromisbereidheid

Wat daarbij opviel was dat de president deze starre overkoepelende strategie met succes kon mengen met de nodige flexibiliteit en tactische compromissen. Bovendien slaagde hij erin om zonder veel problemen een aantal belangrijke aanpassingen te doen. Opvallende voorbeelden hiervan zijn het bevorderen van de groei van de particuliere sector door middel van belastingverlagingen en andere gunstige mechanismen, het openen van een aantrekkelijk ondernemingsklimaat voor buitenlandse bedrijven en zijn compromisbereidheid in de handelsoorlog met de Verenigde Staten. Even belangrijk is dat Xi geen inspanning onverlet heeft gelaten om zijn machtsbasis te verbreden en zijn populistische imago op te poetsen door afstand te nemen van zijn voorheen sterke banden met de partijelite, de prinsen – leiders zoals hijzelf die afkomstig zijn uit bekende communistische families.

Het Westen dat zich de laatste jaren vooral blindstaart op Xi’s  macht en autoriteit, ziet veelal over het hoofd dat de president zowel in binnen- als buitenland voor enorme uitdagingen blijft staan. Zijn dominantie heeft hem bijvoorbeeld niet beschermd tegen kritiek of druk, en heeft hem ook niet in staat gesteld zijn prioriteiten onbetwist door te drukken. De handelsoorlog met de VS heeft in China geleid tot klachten dat Xi de economische invloed van China verkeerd heeft ingeschat, zijn hand heeft overspeeld en de onderhandelingen met Trump’s team heeft verprutst.

Interne en externe kritiek

Chinese particuliere ondernemers en de middenklasse delen dan weer veel van dezelfde zorgen als buitenlandse bedrijven in China: ze zijn gefrustreerd dat de beloften die Xi in 2013 deed om te hervormen en de markten te openen, quasi tot stilstand zijn gekomen. Ze klagen over de snelle opmars van staatsbedrijven ten koste van kleinere, particuliere ondernemingen. Terwijl de economische groei deze binnenlandse critici ooit milderde, ervaart China een vertraging, deels als gevolg van economische structurele veranderingen, maar versterkt door de handelsoorlog met de VS.

Intussen groeit ook de interne en externe kritiek op erg ambitieuze geostrategische projecten als het Belt and Road Initiative en het Forum voor samenwerking tussen China en Afrika. Projecten, die volgens veel Chinezen op een  ondoordachte wijze met staatsfondsen worden gespijsd. Anderen beweren dan weer – en overigens niet geheel onterecht – dat China ‘te arm’ blijft om zo genereus te geven en uit te lenen. Het verhaal van een herrijzend China was onvoldoende om het publiek volledig te overtuigen Xi onvoorwaardelijk te steunen.

Persoonlijkheidscultus

Bovendien is Xi intern al een paar keer onder vuur komen te liggen voor zijn populistische stijl en het verlaten van het model van collectief leiderschap dat werd geïntroduceerd door Deng Xiaoping en beoefend onder Xi’s directe voorgangers Jiang Zemin en Hu Jintao. Xi’s cultivering van de persoonlijkheidscultus irriteert zowel het Chinese politieke establishment als de liberale intellectuele kringen in de Volksrepubliek. Zij zien deze trend als een herinnering aan het beladen Mao-tijdperk. In de marge hiervan moeten we ook de gevoeligheden en zelfs latente onvrede zien rond  Xi’s afschaffing van de limieten voor presidentiële termijnen. Een substantieel deel van de politieke elite in Beijing is hierdoor verontrust. Ze ziet hierdoor namelijk niet langer een duidelijk mechanisme voor politieke opvolging of voor het balanceren van de macht. Een kritiek die wordt gedeeld door machtige zakenlui die vrezen dat Xi’s inspanningen om de macht te concentreren de westerse angst voor het Chinese autoritarisme bevestigen en voeden.

Zelfs het bredere publiek, dat niet vies is van zijn populisme, begint te morren. Dat bleek nog maar eens tijdens de coronapandemie. Ondanks de harde hand van de censuur slaagden critici erin om geregeld en zelfs luidkeels hun ongenoegen te uiten en hun kritiek  bovendien te koppelen aan eerdere frustraties in verband met het falende gezonheidsbeleid. Hoewel deze onrust geen existentiële bedreiging vormt voor Xi of de partij, wijzen ze niettemin op een groeiende vraag naar verantwoording door de overheid.

Inkomens reguleren

Het is in dit licht dat de – eerder onverwachte –  aankondiging van Xi moet gezien worden dat hij de superrijken in de Volksrepubliek wil aanpakken. Volgens de staatsmedia zou Xi op 17 augustus tijdens een vergadering van de Centrale Commissie voor Financiële en Economische zaken van de Communistische Partij hebben gezegd dat de regering ‘buitensporig hoge inkomens moet reguleren en hoge inkomensgroepen en ondernemingen moet aanmoedigen om meer terug te geven aan de samenleving’.

Hiermee wil hij duidelijk  tegemoet komen aan de ontevredenheid binnen het Centraal Comité van de partij over de razendsnelle opkomst van een nieuwe klasse van rijke ondernemers. De partij heeft goede redenen om zich zorgen te maken over de ongelijkheid, die is toegenomen in de decennia van economische hervormingen en die tot een meer kapitalistische samenleving hebben geleid. Vorig jaar had de rijkste 20% van China 10 keer meer besteedbaar inkomen dan de onderste 20%.

Meer filantropische toegeeflijkheid

Het is dan ook geen toeval dat deze eis net nu op tafel komt. Op een ogenblik dat Beijing zware druk uitoefent om de grootste particuliere bedrijven van het land in toom te houden. De eisen van Xi moeten niet lichtvaardig worden opgevat, en  zouden erop kunnen wijzen dat hogere belastingen op komst zijn of dat Beijing een meer filantropische toegeeflijkheid van de superrijken zal eisen. Sommige hervormingen kunnen verstrekkende gevolgen hebben, waaronder hogere belastingen op vermogenswinsten, erfenissen en onroerend goed. Hogere lonen in de publieke sector zullen naar verwachting ook deel uitmaken van het pakket om ongebreidelde steekpenningen en corruptie waarbij ambtenaren betrokken zijn, nog verder te beperken.

China heeft al vrij hoge belastingtarieven voor de rijksten. Dat omvat een hoogste tarief van 45% voor degenen die meer dan 960.000 yuan ($ 150.000) per jaar aan loon verdienen, terwijl het hoogste tarief voor belastbaar persoonlijk inkomen van een particulier bedrijf 35% bedraagt. Ondertussen bedraagt het vennootschapsbelastingtarief al 25%, hoewel sommige technologiebedrijven in aanmerking komen voor een preferentieel tarief van 15%. Dé vraag is natuurlijk of XI effectief tot het uiterste zal gaan in zijn nieuwe kruistocht tegen de allerhoogste inkomens.

Commentaren en reacties