JavaScript is required for this website to work.
post

Zal ontkennen van de Armeense genocide in ons land (niet) strafbaar worden?

Jens De Rycke20/4/2019Leestijd 3 minuten
Het monument voor de Armeense genocide in Jerevan, de hoofdstad van Armenië.

Het monument voor de Armeense genocide in Jerevan, de hoofdstad van Armenië.

foto © Doorbraak/Karl Drabbe

24 april wordt een negationismewet gestemd in de Kamer. Maar de Armeense genocide komt er niet in aan bod…

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op 24 april zal de Kamer van Volksvertegenwoordigers overgaan tot het stemmen van een wet waarbij negationistische uitspraken gestraft zullen worden. Opmerkelijk genoeg wordt in deze wet de Armeense genocide uitgesloten.

Die dag is het honderd en vier jaar geleden dat in Constantinopel (Istanbul) honderden leden van de Armeense elite in een geplande actie opgepakt en afgevoerd. De datum waarop deze actie plaatsvond wordt vandaag gezien als het startschot voor de handelingen die later zouden worden omschreven als de Armeense genocide. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn op bevel van de Jong-Turken de christelijke minderheden van het Ottomaanse Rijk zoals Armenen, Pontische Grieken, Assyriërs en Arameeërs vrijwel geheel weggevaagd uit wat later Turkije is geworden. Meer dan één miljoen personen werden door middel van deportatie, massaslachtingen of verbanning verwijderd. Zij die zich dit lot wilden besparen werden gedwongen zich tot de islam te bekeren.

Genocide

Voor Turkije en de Turkse diaspora in Europa ontketent de Armeense genocide nog steeds veel emoties. Tot op de dag van vandaag blijft de Turkse staat ontkennen dat er ooit een systematische vernietiging van de Armeense gemeenschap heeft plaatsgevonden. De massale doodslag op Armenen wordt erkend maar word tegelijkertijd geplaatst in de context van de strijd die het Ottomaanse Rijk tegen tsaristisch Rusland uitvocht. Van een vooropgezet plan tot uitroeiing van de Armenen, van gerichte massaslachtingen en dodenmarsen naar de woestijn in Syrië is er volgens de Turkse staat geen sprake. Die beperkt zich tot ‘burgeroorlog’ en ‘evacuaties’.

Mythe

De scheppingsmythe van hedendaags Turkije verklaart deels de pogingen van de Turkse staat om de geschiedenis te ontkennen en te herschrijven. Volgens deze mythe was het Ottomaanse Rijk de grote verliezer van de Eerste Wereldoorlog. Maar de moderne Turkse staat, die nadien onder Mustafa Kemal Atatürk is ontstaan, kan zich een winnaar noemen. Over het zwarte verleden van het Ottomaanse Rijk in de 20ste eeuw – op de ruïnes waarvan Turkije is gebouwd – wordt liever gezwegen. Ook al is de paradox dat de genocide op de christelijke minderheden in Anatolië evenals de latere bevolkingswisseling met Griekenland de Turkse etnostaat heeft mogelijk gemaakt. Bovendien werden de minderheden die zich nog steeds binnen de grenzen van het nieuwe Turkije bevonden gedwongen de Turkse identiteit aan te nemen.

Negationisme

Woensdag vindt er op de symbolische datum van 24 april een stemming plaats over een wet die negationistische uitspraken strafbaar wil maken. Het feit dat de Armeense genocide uit het toepassingsgebied van het wetsvoorstel uitgesloten wordt roept vragen op. Electorale en diplomatieke motieven zullen zeker een rol spelen. Maar de vraag is vooral: mogen we de Turkse visie op de dramatische gebeurtenissen van 1915 een rol laten spelen in dit wetsvoorstel?

genocideDoorbraak/Karl Drabbe

De eeuwige vlam, centraal in het monument voor de Armeense genocide in Jerevan.

Symboliek

Waarom is deze wet zo belangrijk voor de Armeense gemeenschap? Ik stelde de vraag aan Harout Chirinian van het Armeens Comité van België.

Harout Chirinian: ‘Voor de Armeense gemeenschap in België is het belangrijk dat wij – net zoals andere volkeren die het slachtoffer zijn van de misdaad van genocide – de bescherming van de Belgische wet verkrijgen. We kunnen niet de ontkenners van één genocide bestraffen en tegelijkertijd de andere beschermen. Het is dan ook om deze reden dat de anti-ontkenningswet die volgende week in het parlement zal worden gestemd alle door België erkende genocides moet omvatten. Dus ook de Armeense genocide die door België in 1998 is erkend.’

‘Belgische politici mogen zich niet door electorale en politieke berekeningen laten leiden. Op de vooravond van regionale, federale en Europese verkiezingen mag men zich niet laten beïnvloeden door het electoraal gewicht van de Turkse gemeenschap. De vrees stemmen te kunnen verliezen of een negatieve reactie vanuit Turkije mogen niet bepalen of het de moeite waard is om op te komen voor de rechten van een hele gemeenschap.’

‘Wij, Armeense diaspora, dragen tot op de dag van vandaag nog steeds de littekens van de genocide die meer dan honderd jaar geleden tegen ons volk heeft plaatsgevonden. Als het Belgisch parlement deze wet goedkeurt zonder de Armeense genocide erin op te nemen is dat een zoveelste krenking voor het Armeense volk dat zo door deze genocide is getekend. Ontkenners van de Armeense genocide – die vaak rechtstreeks door de Turkse staat worden aangestuurd – zullen meer ruimte krijgen voor hun ontkennende en haatdragende boodschap. Wij hopen dat op de symbolische datum van 24 april de Belgische parlementsleden de slachtoffers van deze genocide – Armenen en de andere christelijke minderheden uit het voormalige Ottomaanse Rijk – de nodige erkenning en bescherming zullen geven en ervoor zorgen dat deze genocide niet langer kan worden ontkend. ’

Jens De Rycke ('89) is onderzoeksjournalist en studeerde internationale research journalistiek aan de Thomas More Hogeschool in Mechelen, daar behaalde hij tevens een postgraduaat regionale focus: Arabische wereld & het Midden-Oosten. In 2017 publiceerde hij 'Het dagboek van granaten in Damascus'.

Commentaren en reacties