JavaScript is required for this website to work.
Media

Zijn de dagen van de media geteld?

ColumnJohan Sanctorum18/9/2014Leestijd 4 minuten

Telenet produceert een eigen tv-serie, te bekijken achter een betaalmuur. Leuk voor wie daar nog wil voor afdokken. Maar breder beschouwd is ook dit nieuws onder de categorie ‘het verloren gevecht om de kijker’.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ook het Vlaamse publiek wordt stilaan media-zat en zoekt meer autonomie, meer eigen wegen naar informatie en ontspanning. Het web wenkt.  Zenders én providers kunnen, ondanks strategische schaduwgevechten en min of meer creatieve pogingen om de eigen marktposities veilig te stellen, niet om het feit heen: het post-mediatijdperk nadert met rasse schreden.

Doet u het ook, uitgesteld kijken en reclame doorzappen? Dat mag niet van Christian Van Thillo, topman van het Belgisch-Nederlandse mediabedrijf De Persgroep, en o.m. mede-eigenaar van VTM en 2BE. Het doorspoelen van reclameblokken zou namelijk de kijkdichtheid van die blokken schaden en dus de daarmee verbonden inkomsten die dan weer programma’s (‘content’) financieren. There is no such thing as a free lunch, alles kost geld.

Dat is zeker een economische waarheid als een koe, en sindsdien wordt met alle mogelijke middelen getracht om dat ‘zapkijken’ te beteugelen. Tevergeefs: al wie nog niet ei-zo-na hersendood is, heeft lak aan die reclameblokken en zal creatieve middeltjes blijven verzinnen om ze niet te moeten ondergaan. In een krant heb je ook de vrijheid om de publiciteit te bestuderen of niet. Met veel overgave en huisvlijt scheid ik, bij het begin van het weekend, de zinnige krantenbijlagen van de pulp. Ook al vallen ze als één pakket mijn brievenbus binnen.

Newton versus Einstein

Zakenlui als mijnheer Van Thillo begrijpen wellicht niet dat het om veel meer gaat dan een discussie over doorspoelen. De tijd dat de televisie ons kon vertellen hoe en wanneer we wat mogen doen, is namelijk voorbij. De kwestie zit hem al in het simpele feit van de programmering zelf: wil ik nu naar het nieuws kijken, die serie volgen, die documentaire meepikken? Maar neen, de uurtabellen van VRT, VTM, Vier en aanverwanten zullen me worst wezen, ik neem het op en bekijk het wanneer ik er zin in heb. Zappen en doorspoelen (of terugspoelen) inbegrepen.

Dit verdwijnen van het zogenaamd ‘lineair kijken’ en de loskoppeling van het zendschema is een cultuurfilosofische kwestie: de postmoderne burger/mediaconsument volgt geen ‘grote klok’ meer maar organiseert zijn eigen tijd. Sinds Newton zijn model van het heelal ontwierp, zag men de tijd als één homogene tijd, lopend volgens één uurwerk waarop alles synchroon draaide. De klassieke zender volgde die totalitaire logica. Halfacht? Quiz! Acht uur? TV-journaal! Negen uur? Film! Elf uur? Kortnieuws, weerbericht, en dan het bed in! 

Zo’n kadaverdiscipline lukt misschien nog in Noord-Korea, maar elders wil men minstens de vrije tijd privatiseren en zelf uitmaken wat en wanneer. Zelfs de arbeid wordt in toenemende mate ‘glijdend’ georganiseerd, niet-lineair, wat het fileprobleem alleen maar kan verkleinen. De media leven eigenlijk nog in dat newtoniaans universum, terwijl de kijker al lang vertoeft in dat van Einstein en de kwantummechanica.

En het Huis van Vertrouwen?

Termen uit televisieland doen vandaag prehistorisch aan. Er is de omroep (van in de tijd toen de belleman het nieuws van de dag op straat ‘omriep’), er zijn de zenders (die de goede boodschap ‘uitzenden’ via reusachtige antennes, de VRT-toren is er een overblijfsel van), en er is dus tele-visie, van de tijd toen de dieren nog spraken en afstand nog iets betekende.

De chronische discussie in Vlaanderen rond zin en onzin van de ‘openbare omroep’ is al evenzeer archaïsch. Want openbaar of niet, elk medium wordt in snel tempo onherroepelijk door het www. Geabsorbeerd, om een webstek te zijn tussen de miljoenen andere. Neem nu de redactie.be, het platform van de VRT-nieuwsdienst. Uitstekend gedocumenteerd, goede opmaak, druk bezocht. In feite vervangt het gaandeweg de uitzendingen zelf, er zal snel een moment komen dat de webstek meer bezoekers genereert dan het journaal kijkers. Maar dat betekent ook dat die webstek, hoe kwalitatief ook, opgenomen wordt in de horizontale architectuur van het internet, tussen uw en mijn blog dus. Ze wordt een nieuwssite onder de nieuwssites. Elke blogger met een videozone is overigens de facto een internetzender, en ik ken wel 200 Vlaamse bloggers die meer te vertellen hebben dan het vaste kransje ‘opiniemakers’ dat de kolommen van dag- en weekbladpers bevolkt.

De bestaande ‘openbare omroep’ zal zijn rol moeten spelen binnen deze blogosfeer en er ook mee in interactie treden. Dat is democratisch een goede zaak: elke burger/blogger wordt gelinkt aan VL3.0, zoals ik de publieke omroep zou herdopen. De nieuwe democratie zal digitaal zijn, of ze zal niet zijn. Uiteraard mag dat publiek nieuwsplatform best wat geld kosten, want reportages maak je niet gratis, maar heel de journalistieke bureaucratie mag dan wel opstappen, samen met de steeds weerkerende vraag naar de politieke signatuur ervan (de VRT als ‘rode burcht’, die nu naar zwartgeel zou opschuiven).

En neen, we hebben dan geen mediaminister meer nodig, minder werk voor Sven Gatz. Wel mag een Europese regulator/ombudsman de echte grote mannen, Google, Facebook en aanverwanten, in het oog houden en zo nodig op het matje roepen. Meer moet dat niet zijn.

Creatieve autonomie

En dan is er Netflix, het uit de VS overgewaaide streamingbedrijf dat vanaf vandaag ook in Vlaanderen via het internet films en series aanbiedt die u om het even wanneer kan bekijken, mits een abonnement uiteraard. Daarop wou Telenet inspelen met zijn eigen serie-op-aanvraag. Doemscenario’s rond zombificatie duiken op: men zou verslaafd geraken en alle 15 afleveringen van een serie achter elkaar willen bekijken.

Eerlijk gezegd denk ik dat dit nogal zal meevallen. Men onderschat het feit dat mensen ook wel graag zelf de hand aan de camera (nu meestal het mobieltje) willen slaan. Tieners kijken nog nauwelijks naar geprefabriceerd materiaal, niet op televisie, maar eigenlijk ook nauwelijks via het web. Het youtube-kanaal is hun medium, de schier oneindige internetvideotheek waar iedereen alles kan uploaden en downloaden. Dat kan tot vervlakking leiden en jawel, extreem geweld en porno zijn binnen handbereik, maar het levert ook nieuwe, creatieve  autonomie op.

Zopas het eerste filmpje van mijn 11-jarige zoon gezien. Met een onooglijk amateurcameraatje gedraaid, iets over nachtdieren in de tuin. Het staat op youtube voor de vrienden, maar speciaal voor zijn prehistorische ouders liet hij het ook eens afspelen op het TV-scherm, met een paar extra kabels. Opeens besefte ik dat Sir David Frederick Attenborough mocht inpakken. Zijn natuurdocumentaires zijn technisch veel beter, maar dit was huisgemaakt en gaat een eigen leven leiden binnen een alternatief netwerk, tot het, wie weet, via de fameuze ‘six degrees of separation’ ook VL3.0 binnensluipt.

Iedereen cineast, scenarist, producer. Digitaal uitgeven mag best een vak op school worden. Media zijn, zoals het woord het zegt, doorgeefmiddelen, en die hebben we niet meer nodig.

Ik weet niet wat de zogenaamde audiovisuele sector daar tegenover nog kan plaatsen, maar ik heb het gevoel dat dit zelfs kan leiden tot een nuttige ont-mediatisering en de terugkeer naar een eigen, ‘biologische klok’. Want die hebben we toch ook nog allemaal.

Op wereldschaal zes miljard klokken, zes miljard stemmen. Het post-media-tijdperk komt eraan, ook in Vlaanderen. Waar uitgesteld kijken toe kan leiden.

Foto © Netflix.com

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties