JavaScript is required for this website to work.
post

Zo belangrijk is die president echt niet

Donald Sanders of Bernie Trump: veel verschil maakt het niet

Katleen Van den Heuvel24/2/2016Leestijd 4 minuten

Wie Obama ook opvolgt: voor Europa zal het niet zo gek veel verschil maken. Veel aandacht in de media, weinig impact op onze wereld.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De omstreden Amerikaanse gevangenis in Guantánamo staat nog maar eens op sluiten. President Barack Obama heeft een sluitingsplan ingediend om het krijgsgevangenkamp te sluiten – iets wat hij al sinds zijn aantreden in 2009 aankondigde. Het nieuwe plan blijft op belangrijke punten vaag en druist in tegen een wet die de Amerikaanse Senaat vorig jaar heeft aangenomen. Het is dus hoogst onzeker of Obama een van zijn meest symbolische beloften zal kunnen inlossen voor hij het Oval Office definitief verlaat. Blijkbaar kan zelfs de Amerikaanse president niet kordaat de deuren sluiten van een enkele militaire instelling. 

Obama is het wandelende bewijs dat een Amerikaanse president geen almachtige halfgod is. De man die na een messiaanse verkiezingscampagne op een golf van Hoop verkozen werd, zal de geschiedenis ingaan als een middelmatige wereldleider: enkele successen, enkele nederlagen en een hoop onzekere beslissingen waarover de geschiedenis nog moet oordelen. Alleen in Europa laat men zich nog verblinden door het ontegensprekelijke charisma van de eerste zwarte president. Op de meeste andere plaatsen in de wereld heeft men intussen ontdekt dat Obama niet zo gek veel verschilt van de doorsnee Amerikaanse president, zelfs niet van zijn voorganger, George W. Bush (de Republikein koos voor boots on the ground, de zittende Democraat kiest voor drones – het resultaat is vaak hetzelfde).

De gevangene van het Witte Huis

De impact van de Amerikaanse president dient op minstens drie punten genuanceerd en gerelativeerd. De persoonlijkheid en de partijaffiliatie van de president is helemaal niet zo doorslaggevend, als je weet dat de macht van die president op verschillende punten beperkt én aangestuurd wordt. 

Ten eerste is het Amerikaanse systeem opgebouwd uit checks and balances. De president kan geen echt beleid voeren zonder een goede samenwerking met het Congres, dat het Huis van Afgevaardigden en de Senaat overkoepelt. Ook andere spelers, zoals het Hooggerechtshof, kunnen de macht van de president aan handen en voeten binden. Dat betekent concreet dat Bernie Sanders in 2017 gerust president kan worden: hij zal niets van zijn (naar Amerikaanse normen) radicaal-linkse agenda waar kunnen maken. Zelfs de rabiate abortustegenstander Ted Cruz mag de verkiezingen winnen: de rechtbanken zullen de bestaande abortusrechten in de Verenigde Staten in komende jaren handhaven en verder uitbreiden, wat president Cruz daar ook van mag vinden. 

Ten tweede worden de coulissen van de Amerikaanse politiek druk bevolkt door machtige belangenorganisaties. Tal van lobbygroepen wegen zwaar op de beleidskeuzes van de grootste economie ter wereld. Het gaat dan niet alleen om officiële organisaties met een hoofdkwartier en een woordvoerder, maar ook om schimmige bondgenootschappen die enorme belangen vertegenwoordigen. Denk aan Wall Street, of de krachtenbundeling die Eisenhower al in 1961 omschreef als ‘het militair-industrieel complex’. Ver van het parlement én het Witte Huis leggen dit soort pressiegroepen de krijtlijnen van de Amerikaanse politiek vast. Zo staat het nu al vast dat de volgende president zich in komende jaren minder op Europa en het Midden-Oosten, en veel meer op China en de Stille Oceaan zal richten. Amerika zal zich meer naar China keren – of de president nu Trump of Clinton heeft, zal daar niets aan veranderen. 

Ten derde zijn de Verenigde Staten niet langer de bepalende kracht op het wereldtoneel. De Amerikaanse president heeft niet meer de macht om wereldgebeurtenissen vorm te geven. Ook het land met het sterkste leger op deze planeet is internationaal afhankelijk geworden van bondgenoten en nieuwe wereldspelers. De laatste vijftien jaar, zeker ook onder Obama, is duidelijk geworden dat de Verenigde Staten elke controle over de grote gebeurtenissen verloren hebben. Zelfs in het klimaatdebat hebben de VS niet meer het doorslaggevende belang om ook de uitstoot van landen als China onder controle te krijgen. De volgende bewoner van het Witte Huis, wie hij of zij ook is, zal de historische ontwikkelingen ook moeten ondergaan. Als er al ooit een periode geweest is waarin de Amerikaanse president het lot van de wereldbevolking in handen hield, dan is die tijd nu wel voorbij. 

Betoverd door Hollywood

Veel relativerende geluiden over de presidentsverkiezingen hoeft u in de komende maanden niet te verwachten. Journalisten zullen in 2016 weer druk de indruk wekken dat de Amerikaanse opvolgingskwestie de meest gewichtige soap van het jaar is. Dat heeft verschillende oorzaken. De VS zijn natuurlijk een heel intrigerend en vooral ook cool land: journalisten zijn er graag mee bezig, en ze reizen er nog veel liever eens naartoe. ‘Amerikawatcher’ is bovendien het makkelijkste baantje op de hele nieuwsdienst: de Amerikaanse democratie genereert elke dag een schat aan bruikbare informatie, die via het internet voor het rapen ligt. Het is veel moeilijker om een journalistiek werkstuk te maken over de intriges in het Kremlin of de machtsspelletjes in de Chinese Communistische Partij – ook al zijn die minstens even belangrijk voor de internationale politiek. Veel Vlaamse journalisten zijn ook dol op de satirische comedians die furore maken op de Amerikaanse televisie: mensen als John Oliver en Stephen Colbert nemen de presidentsverkiezingen elke week op de korrel. Leuk voor een redacteur: je ontspant, je lacht én je bereidt je stukje van morgen voor.

Jammer genoeg lijken veel Europese journalisten hun favoriete fictie te verwarren met de realiteit. De grote angst voor Donald Trump hangt bijvoorbeeld samen met het beeld van de Amerikaanse president die maar één knopje moet indrukken om een atoomoorlog te ontketenen – een karikaturale fabricatie uit Hollywood. Je voelt in veel Europese ‘analyses’ ook een oprecht verlangen naar een inspirende, rechtschapen en linksige president – een ideaalbeeld dat elke westerse journalist heeft opgedaan bij het bekijken van The West Wing, een pathetische dramaserie over de perfecte progressieve president. Door al die Amerikaanse tv-reeksen en films zitten we nu zelfs in Vlaanderen met een legertje journalisten dat oprecht gelooft dat de zon opkomt in het westen, ergens ter hoogte van 1600 Pennsylvania Avenue. Wie even nadenkt, beseft dat de Amerikaanse prioriteiten voor de komende vijf à tien jaar natuurlijk al lang vastliggen. Het is uiteraard absurd om te geloven dat een land als de Verenigde Staten echt zou wachten tot het aantreden van de nieuwe president om in een bepaalde plooi te gaan liggen.

Er zijn goede presidenten, er zijn presidenten die we liever nooit hadden zien komen. Natuurlijk verdient de verkiezing van een nieuwe Amerikaanse leider heel wat aandacht. De barnumberichtgeving, die bijna nooit wordt ingedamd door een gezonde portie relativering en realiteitszin, is echter onterecht, eenzijdig en verantwoordelijk voor het voortbestaan van een hardnekkig misverstand, dat de Amerikaanse president echt de voorzitter van de nv Aarde is. 

Katleen Van den Heuvel (1972) is historica en filosofe en hoewel ze journalistiek studeerde geeft ze geschiedenis in het secundair onderwijs. Ze schrijft over geschiedenis, Europa, Verenigde Staten en media.

Meer van Katleen Van den Heuvel

‘De Belg’ is géén botte afrekening met Christian Van Thillo en zijn mediarijk, zoals de eerdere (en toekomstige) boeken van Guido Van Liefferinghe. Maar blij zal hij er zeker niet mee zijn.

Commentaren en reacties