JavaScript is required for this website to work.
post

Zonder euro geen onafhankelijkheid?

Frans Crols13/6/2012Leestijd 7 minuten

De Vlaamse onafhankelijkheid profiteert van het bestaan van de euro. Onze zelfstandigheid vermindert de waarde van de euro met geen cent. Dat wordt een ander verhaal indien Vlaanderen bij een ‘neuro’, een ‘guldenmark’ of een nieuwe Belgisch-Luxemburgse Unie terecht komt.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Partijleider Bart De Wever van N-VA, parlementslid Gerolf Annemans – dé VB-expert voor de onafhankelijkheidskwestie – Remi Vermeiren, ex-topbankier van KBC en voorzitter van de Denkgroep in De Warande, en professor-emeritus en econoom Emiel Van Broekhoven – tijdens zijn boeiende loopbaan onder meer hoofdeconoom van BBL – denken na over independentisme en confederalisme met of zonder de euro.

Doorbraak: Klopt het dat de euro de “monetaire” ruimte schept om zachtjes, zonder opvallende schokken voor het monetaire klimaat in de EU Vlaanderen onafhankelijk te doen worden?

Bart De Wever: ‘Zonder de euro zou het inderdaad bijzonder moeilijk zijn om op termijn te streven naar een onafhankelijk Vlaanderen in Europa. Wij zijn als N-VA een overtuigde pro-Europese partij en hopen dan ook dat de EU de huidige financiële crisis kan overleven en er hopelijk zelfs sterker uitkomen.’
Remi Vermeiren: ‘Het bestaan van de euro vergemakkelijkt vanzelfsprekend de stap naar de onafhankelijkheid maar de euro “doet” Vlaanderen natuurlijk niet onafhankelijk worden zoals de vraag in fine lijkt te insinueren. Dank zij het bestaan van de euro moet Vlaanderen bij zijn onafhankelijkheid geen eigen, (kleine maar stevige) munt creëren. Dat is al in het Manifest voor een Zelfstandig Vlaanderen duidelijk gesteld.’
Gerolf Annemans: ‘Hoewel de vervanging van de Belgische frank door de euro, in zekere mate een hindernis op weg naar de splitsing van België leek op te ruimen, moet één ding duidelijk zijn: voor het Vlaamse belang zijn de euro en de Vlaamse onafhankelijkheid niet verbonden. Noch oorzakelijk, noch op een tijdslijn. De euro is geen voorwaarde voor het tot een goed einde brengen van de Vlaamse onafhankelijkheid. En uiteraard is het uitgesloten dat we in een onafhankelijk Vlaanderen voorstander zouden kunnen of willen worden van een tot transferunie “à la belge” verworden eurozone. De euro staat hoogstens in een psychologische verhouding tot de Vlaamse onafhankelijkheid.’
Emiel Van Broekhoven: ‘Het is duidelijk dat de regio die men thans Vlaanderen noemt altijd te klein is geweest om “onafhankelijk” te zijn zoals Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk of Duitsland, maar toch meestal een zelfstandigheid wist te bewerkstelligen tegenover de opeenvolgende koningen, leenheren en zelfs vreemde bezetters. Kunnen wij vandaag anders dan streven naar onafhankelijkheid op een aangepaste beperkte schaal, om onze cultuur, welvaart en vrijheden beter te bevorderen? Een staatkundige eigenheid nastreven heeft waarde op voorwaarde dat ze zinvol ingevuld wordt, zodat de cultuur, werklust, inventiviteit, talenkennis van onze bevolking volledig tot zijn recht kan komen. Of de Vlaamse beleidskeuzen inzake energie, arbeidsmarkt, onderwijs … van Peeters II er zijn om onze internationale troeven maximaal uit te spelen, geloof ik niet.

Indien het euroverhaal geheel of gedeeltelijk eindigt wat is dan de volgende optimale etappe voor Vlaanderen: streven naar aansluiting bij een ‘neuro’, streven naar inschuiven bij een ‘guldenmark’ of een opstanding van de BLEU?

Gerolf Annemans: ‘Neuro, wis en zeker. Als Vlamingen kunnen wij ambitieus genoeg zijn om te stellen dat wij een muntunie met de Europese kopgroep aankunnen. Vlaanderen – zeker als het onafhankelijk is – is voldoende sterk verweven in een economische noordelijke kopgroep rond de Bundesbank. Een neuro met onze belangrijkste handelspartners – Duitsland, Nederland – en met andere topeurolanden, ik denk aan Finland en Oostenrijk, kan sterk genoeg samenhangen om Vlaanderen voluit de voordelen te bezorgen van een muntunie die voldoet aan strenge concordantiecriteria. De neuro-zone kan volop naar analogie met de European Free Trade Area – een te weinig bekend alternatief van de Europese Unie – vrijhandelsovereenkomsten zoeken met zowel niet-eurolanden als niet-EU-landen. Altijd op basis van economische en dus niet politieke wenselijkheid.’

Bart De Wever: ‘Ik denk dat we vooral moeten hopen dat de euro wel degelijk overleeft. En dat kan alleen als ook de zuiderse lidstaten (alsook België) eindelijk eens een budgettaire orthodoxie aanvaarden. Het drama van Vlaanderen is dat wij een welvarende Noord-Europese economie zijn met een begroting in evenwicht, maar dat we door het Belgische vehikel dreigen meegesleurd te worden met de zwakke zuiderse landen. Mocht er ooit een neuro en een zeuro komen, dan moet Vlaanderen absoluut zien dat het bij de Neuro terecht komt.’

Remi Vermeiren: ‘Het verdwijnen van de euro is voor mij nog altijd onmogelijk en ondenkbaar. Persoonlijk zou ik aan die eventualiteit dan ook niet te veel aandacht besteden. Het vertroebelt ook de discussie over de onafhankelijkheid die er moeilijker zou door worden. De verdwijning van de euro is in die mate ondenkbaar dat het moeilijk wordt te bedenken wat er dan zou gebeuren. Misschien het meest waarschijnlijk inderdaad een neuro. Maar laat ons geen woordspelletjes houden en het bij het voortbestaan van de euro in een aantal landen houden. Een onafhankelijk Vlaanderen zou qua sociaaleconomische politiek en economische prestaties natuurlijk wel beter aansluiten bij de noordelijke landen die de euro zouden voortzetten dan België met zijn zuiderse component en dito sociaaleconomische politiek.’

Emiel Van Broekhoven: ‘De vergroting van de Vlaamse onafhankelijkheid over de laatste decennia had evengoed met de Belgische frank als met de euro kunnen plaats vinden.’

Is er een verband tussen het einde van de euro en een versterking van de confederale oplossing?

Bart De Wever: ‘Ongeacht de toekomst van de euro moeten wij hier in België sowieso dringend overstappen naar een confederaal model. Om de simpele reden dat België democratisch niet meer bestuurbaar is. Het Noorden en het Zuiden denken fundamenteel verschillend over sociaaleconomisch beleid, justitie, asiel en migratie en zoveel andere domeinen. De Vlamingen krijgen in dit land nooit het beleid waar ze elke verkiezing opnieuw voor stemmen.’
Remi Vermeiren: ‘Als de euro verdwijnt dan zal de daaruit ontstane chaos. de “confederale oplossing” versterken eerder dan de onafhankelijkheidsoplossing omdat twee radicale omwentelingen tesamen voor te veel mensen van het goede of kwade te veel zou zijn.’
Gerolf Annemans: ‘Zonder de euro omdat het moet én zonder België omdat het moet. En het inzakken van de euro is geen spoorslag om onze ontvoogding te beperken tot een Belgische confederatie. Het liefst zouden wij vanuit de euro-puinhoop als onafhankelijk Vlaanderen overstappen naar het neuro-model. De EU is een permanente staatsgreep: wanneer een vorm van gemeenschappelijk beleid mislukt, wil men nog meer gemeenschappelijk beleid, vaak tegen de wil van de kiezers in.’
Emiel Van Broekhoven: ‘Het uiteenvallen van de landen van de huidige Eurozone in muntzones met Duitsland en Frankrijk in een verschillend kamp zou voor ons geen significante verbeteringen toelaten in het beleid, integendeel. De Duitse druk op Wallonië en op Frankrijk om zich verantwoord te gedragen zou wegvallen. Aansluiten bij een zone dat een monetair gemakkelijkheidsbeleid nastreeft (Frankrijk), maakt de problemen op middellange termijn veel groter, zonder ze aan te pakken. Aansluiten bij een zone met een hardere munt, vereist dat men afscheid neemt van Wallonië en (onvermijdelijk?) Brussel of dat men ze meer moet subsidiëren. Allemaal onaantrekkelijke opties, waarvoor de geesten niet rijp zijn.’

Franstalig België zet zich onder de leiding van PS/Di Rupo achter François Hollande en diens leiderschap van de zuidelijke eurolanden; is dit ten nadele van de Vlaamse economische en politieke prioriteiten?

Bart De Wever: ‘Het huidige Europese debat over enerzijds besparen en anderzijds groei creëren, wordt soms nogal oppervlakkig gevoerd. Veel belangrijker is de analyse: hoe wordt er bespaard? Door echte structurele ingrepen in de uitgaven of door een verhoging van de belastingen? België en Italië zijn de belastingkampioenen van de OESO. Dat levert snel geld op natuurlijk, maar op termijn is dit bijzonder schadelijk voor de economische groei. Als dat het recept is van Di Rupo en Hollande; neen dank u! En hoe wil men economische groei creëren? Met nog meer overheidsuitgaven? Kijk naar wat er met Griekenland is gebeurd! Groei creëren moeten we doen door onze economie competitiever te maken, onze loonkosthandicap te verminderen, de arbeidsmarkt te hervormen en het overheidsapparaat af te slanken. We moeten ook kijken naar de samenstelling van “onze” uitgaven. België is kampioen in de passieve uitgaven (werkloosheid en pensioenen), maar investeert te weinig in een activerend arbeidsmarktbeleid, infrastructuur, O&O, de zogenaamde actieve uitgaven. Aangezien die actieve uitgaven vooral bij de deelstaten liggen, moeten we er bij de onderhandelingen over de nieuwe financieringswet over waken dat men de deelstaten niet te veel doet inleveren om de passieve uitgaven federaal veilig te stellen.’
Remi Vermeiren: ‘Het antwoord is ja! Vlaanderen volgt bij voorkeur een meer orthodox budgettair beleid, een centrumrechtse sociale politiek en heeft er baat bij dat de andere regio’s door de EU onder druk worden gezet om een orthodoxe politiek te volgen. Vanuit een door Frankrijks Hollande beïnvloede EU zal die druk niet groot zijn. Natuurlijk mag en moet er ook een “groeipolitiek” gevolgd worden maar gezonde staatsfinanciën zijn daarvoor een goed begin. Het opnieuw ontlenen om groeiprojecten te financieren zal moeten beperkt worden tot aparte entiteiten zoals de EIB die gezond en kieskeurig zijn in de projecten die ze financieren. Er is overigens de vraag hoe snel West-Europa fundamenteel nog kan groeien. De OESO heeft daar ontnuchterende cijfers over gepubliceerd en meldt een groeipotentieel van 1,5 % voor het “Oude Continent”‘.
Emiel Van Broekhoven: ‘Van de nieuwe Franse president Hollande weten we niet veel concreets. Zijn ex, Ségolène Royal, zegt dat je nooit van hem zult weten waar hij echt voor of tegen is. Hollande houdt niet van bankiers – maar welke politicus wel? – en wil hoge inkomens meer belasten. Maar hij heeft ook beloofd dat hij het Franse deficit zal terugdringen naar 3 %.
In de Financial Times van 15 mei verscheen een artikel van een Philippe Aghion, Fransman, adviseur van Hollande, sedert jaren professor in Harvard. Zijn recente boeken en publicaties hebben het allemaal over opleiding en economische groei. Met andere woorden, over de thema’s die Hollande steeds herhaalt. Diezelfde Aghion stelt dat Hollande de eerste Franse politicus is die geen keynesiaans, dus stimulerend, beleid voorstaat. Dat zou hem veel aanvaardbaarder voor Duitsland maken dan men zou kunnen denken. Voor Elio Di Rupo kan dat een koude douche zijn, of een gepaste gelegenheid om zelf ook overstag te gaan, samen met Hollande. De Europese staten hebben zwaar geleend, en gegeven door de verdere vergrijzing zullen zij dat nog vele jaren blijven doen en voelen. De sociale zekerheid werd na de Tweede Wereldoorlog uitgebouwd als een antwoord op de communistische uitdaging. Het communisme is eraan ten gronde gegaan.’
Gerolf Annemans: ‘Natuurlijk is de as Hollande-Di Rupo een kwalijke ontwikkeling. Vlaanderen is na tactische en strategische vergissingen na de verkiezingen van 2010 nog meer dan voorheen een franco-economische, franco-financiële en franco-industriële vazalstaat van La Nation française. Met nog minder belemmeringen dan vroeger kan de PS nu haar langetermijnstrategie naar een voor haar zo voordelig mogelijke splitsing van België verder zetten. België zal altijd, maar ten stelligste onder Elio Di Rupo, aansluiting zoeken bij Frankrijk. Dat betekent nu verdere federale euro-integratie, versnelde schuldopbouw, engagement van de Centrale Bank, verhofstadtiaanse eurobonds, afgedwongen leningen en politieke dwingelandij. Dus ruim baan voor de neuro-evolutie, alle tussenstapjes zijn tijdverlies en een verlenging van de onderdanigheid van de Vlamingen.’

Frans Crols was hoofdredacteur en directeur van het economisch magazine Trends en na zijn 65 werd hij vrije pen van ’t Pallieterke, Tertio en Doorbraak.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Sick’ is een relevante en hilarische roman waarin Bavo Dhooge alle humoristische registers opentrekt, zonder daarbij ook maar een moment de vinger van de pols van de maatschappij te halen.