JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Zou De Wever in Nederland de christen-democratische partij leiden?

Parallellen Vlaanderen-Nederland

Peter De Roover2/11/2013Leestijd 4 minuten

Wat critici aan de koers van de Nederlandse christen-democraten hekelen, doet erg denken aan de verwijten die N-VA bij ons moet slikken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De N-VA maakte de kernpunten van het veelbesproken congres in twee schijven bekend. Eerst was er het sociaal-economische luik, daarna het confederale. Het tweede is typisch Belgisch, het eerste lokt een debat uit dat ook in Nederland loopt.

Liever hervormingsdag

Volgens Sybrand van Haersma Buma, kopman van de Nederlandse christendemocratische CDA, is Turkije ‘absoluut niet klaar’ om lid te worden van de Europese Unie. Hij bracht met een delegatie Nederlandse parlementsleden een werkbezoek aan Turkije en ‘schrok van de risico’s die mensen lopen die kritiek hebben’. Buma verklaarde een en ander op het televisieprogramma WNL Op Zondag(27 oktober 2013).

Op 31 oktober stuurde @sybrandbuma volgende tweet de wereld in: ‘Iedereen heeft t vandaag over #Halloween, maar ik hou het als protestant gewoon op #Hervormingsdag. Luther begon op 31/10/1517 de reformatie’. Dat de CDA-leider halloween niet viert is één zaak, dat hij dat nadrukkelijk communiceert met de wereld tekent zijn combattief karakter. Als ‘iedereen t over #Halloween’ heeft, dan hebben de meeste politici de neiging om dat dan ook maar te doen.

Buma leidt de CDA-fractie in de Tweede Kamer na de desastreus verlopen verkiezingen in 2012, toen hij overigens de lijst trok. Wat ooit de dominante partij van Nederland was, moest het stellen met 8,5% van de stemmen, een verlies van 5,1% en 8 zetels. Slechts 13 CDA’ers zetelen nog in de banken van de Tweede Kamer. In 2003 waren dat er onder Jan-Peter Balkenende nog 44. In de peilingen zat de partij twee weken geleden op 17 zetels, intussen alweer teruggevallen naar 15. Van een heropstanding is weinig te merken, niettegenstaande het dramatische verlies aan volksgunst dat de regeringspartijen VVD en PvdA lijken te moeten incasseren.

De CDA kwam in de oppositie terecht omdat Buma de lat bij de onderhandelingen erg hoog legde. Dat is men ook in Nederland niet van christendemocraten gewend. Op hun dna kleeft het compromis en de bestuursgerichtheid. De Nederlandse regering bevaart intussen woelige wateren en moest de voorbije weken op zoek naar partners uit de oppositie om de begroting rond te krijgen. Weer stelde het CDA zich geprofileerd op en hapte tenslotte niet toe. De links-liberale D’66 en de protestantse Christen Unie en SGP hielpen de regering wel uit de nood.

Thee Partij

De Groene Amsterdammer wijdde een analyse aan de evolutie bij de Nederlandse christen-democraten (nummer van 24 oktober 2013) onder de even vindingrijke als kritische titel ‘De Thee Partij’, de Polderversie van de Tea Party zeg maar. Het progressieve blad is niet opgezet met wat ‘de verrechtsing van het CDA’ wordt genoemd. Journalist Marcel ten Hooven stelt de vraag of het gaat over ‘strategisch opportunisme’ of een ‘diepere overtuiging’. Het eerste alleszins. De kiezers verlaten de rechts-liberale VVD van premier Mark Rutte met busladingen omdat de coalitie met de sociaal-democratische PvdA hen niet bevalt. CDA vist graag in die vijver.

Maar het gaat over meer dan over een pure electorale strooptocht. Buma zet in op ‘een kleinere overheid, lagere lasten, geen nivellering’ en dat is gewoon de ‘geradicaliseerde versie van het ideologische programma van zijn voorgangers Elco Brinckman en Jan Peter Balkenende’. Hun programma ‘behelst een combinatie van conservatisme, onder het motto “Fatsoen moet je doen!”, met economisch liberalisme.’ Daarmee trekt het CDA, nog steeds volgens De Groene Amsterdammer, weg van het midden van solidariteit en rentmeesterschap (inhoudelijk) en ‘wendbaar pragmatisme’ (bestuurlijk). De partij gaf vroeger de voorkeur aan het ‘compromis boven polarisatie’ maar dat lijkt nu anders.

Het CDA kent van bij de oprichting een interne spanning. Buma behoort tot de vleugel voor wie – steeds volgens De Groene – ‘de christen-democratie vooral een leer is over de meest wenselijke maatschappelijke ordening, met een zo klein mogelijke overheid en een dito verzorgingsstaat. Hun doel is dat de overheid zich zo ver mogelijk uit het maatschappelijke leven terugtrekt. “De samenleving, niet de overheid”, luidde dan ook het eerste van de zeven “principes” die Buma dit voorjaar op het CDA-congres als zijn politieke motivatie benoemde. In die sleutelrede sprak hij louter over de overheid als een sta-in-de-weg, te traag, te groot en te machtig, die de gezinnen als “melkkoe” misbruikt.’

Schop onder de kont

De andere vleugel, die wel een stevige rol voor de overheid ziet weggelegd, zweert bij het woord ‘compassie’, door de Buma-zijde ‘te soft, te vaag’ genoemd, goed voor ‘een clubje van “zielige mensen”’. Hij en de zijnen zitten meer in de schuit van de ouderling (lid van een protestantse kerkenraad) die tegen de bedelaar aan de kerkpoort zegt: ‘Wat jij nodig hebt is een schop onder je kont’.

Ten Hooven ziet van daar een lijn lopen naar Thatcher en Reagan, waarbij het woord nivelleren ‘bijna wordt uitgespuwd’. De CDA-leider van midden de jaren ’90 Elco Brinkman wilde het woord solidariteit schrappen maar werd teruggefloten door wat de sociale vleugel heet. Balkenende maakte de geesten echt rijp ‘met een fundamenteler ideologisch doordacht betoog’. De overheidszorg moest worden teruggebracht tot ‘een basisvoorziening’. Volgens Balkenende, schrijft De Groene, ontnam de verzorgingsstaat ‘mensen hun verantwoordelijkheid. In plaats van vrij waren ze onafhankelijk gemaakt. (…) In zijn (Balkenendes) ogen had de verzorgingsstaat bovendien het cement tussen mensen weggehaald. Zij konden volgens hem altijd bij de staat terecht voor ondersteuning, waardoor ze geen verantwoordelijkheid jegens elkaar meer hadden, alleen afdwingbare rechten bij de overheid.’

Hij kreeg tegenwind van Arie Oostlander, gewezen baas van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA. Balkenende rekende op een spontaan proces van zich zelf organiserende burgers. ‘Het gevaar is dat als dat proces van zelforganisatie niet op gang komt we een liberale woestenij overhouden waarin individuen zich maar moeten zien te redden.’

De Groene Amsterdammer is die keuze van de CDA-leider niet genegen maar geeft een interessante analyse van het proces. De parallellen met Vlaanderen vallen op. De basisgedachte van het maatschappelijke N-VA-verhaal zit niet zo ver af van dat van Balkenende en Buma. De tegenstanders van Buma in Nederland huizen bij ons in de ACV-vleugel van de CD&V. Ook N-VA hoopt op stemmenwinst bij Open VLD dat in een vervelende coalitie met Di Rupo zit (lees VVD in een vervelende coalitie met PvdA).

Voorlopig weet De Wever meer kiezers te overtuigen dan Buma; maar De Wever heeft wel te kampen met een ‘overkant’ en daar zit Nederland dan weer niet mee. Daar kan voluit aan inhoudelijke politiek gedaan worden zonder communautaire ballast.

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.

Meer van Peter De Roover
Commentaren en reacties