De islamisten hebben (nog) niet gewonnen
Joko Widodo, president van Indonesië.
foto © Reporters / Photoshot
In Indonesië woog islam-extremisme op de verkiezingen, maar salafisme triomfeert niet. Verlichte islam zal eerder uit het Oosten komen
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEr zijn twee potentiële tegenpolen voor het oprukkende islamfundamentalisme en dat zijn enerzijds Islam Nusantara uit Indonesië en het zou anderzijds een ‘verlichte’ westerse (Europese) islam kunnen worden. De kans dat die vernieuwde, moderne islam uit het Verre Oosten komt, lijkt nochtans groter dan dat hij in het Westen zal ontluiken.
Islam Nusantara is de gematigde islam, vermengd met Javaanse spiritualiteit, die sinds de 16de eeuw de islambeleving in de Indonesische archipel kenmerkt. Maar die tolerante islam wordt geleidelijk verdrongen door een wahabo-salafistische ideologie: een politieke islam, gereduceerd tot zijn meest archaïsche en obscurantistische variant, geïmporteerd uit het Midden-Oosten. In die mate dat een opstoot van islamextremisme de verkiezingen van de voorbije week in Indonesië is gaan domineren (zie Doorbraak van 8 februari 2019).
Onderling opbod
De opkomst van islam-partijen, aangevuurd door een kleine, maar agerende, radicale minderheid, heeft — door democratisch onderling opbod tot steeds ‘meer zuiverheid in de leer’ — de traditionele lekenpartijen in diep religieus vaarwater geduwd: een ongeziene polarisatie dwong de twee kandidaten voor het presidentschap, hoewel van huize uit allesbehalve religieuze scherpslijpers, islamitische hardliners zoveel mogelijk naar de mond te praten.
Religieuze conservatieven
Als op 22 mei de Indonesische verkiezingscommissie haar voorlopige uitslag bevestigt, kan de zittende president, Joko Widodo (57), met 55% van de stemmen zijn tweede en laatste ambtstermijn aanvatten. Zijn rivaal, de onstuimige oud-generaal met Trump-allures, Prabowo Subianto (67), verloor in 2014 ook al nipt van de gematigde Widodo.
Prabowo, oud-bevelhebber van de Speciale Eenheden met een bedenkelijk verleden inzake mensenrechten, ontpopte zich tot spreekbuis van de meest integristische en antiwesterse conservatieven. Om niet achter te blijven liet Widodo zich evenzeer op sleeptouw nemen door religieuze conservatieven; net vóór de verkiezingen deed hij nog snel een bedevaart naar Mekka om aantijgingen te ontkrachten dat hij ‘een communist’ en ‘anti-islam’ zou zijn.
‘Kalifaat-in-de-maak’
Zoals Prabowo koos Widodo een religieuze leider, Ma’ruf Amin, tot running mate en vice-president. Amin deed ranzige uitspraken over religieuze minderheden, holebi’s en transgenders — standpunten waarover Widodo zich doorgaans genuanceerd uitlaat.
En toch is het door westerse media afschilderen van Indonesië als een kalifaat-in-de-maak ver overtrokken. Ma’ruf Amin is een kopstuk van de grootste islam-organisatie van het land, Nahdlatul Ulama. NU telt 90 miljoen leden en staat vanouds voor een open, tolerante eigen versie van de islam: ‘Islam Nusantara’.
Verlichte islam
NU waarschuwde meermaals voor de extremistische invloed van met Saoedisch geld gefinancierde moskeeën. Ook de tweede belangrijkste moslimorganisatie, Muhammadiyah (50 miljoen leden), plaatst vraagtekens bij het feit dat een radicaal islamitische agenda op de verkiezingsstrijd woog. Midden-februari organiseerde Muhammadiyah daarover zelfs een driedaags congres onder het thema: ‘Een Verlichte Weg voor Godsdienstbeleving’.
Zoals NU stelt de meer conservatieve Muhammadiyah zich officieel politiek neutraal op, al leunde een aantal prominente leiders van de organisatie in de verkiezingscampagne onverbloemd aan bij Prabowo. Niettemin riep de conferentie op om godsdienst en politiek niet met elkaar te vermengen en tot een versterking van Islam Nusantara tegenover Arabische invloeden.
Dubbelzinnigheid
Het is de dubbelzinnigheid tussen woord en daad die argwaan wekt, te meer omdat islamitisch radicalisme en intolerantie de jongste jaren steeds duidelijker aanwezig zijn. De gestrenge versie van de islam, die sinds eeuwen leeft in Atjeh en beperkt bleef tot die noordelijke uithoek van het eiland Sumatra, propageert zich over de hele archipel.
Het zichtbaar worden van de hoofddoek in de grootsteden van Java, de verlenging van de rokken van de schooluniformen voor meisjes, het verbod op alcohol in restaurants, het opduiken van boerkini’s, de marketing van halal-producten en het proberen doordrukken van steeds meer haram of islamitische verbodsbepalingen, is een vrij recent fenomeen dat ongeveer parallel is gelopen met gelijkaardige evoluties van de jongste jaren in Europa.
Moskeeën vs wolkenkrabbers
De opkomst van een radicale islam begon in de nadagen van het Soeharto-regime, toen de 32-jarige dictatuur begon te wankelen, maar geraakte in stroomversnelling na de Aziatische financiële crisis van 1997 toen Indonesië onder infuus van nefaste IMF-medicijnen wegzakte in een economisch moeras. Het Internationaal Monetair Fonds gaf later toe dat zijn ondoordachte, met het mes op de keel doorgedrukte hervormingen, catastrofale gevolgen heeft gehad.
In het daarop volgende decennium rezen niet langer wolkenkrabbers uit de grond, maar duizenden moskeeën, gefinancierd vanuit het Midden-Oosten. Salafisten en Moslimbroeders deelden de soupe populaire uit, terwijl westerse bedrijven de jonge Indonesische democratie liever inruilden voor het paradijs van de Chinese Communistische Partij, dat de titel van ‘Aziatisch mirakel’ (onder Soeharto) van Indonesië overnam.
Jihad vs McWorld
De heftige schokken van de globalisering in een nog grotendeels traditionele cultuur en de tegenreactie daarop vanuit populistisch islamitische partijen, hebben religieuze en conservatieve reflexen aangewakkerd. Al in 1995 wees de Amerikaanse politiek filosoof Benjamin Barber in Jihad vs McWorld op de gevaarlijke neveneffecten van een wilde globalisering.
Radicale islamisten durfden zelfs te ageren tegen Pancasila, de officiële staatsideologie (onder meer, religieuze tolerantie en gelijkberechtiging voor alle religieuze en etnische minderheden). Ze decreteren Pancasila haram en willen de islamitische ouma en de sharia boven de Indonesische Staat plaatsen.
Politiek opportunisme
Met matig succes: in alle opeenvolgende verkiezingsuitslagen sinds 1999 stagneerden de moslimpartijen rond hooguit 10%, maar die tendens is omgeslagen sinds 2016. Van dan af zijn islamitische massademonstraties in de straten van Jakarta gemeengoed. Pragmatisch, of uit politiek opportunisme, lieten de presidentskandidaten zich opzwepen door agiterende islamfanatiekelingen. En die vinden een voedingsbodem in de zichtbare kloof tussen arm en rijk, zelfs steenrijken. Al daalde de armoede in twintig jaar van 25 naar 10 percent vandaag.
Indonesië komt van ver. Na de val van Soeharto in 1998 leek het land, dat zich op de schaal van Europa uitstrekt van Londen tot Teheran, een kruitvat met alle denkbare explosieve ingrediënten, van etnische rivaliteiten en separatistische milities tot sociale onrust en spanningen tussen moslims en christenen. Tegen alle verwachtingen in verliep de overgang naar een democratie met vakbonden en persvrijheid vrij rimpelloos.
Economisch herstel
De economie groeit gestaag rond 5% en Indonesië is op weg om tegen 2030 de zevende belangrijkste economie te worden. Meer nog dan zijn voorganger zet Widodo in op grootschalige infrastructuurwerken, die nodig waren om het verloren decennium op het vlak van mobiliteit, wegen, zee- en luchthavens in te halen. Onder Widodo steeg de overheidsschuld met 48%, maar de schuldratio bedraagt slechts 29,2 %, terwijl het percentage van de buitenlandse schuld tussen 2008 en 2017 zakte van 78 naar 30%.
Voor zijn jonge bevolking moet Indonesië jaarlijks evenveel arbeidsplaatsen creëren als de hele bevolking van Singapore. Als eerste president die niet voortkomt uit het establishment, pakte Widodo grootschalige corruptie aan en sloot hij de weg naar fiscale paradijzen van Singapore, Hongkong en Vanuatu. Dat werd hem niet in dank afgenomen door het kamp van Prabowo, de gewezen schoonschoon van Soeharto.
Uur van de waarheid
In zijn tweede ambtstermijn zal Widodo moeten bewijzen of zijn geschipper met het establishment in sommige corruptiezaken en geflirt met moslimradicalen ingegeven waren door pragmatisme om die tweede ambtstermijn alsnog binnen te halen. Volgens Strategic Review uit Jakarta, zijn ‘sinds de administratieve decentralisatie en ruime autonomie voor de regio’s lokale besturen, niet langer Jakarta, de kweekschool voor toekomstige leiders.’ Widodo vertegenwoordigt daarvan de eerste lichting, hij was een meubelmaker in Solo, midden-Java.
Strategic Review meent dan ook dat na het verstrijken van Widodo’s tweede ambtstermijn de weg openligt voor een generatiewissel en een breuk met de naweeën van het Soeharto-establishment.
Europese of Indonesische islam?
Of er echter een breuk komt met de islamitische agitatie van de voorbije maanden zal grotendeels bepaald worden door het succes van Widodo’s economisch beleid naar armere bevolkingslagen toe. En hoewel de hoofddoek ook in hogere kringen ingeburgerd raakt als een statement van de eigen identiteit tegenover westerse invloeden, groeit de malaise tegenover het toenemend economische en religieus-conservatieve gewicht van Saoedi en Emirati: het op kousenvoeten binnensluipen van hun radicale stromingen via kinderkribben, culturele centra en ziekenhuizen die traditioneel in handen zijn van Nahdlatul Ulama en Muhammadiyah, de voorvechters van ‘Islam Nusantara’.
In (West-)Europa wordt het ontstaan van een verdraagzame en moderne islam bemoeilijkt door een laks meegaan in extremistische eisen van eenzelfde soort radicale islam die volgens een recent rapport van de Staatsveiligheid ook in ons land opgang maakt.
‘Qatar Papers’
Twee Franse onderzoeksjournalisten, Georges Malbrunot en Christian Chesnot, tonen in een recente publicatie — Qatar Papers, comment l’Emirat finance l’islam en France et en Europe — hoe de Moslimbroeders op een volstrekt legale manier de islam-identiteit van Europese moslims consolideren en hier een politieke islam promoten. Hoewel zij ondubbelzinnig het onderscheid maken tussen islam en islamisme wordt hun onderzoek niettemin vanuit zelfverklaarde progressieve hoek verketterd als ‘islamofoob’.
In West-Europa is het onbesuisd promoten van ‘diversiteit’ (tot vóór kort nog onder de noemer ‘multiculturalisme’, maar die term klinkt vandaag zelfs in progressieve middens minder goed) een dogma geworden. De verlichting en hervorming van een tolerante, moderne islam zal daarom sneller uit het Oosten komen.
Personen |
---|
Erik Bruyland is beroepsjournalist en auteur van 'Kobalt blues - de ondermijning van Congo (1960-2020)', Uitgeverij Lannoo. Hij is geboren en getogen in Congo, waar hij van 1978 tot 1984 de familiale onderneming leidde en woont nu deels in Indonesië en België.
Westerse analisten maken zich zorgen om de verkiezing van oud-generaal Prabowo Subianto tot president van Indonesië. Terecht?
In Franstalige media was er geen interesse voor het leefloon-verhaal uit Anderlecht. Opmerkelijk.