De aard van het beest
Willen jongeren echt een dictator, of gewoon beter bestuur?
foto © Foto vzw Stop Darmkanker
Bij een peiling van de openbare omroep onder jongeren die op 14 oktober voor het eerst gaan stemmen, kwam een opvallend resultaat naar boven. Een kwart van de nieuwe kiezers (18 tot 23 jaar) gelooft niet dat de democratie de beste bestuursvorm is. 26 procent verkiest een autoritaire leider, bij jongeren in een beroepsopleiding stijgt dat zelfs tot 57 procent. …
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementBij een peiling van de openbare omroep onder jongeren die op 14 oktober voor het eerst gaan stemmen, kwam een opvallend resultaat naar boven. Een kwart van de nieuwe kiezers (18 tot 23 jaar) gelooft niet dat de democratie de beste bestuursvorm is. 26 procent verkiest een autoritaire leider, bij jongeren in een beroepsopleiding stijgt dat zelfs tot 57 procent. Dat heeft bepaalde koffiedikkijkers zoals prof. Mark Elchardus (VUB) danig verontrust. Waarom keert de jeugd de politieke klasse de rug toe en meteen ook het democratisch systeem? Snelsnel dan maar weer een vak politieke vorming inlassen op school? Hola, rustig aan, even tijd om wat begrippen op te frissen en na te denken over wat macht in onze Europese democratie eigenlijk betekent.
Thomas Hobbes, of de biologie van de macht
Dé democratie bestaat natuurlijk niet. Ondanks alle heimwee naar de Griekse polis (waar mannen op de markt stonden te leuteren terwijl hun vrouwen de was deden en slaven het land beploegden) en groteske fantasieën van literator David Van Reybrouck over ‘deliberatieve democratie’, komt het altijd neer op een machtsgreep door diegenen die van macht houden. Een elite dus.
Er bestaan systemen waarin ‘het volk’ om de zoveel jaar een bolletje mag rood maken, of zelfs af en toe mag beslissen per referendum, maar op het einde, bovenaan, tekent zich altijd een cenakel af van lieden die genetisch voorbestemd zijn om hun omgeving te manipuleren en hun eigen agenda door te zetten. Deze alfa’s kunnen allerlei kleuren aannemen, toch zijn de gelijkenissen groter dan de verschillen tussen pakweg Johan Vande Lanotte, Laurette Onckelinckx en Bart De Wever, drie politieke beesten de biologisch voorbestemd waren om het land te dienen als bewindslui.
Dienen zei ik? Ach neen, jammer voor wie dat gelooft. Je moet uit het juiste hout gesneden zijn, en dat hout ruikt naar een stevige portie ijdelheid, arrogantie en machtswellust, naast uiteraard een dosis intelligentie en welbespraaktheid. De aard van het beestje dus: de spektakeldemocratie trekt narcistische clowns aan, verbaast iemand zich daarover?
Die visie op macht brengt ons onmiddellijk bij de vader van de moderne politicologie, Thomas Hobbes (1588-1679). Voor de materialistische atheïst Hobbes mogen we de moraal terzijde schuiven, en is macht gewoon het gevolg van een sociaal contract waarbij mensen de ‘oorlog van allen tegen allen’ opegeven en, uit berekening, het geweldmonopolie uitbesteden aan een overheid, de zogenaamde Leviathan of soeverein. Psychologisch is dat zeer plausibel: we kunnen niet leven in een permanente jungle en verkiezen het minste kwaad, namelijk ‘iets’ dat ons in het gareel houdt. Maar als we de lijn van Hobbes doortrekken, moeten we ook die macht zelf analyseren: het gaat dan om individuen die, ook uit eigenbelang, macht zoeken omdat ze zich daar goed in voelen, omdat het materieel opbrengt, omdat ze een zekere machtswellust kunnen uitwerken op de onderdaan.
De burger en zijn Stockholm-syndroom
De burger bevindt zich dus in een toestand van de gijzelaar die uit eigenbelang aanpapt met zijn gijzelnemer: het welbekende Stockholm-syndroom. Macht is niet voor mietjes, en achter het zogenaamde algemeen belang zit toch weer het biologisch egoïsme van de machthebber die de onderdanen bescherming geeft in ruil voor gehoorzaamheid en fiscale afdragingen, inclusief zelfverrijking of zelfs een soort ius primae noctis, seksuele usurpatie waar nu zoveel over te doen is. Dat is natuurlijk afperserij, maar zo heeft het feodale systeem zich meer dan duizend jaar overeind kunnen houden: de horige die de heer dient in ruil voor bescherming. Sterker: in wezen staat dat Ancien Régime nog altijd overeind, ook al is de monarch vervangen door een premier, geflankeerd door kleine potentaatjes die onder partijtoezicht in het parlement gebakken lucht komen verkopen.
Want wat betekent democratie in dat Hobbesiaanse kader? Gewoonweg een kosmetische perfectionering van dat sociaal contract waarin de burger zich uitleverde aan de politieke macht. Doordat mensen boeken gingen lezen, TV keken en aan maatschappijkritiek gingen doen, ook wel Verlichting genoemd, wilden ze weer een stukje van de macht terug die ze eerst hadden afgestaan. Een stukje, iets symbolisch, waardoor het lijkt alsof ‘het volk’ regeert. Dat wordt ons voortdurend ingepeperd, demos-kratein, alle macht aan het volk, leve de oude Grieken, terwijl Hobbes’ voorloper, Niccolò Machiavelli (1469-1527) dat waanidee al had ontkracht in zijn fameuze Il Principe, nog altijd hét handboek van politieke strategen.
Voor Machiavelli is democratie een nuttige façade, een glijmiddel voor de machthebber(s) om het gepeupel te paaien. Hij moet het volk te vriend houden met brood en spelen, maar ook met politieke beloften, het welbekende verhaal van de ezel en de wortel. Vandaag passen vooral politieke raadgevers en communicatiestrategen de Machiavellistische wijsheden verder toe in dienst van hun broodheren. Alle leugens zijn gepermitteerd als ze maar werken. Het is kwestie om zo min mogelijk reële macht uit handen te geven, en zoveel mogelijk illusie te verwekken rond participatie. Daartoe dient onder meer het circus dat verkiezingen heet, door de media vandaag tot groteske afmetingen opgevoerd.
Nieuwe zakelijkheid
Soit, heeft nu elke beginnende kandidaat voor de gemeenteraadsverkiezingen Machiavelli en Hobbes bestudeerd? Natuurlijk niet. Het zit hem veeleer in de natuur, zou Hobbes zeggen: politiek trekt een bepaald soort individuen –de welbekende haantjes en manwijven- aan en stoot andere af. Wie tegen de politiek is, apolitiek of gewoon volgzaam, bevestigt per definitie de macht en blijft een horige. De anderen moeten zich inlijven in een partij en carrière maken, groeien als bomen naar de hemel, tot ze geraken waar ze wilden zijn, of verdrongen worden door zij die sneller groeiden, of in ongenade vallen. Zo zit dat in mekaar, de rest is propaganda en praat voor de vaak.
Terug naar dat fameuze onderzoek bij de Vlaamse 18-ers en hun scepsis tegenover ‘dé democratie’. Zo’n onderzoek valt of staat met de interpretatie van de cijfers, ziehier mijn hypothese: jongeren keren zich vooral af van het corrupte politieke bedrijf en beseffen dat de democratie maar een façade is, opgetrokken door mensen die er genoegen aan beleven. Macht om de macht dus.
Maar tegelijk, en paradoxaal genoeg, straalt zo’n regering–door-velen meer en meer machteloosheid uit. Dus hoe beter de democratie werkt, hoe besluitelozer ze wordt, hoe slechter ze functioneert. Zie het migratiethema, het milieuvraagstuk, de armoede, enzovoort. Elke hond met een hoed op orakelt, het parlement is een geroezemoes van jewelste, elke dag Terzake en De Afspraak, maar men komt nergens meer toe. Is het dan niet beter de façade af te schaffen en de macht toe te vertrouwen aan een potentaat die beslist? Het grote drietal Trump-Erdogan-Poetin komt dan in beeld. De caesars van deze tijd, die ook Machiavelli toepassen maar dan zonder de tierelantijnen van duizend en één raden en comités. Zijn ze goede voorbeelden of schrikbeelden? De meningen zijn verdeeld.
Het falen van de democratie en het inzicht in haar fundamenteel corrupt karakter moet niet zomaar gelijk gesteld worden met een verlangen naar de dictatuur. Wel is er een duidelijke behoefte aan nieuwe zakelijkheid, het inzicht dat de overheid méér manager moet zijn, een goed bestuurder, en minder een verzameling politieke narren. We kunnen met veel minder, er is gewoon te veel theater en te veel (slechte) politieke acteurs, en men zou best wel wat volmachten kunnen geven aan een beperkte groep slimme, doortastende lui, onder het motto: laat ons nu eens gerust, blijf van de televisie weg en los het op. Misschien trekt macht dan wél meer de juiste figuren aan die met het algemeen belang zijn begaan.
Daar zal prof. Mark Elchardus het vast niet mee eens zijn, maar zo’n sp.a-ideoloog en gewezen voorzitter van de Socialistische Mutualiteiten is misschien niet echt goed geplaatst om aan systeemkritiek te doen. Willen jongeren echt een dictator, of gewoon beter bestuur? Ik gok op het laatste. De parlementaire democratie is geen fetisj, het moet vooral gewoon werken. The proof of the pudding is in the eating, en als een vlieger niet opgaat moet je niet blijven doen alsof. Ook wel gezond verstand genoemd.
Categorieën |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bij de docu-film van Jambers over BDW blijft de vraag hangen waar de N-VA als ‘republikeinse partij’ nu eigenlijk nog voor staat.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.