JavaScript is required for this website to work.
Communautair

François Perin zag de Brusselaars walsen als Weners…

Jules Gheude21/11/2017Leestijd 3 minuten
Operabal ALLES WALZER Wien, in de Opera in Wenen.

Operabal ALLES WALZER Wien, in de Opera in Wenen.

foto © Reporters

Wat in Wenen mogelijk is en goed werkt, kan daarom nog niet in Brussel: één stadsbestuur dat tegelijk gewestregering is.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het recente oproer in Brussel heeft bij de Vlaamse partijen het debat weer aangewakkerd over de fusie van de zes Brusselse politiezones. De N-VA heeft daar zelfs een voorafgaande voorwaarde van gemaakt voor de vorming van een Brusselse Gewestregering in 2019.

Opgelet! antwoorden de francofone gezagsdragers. Daarna zullen ze de fusie van de 19 gemeenten eisen, en op die manier Brussel onder voogdijschap stellen!

Vanden Boeynants

Enkel Wallonië en Vlaanderen waren in 1977  bij de fusie van gemeenten betrokken (hun aantal zakte van 2400 naar 600), en die kwam er op initiatief van Joseph Michel (PSC), minister van Binnenlandse Zaken. Hij heeft wel degelijk gepoogd om Brussel tot evenwichtiger proporties terug te brengen, maar vergeefs:
Dat lag vooral aan de ministers afkomstig uit Brussel, en de voornaamste opposant was Vanden Boeynants (PSC, minister van Landsverdediging toen). Tijdens mijn ministerschap heb ik twee of drie voorstellen gedaan rond Brussel, en telkens zei VDB me: ‘Joseph, op jouw plan rond Brussel is niets aan te merken, en het is concreet, maar het is er nog het moment niet voor.’ Dat was zijn enige argument. En de regering wilde geen problemen.

In de regering Tindemans was François Perin minister voor Institutionele Hervormingen. In die hoedanigheid overhandigde hij op 15 maart 1976 aan de eerste minister een ‘politiek rapport’, waarin hij zijn wil bevestigde om tegemoet te komen aan de ‘grote bezwaren van de Vlaamse gemeenschap bij het huidige bestuur van de Brusselse gemeenten.’

Het plan Perin

Uitgaande van het principe dat de Brusselse regio een stad is, stelde Perin niet enkel voor om de agglomeratie op te heffen en de 19 gemeenten samen te voegen, maar hij beoogde ook een gewogen systeem, waarbij men binnen redelijke perken het aantal Nederlandstalige schepenen zou kunnen verhogen. Het kwam hierop neer dat men het aantal Nederlandstalige verkozenen met 8% zou verhogen, gelijklopend dus met de verhoging die de francofonen genieten in de ministerraad.

François Perin stuitte hier op onbegrip in zijn eigen partij, het Rassemblement wallon, en kreeg tegelijk de banbliksems over zich heen van de Brusselse zusterpartij FDF.
In het blad 4 Millions 4,* nam de woordvoerder van die partij geen blad voor de mond: Erg is het, triest is het, dat François Perin gehandeld heeft met miskenning van de belangen van de Waalse Beweging (…). Terecht mag men zich de vraag stellen welke diensten hij Wallonië nog zou kunnen bewijzen.

Maar tenslotte had François Perin enkel pragmatisch gehandeld, ongeacht welke electorale bekommernis ook, met als enige doel voor ogen een fatsoenlijke regeling te vinden voor een conflict dat al zo lang aansleepte.
Eigenlijk was François Perin, zoals hij in maart 1979 uitlegde op een conferentie in Namen, bekoord door:

Het Weense model

In Wenen, met zijn 1,7 miljoen inwoners, is er één gemeenteraad en één college. Er zijn er geen 19! Maar er zijn wel 23 arrondissementen. Brussel zou men dus door een administratieve deconcentratie moeten onderverdelen in zoveel districten als er nodig zijn. Want het is wel duidelijk dat men niet iedereen naar de burgerlijke stand op de Grote Markt kan sturen!
Maar Wenen ligt in een federale staat. Een zeer gematigd federalisme op provinciale leest geschoeid: 10 provincies. Wenen is tegelijk een deelstaat, en zodoende heeft het een regionale regering en een regionale wetgevende vergadering.

Toen ik in Wenen was, heb ik gevraagd om de openbare gebouwen te bezoeken. Men heeft mij de presidentiële zetel van de Republiek getoond, de zaal van de gemeenteraad en die van het college van burgemeester en schepenen. Daarna vroeg ik of ik de zetels mocht zien van de wetgevende vergadering en van de regering van het Land Wenen.
Maar, antwoordde men mij, dat zijn dezelfde! De gemeenteraadsleden zijn tegelijk ook vertegenwoordiger van hun Land. Ze zetten gewoon een andere pet op al naargelang de oproep die ze krijgen. De burgemeester is de gouverneur. De regering van het Land, dat is het schepencollege. Dat is pas zuinig omspringen met de middelen!
Ik vond dat zeer vernuftig bekeken van de stad van Mozart en Strauss. Ik zou de Brusselaars graag op dezelfde manier zien walsen!

Voorzeker, Wenen is ééntalig. Maar ik geloof dat de eenmaking van een stad, die tegelijk gewest zou zijn, agglomeratie en provincie, zou toelaten om alles waar personen mee gemoeid zijn paritair te ontdubbelen: scholen, culturele en persoonsgebonden materies. Waarom zou dit de francofonen van Brussel storen, en in welk opzicht zou het de vitale belangen van Wallonië schaden?

Negentien sjerpen is warmer dan één

Maar François Perin was lang niet onnozel: hij besefte heel goed dat de terughoudendheid kwam van zijn Brusselse ‘vrienden’ die een sjerp om hun buik hadden. En ik zou ze doen fuseren! Ik mag de geestelijke wreedheid toch niet zover drijven hen te vragen daarmee in te stemmen, en mij bovendien nog dankbaar te zijn ook!

Dat zuinig omspringen met middelen, waar François het over had, heeft men in Vlaanderen meteen beoefenend door de fusie van Gewest en Gemeenschap, met één parlement en één regering, terwijl de Franstaligen hun onderscheiden instellingen behielden…

vertaling Marc Vanfraechem

__________
* Weekblad aanleunend bij het FDF, van de Waalse regionalist José Fontaine.
__________
Gheude schreef onder meer: ‘François Perin – Biographie’, Editions Le Cri, 2015. En ‘Waals testament’, Doorbraak, 2017.

Jules Gheude (1946) is oud-medewerker en biograaf van François Perin. Hij publiceerde meerdere essays over de Belgische communautaire kwestie. In 2009 was hij voorzitter van de Staten-Generaal van Wallonië, een burgerinitiatief om de Waalse geesten van het post-Belgische tijdperk bewust te maken. Sinds 2010 bezielt hij de Gewif (Groupe d’Etudes pour la Wallonie intégrée à la France). Van 1982 tot 2011 was hij directeur aan Wallonie-Bruxelles International (WBI).

Commentaren en reacties