JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Minder smileys en kleurencodes, meer kwaliteit in het onderwijs

De N-VA dreigt de feiten achterna te lopen.

Julien Borremans6/9/2018Leestijd 5 minuten

foto © Reporters

De N-VA wil de volgende minister van onderwijs leveren. Daarmee dreigt ze de feiten achterna te lopen. De N-VA zal alle zeilen moeten bijzetten om de hervormingen bij te sturen. Enkel voorstellen…

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De N-VA wil de volgende minister van onderwijs leveren. De partij van De Wever dreigt daarmee de feiten achterna te lopen want de discussie over de toekomst van het onderwijs lijkt vaste vorm te krijgen. De hervorming van het secundair onderwijs vormt het sluitstuk van de totale onderwijshervorming. Met de komst van de nieuwe eindtermen en de brede eerste graad zijn reeds belangrijke stappen gezet. De Wever snapt als geen ander dat onderwijs het koningsstuk is in de identitair-culturele strijd, die hij en zijn partij momenteel voeren. De N-VA-voorzitter beseft nu ten volle dat zijn partij op Vlaams niveau de verkeerde departementen heeft gekozen. Hij wil van het onderwijs een verkiezingsthema maken. Redenen heeft hij zat, maar tegelijkertijd krijgt zijn geloofwaardigheid een flinke deuk. De N-VA-voorzitter maakt aan de zijlijn veel misbaar, maar had deze legislatuur reeds voluit voor het departement onderwijs moeten gaan.

Verschraling en achteruitgang

Het onderwijs staat immers onder grote druk. Terecht! Uit vier onderzoeken (PISA 2016, OESO 2017, PRILS 2017 en PEILINGSPROEF 2018) blijkt dat het niveau van het Vlaams onderwijs naar beneden tuimelt. Voor wiskunde, wetenschappen, kennis van het Nederlands, lees- en schrijfvaardigheid boeren de Vlaamse leerlingen sterk achteruit. In meer dan tien procent van de scholen stromen leerlingen uit die onvoldoende geletterd zijn. Vlaamse leerlingen zijn een stuk minder ambitieus dan vroeger. Dan zwijgen we nog over de groeiende desinteresse, demotivatie en toenemende onrust bij de schoolgaande jeugd, of de verschraling van de opgedane kennis en de verworven competenties. We hebben redenen om ons zorgen te maken. Onze economie is immers een kenniseconomie. Onze grijze hersenmassa vormt het exportproduct bij uitstek.

Durf grondig te hervormen

Om de leerlingen beter te laten excelleren en een grotere sociale mobiliteit te bewerkstelligen zijn een aantal hervormingen noodzakelijk:

1. De lat voor leerlingen moet hoger. Heel wat leerkrachten zullen toegeven dat ze onder druk van het schoolbestuur of de buitenwereld het niveau – soms ernstig – moeten laten zakken. De vernieuwingen die worden doorgevoerd, zijn eerder oefeningen in imago-opbouw of ideologisch gekleurd. De Wever heeft inderdaad gelijk wanneer hij duidelijk maakt dat de brede eerste graad eerder een deel van het probleem is dan dat het onderdeel van een oplossing vormt. Leerlingen van verschillende pluimage, interesses en mogelijkheden worden bij elkaar gestoken. Dit leidt tot problemen.

2. Niet alleen voor de leerlingen, maar ook voor de leerkrachten moet de lat een heel stuk hoger. Een leerkracht moet niet alleen inhoudelijk, pedagogisch en didactisch beslagen op het ijs komen. Zij/hij moet ook een groep leerlingen kunnen aansturen en moet tevens rust en gezag uitstralen. Momenteel worden leerkrachten te veel gekozen omdat ze ‘tof’ zijn en een hoog knuffelgehalte hebben. De gevolgen laten zich raden…

3. Er moet niet alleen worden geïnvesteerd in kennis, maar eveneens in competenties.  Attitudes zijn veel meer dan ‘mooi rechtop zitten’, ‘opletten’, ‘met twee woorden spreken’… In een vooruitziende school zullen de leerlingen goede communicatieve vaardigheden ontwikkelen, het eigen leerproces kunnen reguleren, zich vlot in verschillende talen kunnen uitdrukken, spontaan kunnen samenwerken, kritisch kunnen denken over bijvoorbeeld burgerschap… om zo vlot in onze maatschappij mee te kunnen draaien.
Daar wordt ten onrechte nogal smalend over gedaan. Kennis verwerven is goed, maar deze kennis op een kwalitatieve, vlotte manier gebruiken in verschillende contexten, daarvoor moeten competenties worden ontwikkeld.

4. Om alle leerlingen te laten excelleren, is er niet alleen nood aan goed opgeleide personeelsleden, maar is er evenzeer nood aan een gedifferentieerde pedagogische aanpak. De tijd dat leerlingen mooi rechtop in de klas moesten luisteren naar de leerkracht is voorbij. Scholen en leerlingen moeten zich aanpassen aan de razendsnel veranderende maatschappelijke context. Dat vraagt een batterij aan vaardigheden die op elkaar inspelen. Klassen evolueren veel meer naar ateliers waar leerkrachten interdisciplinair samenwerken en de leerlingen veel meer worden gecoacht en begeleid in hun leerproces.
De maatschappelijke context wordt veel meer in de school binnengehaald. De muren om de scholen worden in deze zin voor een stuk gesloopt. Het is belangrijk dat de volgende N-VA-minister van onderwijs zich van deze ontwikkeling vergewist.

5. In eerdere bijdragen schreef ik al dat een te grote diversiteit het samenleven onder druk zet. In het onderwijs laat deze uitgesproken diversiteit zich het meest voelen. De cohesie wordt ondergraven en de segregatie neemt slag om slinger toe. Dit leidt niet alleen tot een versnipperde schoolcultuur maar gaat ook ten koste van het welbevinden én de prestaties van de leerlingen.

In Nederland – niet in Vlaanderen – zijn er studies die duidelijk aantonen dat de segregatie in het onderwijs stilaan onrustwekkende vormen aanneemt. Een onderzoeker getuigt: ‘In het basisonderwijs is er sprake van relatief hoge segregatie. Ouders van basisschoolleerlingen kiezen namelijk veelal scholen met leerlingen met eenzelfde achtergrond als zijzelf. De segregatie in het basisonderwijs is hoger dan de woonsegregatie … Tussen gemeenten verschilt de mate van segregatie aanzienlijk. Scholen met bijzondere onderwijsconcepten dragen sterk bij aan de segregatie, omdat ze veelal hoger opgeleide ouders trekken. En ‘kleine religieuze’ scholen dragen bij aan de etnische segregatie, omdat ze vooral leerlingen trekken met een migratieachtergrond.’

De scholen moeten segregatie tegengaan door resoluut te kiezen voor het Nederlands als schooltaal en moeten veel meer assimilerende maatregelen durven nemen. Zachte heelmeesters, maken stinkende wonden. De uitstroom van allochtone leerlingen naar vervolgonderwijs en tewerkstelling is haast dramatisch te noemen.

6. In tegenstelling tot wat De Wever beweert, is een sociale mix in het onderwijs heel belangrijk. Nergens in de wereld hebben meer mensen – door de sociaaleconomische emancipatie in het onderwijs – een diploma hoger onderwijs kunnen behalen dan in Vlaanderen. Bart De Wever kent uiteraard zijn geschiedenis en beseft dat Vlaanderen voor de Eerste Wereldoorlog grote armoede kende. Leerkrachten moesten letterlijk de straat op om hun leerlingen van de velden en uit de fabrieken te halen. De Vlaamse strijd, is een sociale strijd. Dat beseften ze in het onderwijs heel goed. Een goede leerkracht wist van de klas een ploeg te maken, waardoor ook de ‘zwakkeren’ in een positieve spiraal werden meegezogen. De Vlaamse scholen zorgden voor een grote sociaaleconomische sprong voorwaarts.
De Wever reageert nog steeds erg ‘autistisch’ wanneer het woord ‘sociaal’ valt, maar in de decennia na de Eerste Wereldoorlog zorgde het Vlaamse onderwijs voor een belangrijke sociale correctie. De Wever zal in de brede Vlaamsgezinde ‘familie’ genoeg voorbeelden vinden. Het onderwijs zorgt nog steeds voor een sociale correctie.

7. De leerkrachten moeten strenger evalueren… met cijfers. Smileys en kleurencodes verdoezelen het probleem. Huiswerk en examens blijven belangrijk en mogen niet voor de bijl gaan. Leerkrachten durven niet meer te zeggen waar het op staat. Dit komt o.a. door de druk van bovenaf, waar slagingspercentages belangrijker zijn dan de kwaliteit van het onderwijs. Sommige scholen leveren diploma’s secundair onderwijs af aan leerlingen die amper in staat zijn om een eenvoudige tekst te schrijven.

De inspectie moet bij doorlichting van scholen veel meer de vinger in de wonde leggen en de scholen strikte normen opleggen waar ze moeten aan beantwoorden.

Ik wens de nieuwe N-VA-minister van onderwijs heel veel succes toe. Zij/hij zal niet alleen heel wat beslissingen moeten herzien, maar zal tevens het onderwijs moeten aanpassen aan de hedendaagse uitdagingen. De school moet in eerste instantie functioneren als een integratie- en assimilatiemachine, maar moet de leerlingen ook de nodige vaardigheden aanleren om vlot te functioneren in een sterk globaliserende wereld.

Daarnaast is het totaal van de pot gerukt dat de maatschappij intussen aan een razend tempo evolueert terwijl in de scholen dezelfde leerstof, vakken, pedagogie en structuren van veertig jaar geleden worden aangeboden. Zelfs een verstokt conservatief als Bart De Wever moet inzien dat het onderwijs daarmee zeker niet gediend is.

Julien Borremans studeerde architectuur, wijsbegeerte en management. Hij is werkzaam in het onderwijs. Borremans publiceerde voor verschillende tijdschriften en kranten. Hij werkt mee aan verschillende internetfora.

Commentaren en reacties