Orbán in de ban
Premier Viktor Orbán van Hongarije
foto © Reporters
Wat ging er vooraf aan de EU-atoombom tegen Viktor Orbán en Hongarije? Lukas De Vos analyseert de Europese partijpolitiek.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Bespeelt de EVP nu Orbán of Orbán de EVP ?’ Hilde Vautmans van de liberale ALDE snuift meesmuilend. ‘Daar draait het toch om ? Wanneer durven de christendemocraten nu eindelijk eens door te bijten, in plaats van de kool en de geit te sparen ?’ Het was inderdaad een weinig verheffend schouwspel nu voor de allereerste keer het Europees Parlement een procedure opgestart wil, die Ivo Belet (EVP) omschrijft als een ‘atoombom’ – de eerste stap naar de mogelijke intrekking van het stemrecht van een lidstaat. ‘Dit is zo’n sterke waarschuwing dat Hongarije wel moet bijdraaien, wil het zijn plek in de Unie behouden’. Wil Orbán dat wel ? ‘Dat heeft hij al gedaan. Vorig jaar heeft de EVP hem het mes op de keel gezet toen hij de doodstraf weer wou invoeren, en toen heeft hij snel teruggekrabbeld’. Daarop reageert rapporteur Judith Sargentini van GroenLinks (Groen/EVA in het EP): ‘Was het meer dan grootspraak, dat schermen met de doodstraf ? De EVP schrijft het inbinden van Orbán nogal makkelijk toe aan haar druk en matigingsijver’.
Kritiek op Viktor Orbán
De kritiek op de verbeten, nationalistische koers die Hongarije onder Viktor Orbán volgt heeft al herhaaldelijk tot ultimatums geleid. Al die tijd heeft de EVP Orbáns partij Fidesz de hand boven het hoofd gehouden. Steevast met als uitleg dat, zoals oud-fractieleider en huidig voorzitter van EVP Joseph Daul het formuleert, ‘wie een nukkige jongere in de familie heeft hem best zelf tot betere inzichten brengt dan hem de deur te wijzen’. ‘Want dan staan er anderen maar al te gretig klaar om hem in te lijven’, zegt Belet.
Dat is de ware angst en verdeeldheid bij de EVP: met de Europese verkiezingen van mei volgend jaar in het achterhoofd, hoe de grootste fractie te blijven ? De verdeeldheid in eigen rangen dan weer heeft alles vandoen met de groeiende scheiding tussen westerse en oostelijke partners. Het is met de jaren duidelijker geworden dat met name de Visegradlanden (Polen, Tsjechië, Slowakije en Hongarije) steeds meer op nationale soevereiniteit inzetten en afwijzend staan tegenover meer integratie in de Unie.
In die visie speelt hun verleden mee. ‘Wij willen Moskou niet ingeruild zien tegen Brussel’, luidt het bij Robert Fico, de sociaaldemocratische premier van Slowakije. Die deed al vaker de wenkbrauwen fronsen. Hij belijdt Slavische solidariteit, reden waarom hij de Russische aanhechting van de Krim verdedigt, en tegen de EU in weigert Kosovo te erkennen, laat staan op te nemen in de EU. Het euroscepticisme is virulent in Praag. Polen riskeert dezelfde problemen als Hongarije nu, omdat het sleutelt aan de vrijheden en aan de rechtsstaat, en afspraken zoals over de migratie weigert in te vullen.
Vreemde verbintenissen
Zo ontstaan merkwaardige, en ongevraagde coalities. De EVP laat de keuze van zijn leden vrij, om openlijke dissidentie te vermijden. Maar de Poolse EVP-leden zijn niet gebonden door de oekazes van kingmaker Jarosław Kaczyński. Diens partij PiS (Recht en Rechtvaardigheid) is aangesloten bij ECR, de derde grootste fractie in het EP met conservatieven en hervormers. De Poolse EVP heeft zich achter een brief van de Finse leden geschaard die al in augustus circuleerde, en kortweg de uitbanning van Fidesz uit de EVP eist.De behoudsgezinden, die niet willen weten van vervolging, krijgen evenwel rare bondgenoten. Zo geeft de ECR zijn leden het signaal, ofwel tegen het rapport Sargentini te stemmen – de Tory’s (‘nochtans keurige democraten’, zegt Sargentini, ‘Maar Theresa May wil Orbán te vriend houden vanwege de Brexit’) willen helemaal geen inmenging in de nationale soevereiniteit – ofwel zich te onthouden (zoals de NVA-leden), of afwezig te blijven. In beide gevallen worden die stemmen niet meegeteld bij het eindresultaat. Want om artikel 7 lid 1 (de atoombom) in werking te laten treden is een twee derde meerderheid van het EP noodzakelijk. Minimum de helft van alle parlementsleden (376) moet wel geldig gestemd hebben. In dat uiterste geval volstaan dan 250 ja stemmen.
Die interpretatie deed ENF (Naties en Vrijheid, de fractie Le Pen zeg maar) steigeren. ‘Een kunstgreep die bewijst dat de hele procedure een aanslag is op de democratie’, fulmineerde Marcel De Graaff (PVV van Wilders). ‘Heel dat artikel 7 is erop uit de democratie te vernietigen. Orbán begrijpt als niet één de open gemeenschap, hij ként de echte gevaren die honderden miljoenen doden hebben geëist. Ze heten socialisme en islam’. De Graaff zakte wel door de mand toen de pers hem voor de voeten wierp of ENF geen rekenschap moet afleggen voor de kiezers, voor de belastingbetalers, nu duidelijk is bewezen dat Europese fondsen in verkeerde zakken terechtkwamen en Hongarije niets doet om dat recht te zetten, nu al 57 anti-fraude-onderzoeken zijn opgestart door corruptiebestrijder OLAF, nu Orbán bijt in de hand van de EU die meer dan de helft van alle investeringen op zich neemt. ‘Fake News ! Allemaal valse beschuldigingen’. Gelukkig sprong Gerolf Annemans (Vlaams Belang) hem bij: ‘Wij wijzen artikel 7 uit principe af, niet om mogelijke corruptie toe te dekken. Alle aantijgingen die verband houden met beknotting van het onderwijs, van sociale zaken, van minderhedenbeleid doen niet ter zake: het zijn nationale bevoegdheden’.
Het dossier tegen Viktor Orbán
Dat laat Sargentini niet over haar kant gaan. ‘Dit is uitgerekend een zaak voor Europa. Ik heb een rapport waar geen speld tussen te krijgen is. Alles is dubbel gecheckt en steunt op betrouwbare bronnen, van rechtszaken tot de Raad van Europa die over mensenrechten en democratie gaat, van UNHCR tot hun eigen minister van buitenlandse zaken. Alles samen zijn een vijftigtal organisaties bevraagd’.
‘Toch was er in uw commissie van justitie, vrijheden en binnenlandse zaken (LIBE) een minderheidsstandpunt. Dat schrijft letterlijk: ‘Deze resolutie gaat volledig voorbij aan de belangrijkste reden die ten grondslag ligt aan het beleid van de Hongaarse autoriteiten: de noodzaak om de samenleving te hervormen en alle gevolgen van bijna een halve eeuw Sovjetoverheersing en de collaborerende totalitaire regeringen die het land gekend heeft, uit te wissen’. Heeft u dan wel voldoende steun ?’ ‘Ik ben zeker van een meerderheid, een ruime meerderheid zelfs. Vergeet niet dat liefst vijf commissies het rapport voluit steunen. Socialisten, liberalen, groenen, uiterst links (GUE), ze staan in blok achter mij. Ik reken op de Italiaanse Vijfsterrenbeweging en de weldenkende EVP-ers om de tweederdemeerderheid te halen’.
‘Die u niet haalt als er partijpolitieke spelletjes aan te pas komen ?’ ‘Dat klopt. Sinds 2010 legt Orbán alle vrijheden aan banden, de academische, de gerechtelijke, de pers, de godsdienstige, de etnische, het verenigingsleven, de privacy, ik heb twaalf onderdelen opgelijst en onderbouwd. Als de EVP met het hart stemt in plaats van met politieke berekening, is de kogel door de kerk’. ‘De Belgische EVP-ers steunen uw rapport in elk geval’. ‘Net om die reden vind ik de houding van N-VA zo bevreemdend. Ze hebben altijd tegen maatregelen gestemd als het om Hongarije gaat. Ze hebben altijd maatregelen tegen Polen goedgekeurd, waar de toestand veel minder erg is, en waar de regeringspartij PiS met hen in de ECR zit. Waar is de logica ?’
Categorieën |
---|
Lukas De Vos (1949) is senior journalist (VRT, knack.be), docent, essayist. Recente boeken: 'Land! Land!'(2011); 'Heen' (2012); 'Ivo Michiels Poortwachter Woordwachter' (2013); 'Met Thrillend Oog' (2016); 'Apache, Niet Zomaar een Indianenverhaal' (2017). Europakenner, Aziëdeskundige, filmspecialist (Snapshots VVF). In voorbereiding: 'De Duitse Strop' (2018).
Rechts gaat vooruit bij de recente federale verkiezingen in Zwitserland. Maar het land functioneert helemaal anders dan andere Europese democratieën.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.