Op 20 juni 1808, tijdens de Franse bezetting van onze gewesten, krijgt de Gentse vrouwelijke soldaat Marie Schellinck (1757-1840) van de Franse keizer Napoleon Bonaparte eigenhandig de medaille van het Erelegioen op de borst gespeld. Ze had er dan zeventien jaar militaire dienst opzitten in volle oorlogstijd, twaalf campagnes, acht verwondingen.

Ze stond als ongeletterde jonge deerne vanaf haar zestiende achter de tapkast van cabaret Het Haasken aan het Koophandelsplein in Gent. Daar komt ze in contact met de Franse bezetter en stapt in de collaboratie, de militaire nog wel. Als ze in 1792 toetreedt tot het leger van Napoleon is dat noodgedwongen verkleed als man.

Haar staat van dienst is indrukwekkend. Ze neemt deel aan de veldslagen tegen de Oostenrijkers, in Jemappes (1792), waar ze gewond raakt door zes sabelsteken, en bij de brug van Arcole (1796) in Italië, waar ze voor haar moed op de dagorde wordt geciteerd. Ze brengt het tot onderluitenant. Een verklede vrouwelijke officier in het keizerlijke leger…

Schellinck wordt pas ontmaskerd als ze bij de Slag van Austerlitz gewond raakt aan de dij, waarna een geneesheer haar voor verzorging ontkleedt en daarbij haar ware geslacht ontdekt. Hij brengt Napoleon op de hoogte en die is onder de indruk. Ze mag tegen alle voorschriften in bij het leger blijven. Als ze afzwaait kan Marie Schellinck nog jarenlang genieten van haar Frans militair pensioen van 700 frank.

In 2001 wordt er in de Gentse deelgemeente Gentbrugge een straat naar haar genoemd, in de nieuw aangelegde Bassijnwijk. Het is de tweede collaborateur die in Gent met een straatnaam wordt geëerd. De eerste is Lieven Bauwens, ‘maire’ van Gent tijdens de Franse bezetting.

Marie Schellinck

Vandaag 1808: Napoleon decoreert Marie Schellinck, een collaborateur met een Gentse straatnaam