Allen die willen te kaperen varen, moeten Pellerin lezen
De Indiaanse prinses is een prachtig getekende historische strip van de Franse tekenaar Pellerin. Bovendien is het verhaal heel sterk.
Met De Havik (l’Epervier) zorgde de Franse striptekenaar en archeoloog Patrice Pellerin (1955) voor een zeer gewaardeerde stripreeks die zich afspeelt in de 18de eeuw. Recent verscheen deel tien, De Indiaanse prinses bij Silvester Strips. Een blij weerzien met een prachtige reeks na vijf jaar stilte.
Klein oeuvre
Voor velen zal de naam Pellerin niet dadelijk een belletje doen rinkelen. Zijn œuvre is tamelijk klein ondanks dat hij reeds veertig jaar tekent. Nochtans kwam hij meteen langs de grote poort binnen. Pellerin begon in 1982 met de voortzetting van de reeks Roodbaard naar scenario van Jean-Michel Charlier. Die piratenreeks werd voordien getekend door Victor Hubinon (van 1959 tot 1979). Hubinon kennen de stripliefhebbers vooral van zijn grootste succes Buck Danny. Na diens overlijden maakte Gilles Chaillet (bekend als assistent van Jacques Martin en tekenaar van de reeks Lefranc en later zijn eigen reeks Vasco) het laatste album van Hubinon af.
Roodbaard werd nadien voortgezet door onder andere Jijé. Joseph Gillain (pseudoniem Jijé) en diens zoon Laurent Gillain (pseudoniem Lorg) namen de reeks kort over tot de dood van Jijé. Eerder hadden vader en zoon met Eddy Paape reeds tijdelijk gedepanneerd toen Hubinon buiten strijd was door een auto-ongeval. Na dergelijke monumenten van tekenaars moest Pellerin dus hoge verwachtingen waarmaken. Dat deed hij ook. De oudere verhalen van Roodbaard zijn trouwens bijna allemaal terug verkrijgbaar dankzij Stichting Sherpa.
Na twee prachtig getekende albums voor Roodbaard hield Pellerin er mee op toen ook Charlier stierf in 1989. De andere striptekenaar Christian Gaty die in die periode met Charlier de reeks voortzette (drie albums) nam de reeks met anderen over. Sedert 2020 verschijnt trouwens een nieuwe reeks genaamd De nieuwe avonturen van Roodbaard door scenarist Jean-Charles Kraehn en de Italiaanse striptekenaar Stefano Carloni bij Dargaud. Album 1 Gehangen maar niet dood loont zeker de moeite. Carloni’s tekenstijl breekt wel met de al zeer gevarieerde traditie, maar is zeker te pruimen.
Zeer realistisch
Waar Pellerin reeds zijn geheel kenmerkende realistische stijl volgde bij de twee Roodbaardverhalen leek hij nu bevrijd en begon een eigen reeks over kapers in de 18de eeuw. Pellerin wou bezig blijven met een strip die zich afspeelde in de maritieme wereld en tekent zeer realistisch maar zonder dat het stripgevoel bij de lezer in het gedrang komt. Wat dit betreft mag hij qua tekenkwaliteit gerust naast striptekenaars als André Juillard, Jean-Yves Delitte of een Enrico Marini gezet worden.
Het eerste verhaal van De Havik verscheen in 1994. Dit was oorspronkelijk een eigen scenario voor Roodbaard dat Pellerin herwerkte naar een losstaande reeks. De Bretoense kaper bijgenaamd Ar Sparfell (in het Bretoens en l’épervier in het Frans) is het hoofdpersonage. Deze Yann de Kermeur is een tot de galeien veroordeelde edelman die onterecht werd beschuldigd van moord. Met zijn schip de Medusa beleeft hij avonturen die zich vooral afspelen in de Franse koloniën van de Nieuwe Wereld. Dit gegeven met een hoog Alexandre Dumas-gehalte leverde een uiterst sterke reeks albums op die aanvankelijk in het Nederlands bij Dupuis verschenen en meteen een groot succes kenden. Als een echte graaf van Monte-Cristo probeert de Havik zich te rehabiliteren. Iets wat uiteindelijk lukt op het einde van de zogenaamde eerste cyclus van zes verhalen.
Perfectionisme van Pellerin
De tweede cyclus vorderde helaas trager. De frequentie waarmee nieuwe albums verschenen daalde steeds meer. Na een periode van vier jaar na de eerste cyclus verscheen in 2009 een eerste deel. De volgende delen verschenen in 2012 en 2015 en nu verschijnt eindelijk het vierde deel van de tweede cyclus na vijf jaar stilte. De eerste cyclus verscheen bij Dupuis en is ondertussen ook uit in een integrale editie. De tweede cyclus verschijnt bij Silvester Strips en is in harde kaft. Die traagheid is het gevolg van het perfectionisme van Pellerin die scenario, enscenering en tekeningen tot in de kleinste details historisch correct wil krijgen.
Dit perfectionisme is ook de grote troef van deze albums. Vele swashbucklers in de strip en de cinema bulken van de infantiele piratenverhalen vol anachronismen en incoherente verhaallijnen. De complexe scenario’s van Pellerin daarentegen zijn wel wat anders dan Piet Piraat-vertelsels. Ondanks de meerdere lagen en meerdere verhaallijnen remt dit nergens het leesplezier en dat mag bijna uniek heten in stripland.
Magistraal album
Dit tiende album is qua plotwendingen en verhaal zeker een van de beste in de hele reeks. Het is een magistraal album geworden. In tegenstelling tot vele historische stripverhalen trapt Pellerin niet in de val om teveel te willen vertellen in tekstkaders en tekstballonnen. De dialogen en de monologue intérieur blijven steeds boeiend of onderhoudend.
Ook de druk van het album verdient een pluim. De harde kaft, deels met mat laminaat en deels met glanzende laminering, oogt heel mooi en de kleuren van alle drukwerk zijn werkelijk verrukkelijk. De eerste plaat met zicht op de haven van Louisbourg is een klein meesterwerkje. De vele platen met een prachtig landschapje dat bedrukt is tot op de snee (dus zonder marge) maken het lezen tot een esthetische ervaring. De variëteit aan standpunten en perspectieven zorgt voor een scenografie die doet denken aan de beste historische spektakelfilms. De zeilschepen die minder prominent aanwezig zijn dan anders, maar nog steeds subliem getekend, zijn om te likkebaarden. De cliffhanger op het einde van dit album wanneer het schip de haven van Quebec binnenvaart doet de lezer al uitkijken naar het volgende verhaal.
Ideale gelegenheid
- Voor wie nog nooit een album van Pellerin las is dit de ideale gelegenheid om verslingerd te geraken aan het werk van deze kunstenaar. Zelfs wie geen fan is van kapers, piraten of indianen zal een mooi spannend historisch stripverhaal ontdekken dat enkel al omwille van de tekeningen voor een fijne ervaring zorgt. Wie van historische verhalen houdt, zal zeker niet worden ontgoocheld.
Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.
Europa stevent op een nieuwe energiecrisis af. En dit keer tijdens de winter. Ondertussen speelt Rusland met de gaskraan.