De gemiste Koningskwesties
Mark Van den Wijngaert overloopt de geschiedenis van de moeilijke verhoudingen tussen Belgische Koningen en hun regeringen.
Emeritus-hoogleraar Mark Van den Wijngaert heeft een dusdanige reputatie opgebouwd als kenner van de Belgische monarchie dat elk nieuw boek van zijn hand alleen maar met respectvolle aandacht kan gelezen worden. Ook al speelt het Belgische koningshuis sinds de doorgedreven gewestvorming een steeds kleinere rol in het politieke leven, het blijft er een essentieel onderdeel van. Het zou jammer zijn dat nieuwe generaties zouden vergeten dat de vorsten sinds Leopold I het nooit makkelijk hebben gehad met de plaats die hen is toegewezen in een grondwettelijke monarchie…
Kritische kijk
België en zijn koningen. Van macht naar invloedlijkt op het eerste zicht niet meer dan een vlot leesbaar overzicht voor een groot publiek dat zijn historische kennis wil bijspijkeren. Dat alleen al is, gezien de algemene gebrekkige historische kennis, een belangrijke verdienste. Maar zelfs voor wie al een en ander heeft gelezen over de monarchie brengt dit boek vaak vergeten informatie weer naar boven.
Aan de hand van zorgvuldig onderzochte feiten stelt Van den Wijngaert zijn lezer zelf in de mogelijkheid om zich een beeld te vormen van de plaats die de Belgische koningen geprobeerd hebben in te nemen in de geschiedenis. De wetenschappelijke afstandelijkheid van de auteur levert geen voorspelbaar boek op. Wie het goed leest, kan er een bijzondere kritische kijk op het Koningshuis uit distilleren.
Een geïnteresseerde lezer zonder voorkennis, een buitenlander bijvoorbeeld, zal wel de wenkbrauwen fronsen als hij het boek na 375 bladzijden neerlegt. Het is niet Van den Wijngaert die hem zal tegenspreken als die lezer tot de conclusie zou komen dat de woelige relatie tussen het staatshoofd en de regering pas tot relatieve rust is gekomen onder Albert II. En dat die lijn van ontmand koningschap zich doorzet onder Filip.
Absurde Grondwet
Alle voorgangers, van Leopold I tot en met Boudewijn, komen niet bepaald gracieus uit deze royale revue. Gekend zijn de brute uitspraken van de eerste koning der Belgen, die tientallen keren de grondwet en de rol die daarin aan de koning werd toegekend, absurd vond. Hij was een uitgesproken ancien-regime vorst. Ook zijn opvolgers Leopold II, Albert en nog meer Leopold III, zagen zichzelf als het onbetwiste hoofd van het leger, zonder bekommernis voor de ministeriële dekking die de grondwet voorzag.
Leopold I zette zelfs een Fransman als stafchef aan het hoofd van het leger, zonder enige minister te raadplegen. In de beginjaren van het Belgische Koninkrijk konden de regeringen zich nauwelijks tegen een autoritaire koning verzetten. Pas op het einde van zijn leven (hij sterft in 1865) lijkt Leopold I enigszins tot het inzicht gekomen dathet tijdperk van machtige koningen ten einde is.
Leopold II: aanslag op de monarchie
Dat wijze inzicht had zijn zoon Leopold II echter niet geërfd. Over die koning is veel geschreven omwille van zijn megalomane koloniale ambities en zijn amoureuze escapades. Het gedrag van Leopold II had aanleiding kunnen geven tot een eerste Koningskwestie. Wie dit boek aandachtig leest, kan zich verwonderen dat slechts het politiek gedrag van Leopold III tot een crisis heeft geleid. Eigenlijk had elke koning recht op een eigen koningskwestie.
Leopold II was in vele opzichten een reactionaire vorst, die zich met al zijn gewicht verzette tegen het algemeen stemrecht. ‘Cesarisme’ in de plaats van opkomende democratie. Hij steunt de ultraconservatieve parlementair Woeste en verzoekt het Vaticaan de eerste christendemocraat Daens monddood te maken. Zijn uitgesproken wil om in een onuitgegeven dubbelmandaat ook als absoluut monarch in Afrika te heersen, illustreert Leopolds verlangen naar onbeperkte koninklijke macht, niet tegengesproken door een parlement. Het verzet tegen Leopold II resulteerde merkwaardigerwijs nooit in een republikeins elan. De politieke klasse hield de adem in en hoopte dat het beter zou gaan met zijn opvolger.
Oude wijn in nieuwe zakken
Albert I verschilde in vele opzichten van zijn oom, maar Van den Wijngaert toont aan dat de jonge vorst geen nieuwe accenten legde. Dezelfde oude koninklijke wijn, verpakt in twintigste-eeuwse zakken. Zo distantieerde hij zich van het Congolees geweld van Leopold II, maar niet van de uitbuiting die hij als ‘beschavingszending’ gewoon verder zette. Albert interpreteerde de grondwet net als zijn voorgangers op persoonlijke en autoritaire manier. Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, plaatst hij zichzelf aan het hoofd van het leger. Hij voert in 1915 zelfs geheime onderhandelingen met de Duitsers, buiten zijn minister van Buitenlandse Zaken om. Albert dringt ook bij de Engelsen aan op een compromisvrede.
Alle elementen waren hier voorhanden voor een Koningskwestie. De Koning had met veel misprijzen voor de Grondwet zijn macht misbruikt, tegen de regering in. Precies zoals wat later tot de afzetting van Leopold III leidde. Op het einde van zijn leven, begin van de woelige jaren dertig, kwam Albert duidelijk onder de invloed van autoritaire politieke denkbeelden. Hier past de bedenking hoe Albert I zich zou opgesteld hebben tegenover het naziregime en de Duitse inval. Hij stortte van de rotsen in 1934. Zou hij zijn omstreden gedrag van WO I herhaald hebben? Zijn zoon Leopold III zette in ieder geval met fanatieke overtuiging die lijn verder…
Koningskwestie
Van den Wijngaert laat niet veel heel van de vierde koning, Leopold III. Die werd sterk beïnvloed door zijn kabinetschef Louis Wodon en paste perfect in het autoritair klimaat van de jaren dertig. Het grote verschil met zijn voorganger, dat hem uiteindelijk fataal zou worden, was het ongebreideld geloof van Leopold III in het eigen grote gelijk en een verregaand misprijzen voor de politieke wereld.
Dit leidde ertoe dat de regering hem na de Duitse inval alle grondwettelijke bevoegdheden afnam en ons land zonder Koning bestuurde, met een vijfjarig regentschap van Karel. Die regent was merkwaardig genoeg de eerste Coburg die een goede verhouding had met de politieke wereld.
Republica Belgica
De vraag blijft nog steeds waarom politiek België deze situatie heeft laten aanslepen en niet meteen na de bevrijding koos voor een republiek? Want het dossier tegen Leopold III was loodzwaar. Paradoxaal genoeg is het Hitler geweest die ervoor gezorgd heeft dat de koning zich na 1945 kon voordoen als lijdend voorwerp. Want Leopold zelf had bij zijn compromitterend bezoek in Berchtesgaden aan Hitler gevraagd om Belgisch koning te kunnen blijven in een nazi-Europa. Hitler ging daar niet op in. Had hij dat wel gedaan, dan had Leopold III hoogverraad gepleegd en zou de Koningskwestie sneller afgehandeld zijn…
Koninklijke Prins
Van den Wijngaert brengt goed de factoren in herinnering die maakten dat het afzetten van Leopold III niet het einde was van de Koningskwestie. Boudewijn werd ‘Koninklijke Prins’, een onbestaande functie die de regering verzonnen had. Een goed voorbeeld van een onwerkbaar Belgische compromis. Zo werd Boudewijn bijzonder rancuneus en wantrouwig tegenover de politieke klasse, die hij het verzet tegen zijn vader nooit vergaf.
Abortuskwestie
Rond Boudewijn en Fabiola werd een mythe gecreëerd, schrijft Van den Wijngaert, van een wijs koppel, bezorgd om het algemeen belang. Maar dat ook Boudewijn een koppige Coburg was, bleek bij de abortuskwestie. Hij weigerde een wet te ondertekenen die tegen zijn geweten inging en dwong de regering tot een constitutionele acrobatie zonder voorgaande., Boudewijn toonde dat hij zichzelf boven de wet achtte, net zoals al zijn voorgangers.
De enige consequente daad van de vorst had zijn aftreden geweest. Terecht kan men zich afvragen waarom de regering dit niet eiste. Gebrek aan politieke moed. Zij negeerden de deuken in de officiële hagiografie van de koning: zo zijn schuldig verzuim bij de moord op de Congolese premier Loemoemba en de betwistbare financiële transfers van Fabiola naar Spaanse religieuze instellingen…
Pornografie verbieden
De opvolgers van Boudewijn hebben door de gewijzigde Belgische staatsstructuur veel macht verloren. De hoofdstukken over Albert II en Filip zijn dan ook minder interessant, want zonder politieke conflicten tussen vorst en regering. Van den Wijngaert brengt enkele uitschuivers van de jonge prins Filip in herinnering. Zoals zijn voorstel in de Senaat om pornografie te verbieden (1996). Vijf jaar ervoor had voormalig hofmaarschalk Liebaerts gezegd dat hij ‘onbekwaam’ was om Koning te worden.
In 2004 verklaarde Filip tijdens een reis in China dat het ‘Vlaams Blok met hem te maken zou krijgen’. Ook de pijnlijke houding van Albert en Paola toen hun dotatie verminderd werd, onthoudt de auteur de lezer niet. Hij had er het BTW-gesjoemel van Albert bij de aankoop van een duur jacht aan kunnen toevoegen. Toen toonde Paola haar waar gezicht door in een RTBF-reportage onbeschaamd te beweren dat het vorstenpaar tekort werd gedaan. Enige financiële transparantie zou de reputatie van het Belgische koningshuis geen kwaad doen…
Koekjesdoosromantiek
De auteur laat het aan de lezer zelf om het bilan te maken van 190 jaar Belgische monarchie. Hij blijft op de vlakte in zijn laatste hoofdstuk over Filip. Van den Wijngaert lijkt mee te gaan in de manier waarop Laken probeert Filip en Mathilde voor te stellen als het ideale koningskoppel. Veel anders valt wellicht (nog) niet te vertellen over de huidige vorst. Maar na alle informatie die dit bijzonder goed gedocumenteerd boek aanbrengt, kan men hopen dat niemand nog de dupe wordt van vorstelijke marketingcampagnes die uitsluitend door hun moderne vormgeving verschillen van oude koekendozenromantiek.
België en zijn koningen is verkrijgbaar in onze webwinkel boeken.doorbraak.be – een week lang tegen een voordeelprijs!
Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.
Het federale Beliris-fonds, bestemd voor de uitstraling van Brussel, wordt systematisch misbruikt door de bevoegde minister Karine Lalieux (PS).