De nieuwe jeugd van Alex
Titel | De jeugd van Alex |
---|---|
Subtitel | De kindertijd van een Galliër |
Auteur | Lauren Libessart, Marc Bourgne, Jacques Martin |
Uitgever | Casterman |
ISBN | 9789030373988 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 56 |
Prijs | € 8.50 |
De jeugd van Alex is een nieuwe reeks, maar deel 1 toont reeds dat de reeks op eigen benen kan staan los van de klassieke Alex-reeks over en Gallo-Romeinse jonge ex-slaaf. Een nieuwe klassieker.
Met de nieuwe reeks De jeugd van Alex blies uitgeverij Casterman de klassieke succesreeks Alex voor een tweede keer nieuw leven in. Het leverde het beste album van de reeks op sinds twintig jaar. Dit stripboek richt zich opnieuw op een ruimer publiek te beginnen bij tienjarigen. De vorige succesvolle ‘brand extension’ Alex Senator leverde door zijn voorkeur voor het occulte van scenariste en tekenaar briljante albums op, maar voor en een alsmaar kleiner publiek.
De jeugd van Alex daarentegen lijkt een nieuwe topreeks in wording voor een groot publiek. Het moet gezegd dat in vergelijking met andere uitgevers van franchisesrond beroemde klassieke strip- of comicsreeksen Casterman tamelijk keurig waakt over de goede smaak en de ziel van het oeuvre van de oorspronkelijke klassieke Alex-reeks.
Geloofwaardigheid, maturiteit en frisheid
De tekeningen zijn buitengewoon levendig. Bijna alle gezichtsuitdrukkingen zijn perfect weergegeven. Zo wordt alles uiterst geloofwaardig, ondanks de minder realistische tekenstijl dan de andere Alex-reeksen. De dialogen missen zelfs het soms bombastische van de scenario’s van Jacques Martin himself. De computerinkleuring is vrolijk zonder de platheid van Disney-producties. Deze strip lijkt gemaakt door een duo dat reeds twee dozijn albums op zijn conto heeft. Zelden zo’n fraaie combinatie van maturiteit en frisheid gelezen.
Voor wie de klassieke Alex-reeks niet kent volgt hier de geschiedenis en de context. De klassieke stripreeks Alex van Jacques Martin (1921 – 2010) ontstond toen de jonge Franse tekenaar in de Studio Hergé werkte. In 1948 mocht hij een verhaal maken voor het weekblad Kuifje. De eerste albums verschenen in de beroemde Lombard-reeks. Liefhebbers kennen vooral de edities bij Casterman met de markante rode rug. En de loskomende pagina’s net als bij Kuifje.
Dankzij de reeks rond de jonge Galliër Alex, met zijn Egyptische kompaan Enak, en een tweede reeks over de Franse journalist Lefranc groeide Martin vanaf 1952 uit tot een van de kopstukken van ‘de klare lijn’ of Brusselse school (met o.a. Hergé van Kuifje, Edgar Pierre Jacobs van Blake & Mortimer en Roger Leloup van Yoko Tsuno). Martin werkte langzaam, maar barstte van de ideeën.
Bij andere historische reeksen, zoals Arno in de Napoleontische tijd en Xan tijdens de gotiek, koos hij voor twee van de grootste jonge talenten van die tijd in Frankrijk: André Juillard en Jean Pleyers.
Van klassieker tot getekende opera
Xan wisselde van uitgever, van Lombard naar Casterman. Maar Casterman was aanvankelijk niet bereid de albums uit te geven. Dus publiceerde de uitgever van het weekblad Kuifje de eerste twee albums. Door die uitgeverswissel moest Xan om contractuele redenen van naam veranderen. Dat is de reden waarom de nieuwe reeks Tristan nooit meer als geheel verscheen.
Martin koos twee verbluffend goede tekenaars die qua scenario ronduit zwak waren. En dus afhankelijk van goede scenaristen. Het plan werkte. De twee reeksen zijn ondertussen klassiekers in hun eigen recht. Al is Arno al een tijd uit druk en vastgelopen in wissels van tekenaar. Een probleem dat Martin meer zou tegenkomen de volgende jaren.
De eigen eigentijdse reeks Lefranc liet hij ook tekenen door de uitzonderlijk getalenteerde Antwerpenaar en collega bij Studio Hergé, Bob De Moor. Allicht de beste tekenaar van zijn generatie, maar helaas nooit naar waarde geschat. Later, na Hergé’s dood en het stopzetten van de studio, tekende de grafisch aanzienlijk zwakkere eigen medewerker Gilles Chaillet jarenlang de reeks Lefranc.
Martin verliet uitgeverij Casterman tijdelijk wegens een ruzie over auteursrechten. Toen verschenen elders reeksen zoals Loïs (tijdens de regeringsperiode van Lodewijk XIV) en Keos (in Egypte). Beide reeksen flopten. Niet het minst door de middelmatige kwaliteit van zowel scenario als tekeningen. Ook de druk op fout papier en een afwijkend formaat deed geen goed aan de verkoop van de albums.
Naarmate zijn einde naderde verschenen steeds meer middelmatige albums. Met tekenaars die het niveau niet op peil konden houden. Martins scenario’s bleken ineens hopeloos gedateerd. Soms waren ze van een belachelijkheid bekend van opera’s. Dieptepunt waren de door de Zwitser Rafael Moralès getekende albums tussen 1996 en 2005.
Velen zijn geroepen
Ook de albums van de Belgische tekenaars Christophe Simon, Cédric Hervan en Marco Venanzi, waar Martin zelfs geen maquette meer voor maakte, wisten niet altijd echt te bekoren. Niettemin alle drie uitstekende striptekenaars. De Waaslander Fernand van Vosselen (als Ferry bekend van de serie Ian Khaledine uit de jaren 1980) probeerde het ook voor één album.
Na een debacle met een album van Alex bij de Franse uitgeverij Dargaud keerde Martin na één album van Alex elders terug naar de stal van Casterman. Toen was de oude tekenaar al nagenoeg blind. Na zijn overlijden werkten verschillende ploegen aan de reeks.
Het absolute dieptepunt verscheen in 2018 met Veni, vidi, vici door David B. en de Italiaanse historicus/illustrator Giorgio Albertini. Tussen 2014 en 2019 haalde de reeks gelukkig terug een zeker niveau met de komst van Marc Jailloux (ex-assistent van Gilles Chaillet, op zijn beurt ex-assistent van Martin) en Mathieu Bréda.
Afspinsels en bijproducten
De uitgeverij begon vervolgens een reeks brand extensions rond Alex uit te geven zoals boeken over de oudheid met tekeningen van de medewerkers van Martin. De aantrekkingskracht van de Gallo-Romeinse knaap bleek nog steeds te werken. Na de dood op 88-jarige leeftijd kon de commerciële exploitatie pas goed beginnen. Nu kon de bejaarde Martin zich niet meer met alles bemoeien…
Scénariste Valérie Mangin en tekenaar Thierry Démarez, bekend van science fiction strips, hermaakten de reeks Alex Senator voor een veel ouder publiek, met een Alex op middelbare leeftijd. Maar al snelverschoof de hoofdrol naar de zoon van Alex. En de doelgroep opnieuw naar 10 à 12 tot 77 jaar. In de loop van 2019 verscheen een nieuwe spin-off: De jeugd van Alex. Net als Alex Senator een verfrissende, nieuwe reeks.
De tekenstijl verliet compleet de klare lijn. De tekeningen van Laurent Libessart deden meer denken aan werk van Disney of Dreamworks. Geen correcte anatomische verhoudingen, maar grote hoofden en ogen zoals bij Japanse manga’s zonder de gekunsteldheid van manga’s. Het scenario van Marc Bourgne was bovendien sterk, geloofwaardig en origineel.
Van de Romeinen naar de Galliërs
Het eerste album is vooral een presentatie van de dramatis personae, om het in het Latijn te zeggen. Iedereen wordt voorgesteld, de band tussen een welp en de klein Alex groeit en bloeit. Wat opvalt is dat niet de Romeinen maar de Galliërs een belangrijke rol spelen. Deze hele reeks speelt zich af voor de jonge Alex als slaaf in Parthia belandt, in album 1 Alex de onversaagde.
De hele context is extreem goed gedocumenteerd en historisch haarfijn nagekeken. Als toetje volgt op het eerste verhaal een uitleg waar elke geschiedenisleraar jaloers op mag zijn. Kortom één van de beste stripalbums van de afgelopen jaren. Een reeks om te volgen.
Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.
Europa stevent op een nieuwe energiecrisis af. En dit keer tijdens de winter. Ondertussen speelt Rusland met de gaskraan.