JavaScript is required for this website to work.

Expo 58 verstript in fijne hommage aan Willy Vandersteen

Lode Goukens17/12/2022Leestijd 4 minuten
TitelDe verdwenen joker
AuteurDirk Stallaert, Ronald Grossey
UitgeverStandaard Uitgeverij
ISBN9789002276316
Onze beoordeling
Aantal bladzijden56
Prijs€ 14.99
Koop dit boek

Dit album van Stallaert en Grossey is een mooie aanzet voor meer dergelijke nostalgische hommage-albums.

Met De Verdwenen Joker verscheen zopas een mooi nostalgisch stripalbum dat doet wegdromen naar het jaar 1958. Striptekenaar Dirk Stallaert en scenarist Ronald Grossey zorgden voor een prachtig hommage-album in de stijl van de Blauwe Reeks van Willy Vandersteen.

De Blauwe Reeks is binnen het oeuvre van Willy Vandersteen een mythische reeks die naast de klassieke krantenstrips van Suske en Wiske bestond. Vandersteen tekende die verhalen voor het weekblad Kuifje. Vandersteen moest van de hoofdredacteur en tevens tekenaar van Kuifje, Hergé, de verhalen minder volks uitwerken. Daarom waren de hoofdpersonages enkel Lambik, Suske en Wiske. Lambik was ook minder dom, moediger en atletischer.

Blauwe Reeks

Voor veel stripliefhebbers zijn de verhalen uit de Blauwe Reeks de beste verhalen die Vandersteen tekende, al zijn veel echte Vandersteen-fans dan weer eerder gewonnen voor de rocamboleske verhalen en de uniekere en meer cartooneske tekenstijl zoals in Het Eiland Amoras, De Zwarte Madam of De Stalen Bloempotten. De politieke humor, kolder en visuele humor eigen aan het vroege werk van Vandersteen verdwenen doorgaans uit de verhalen voor het weekblad Kuifje. Het illustreert ook de veelzijdigheid van Vandersteen.

De Blauwe Reeks was ook de eerste reeks die in vierkleurendruk verscheen en dus luxueuzer en duurder was. De keuze voor de blauwe kaft was eigenlijk een toeval en niet elk verhaal verscheen ermee. Later verschenen de verhalen licht aangepast en ingekort ook in de rode reeks. Die verscheen eerst monochroom (één kleur), dan in duotoon (met rode steunkleur naast gruiswaarden) en uiteindelijk in vierkleurendruk. Dat was ook de reden dat vanaf nummer 67 de rode reeks in vierkleurendruk verscheen en de ingekleurde oude verhalen later met een nummer boven 67 opnieuw verschenen.

Verschillende heruitgaven

De afgelopen veertig jaar verschenen verschillende heruitgaven van de blauwe reeks, die niet allemaal even hard werden geapprecieerd door de verzamelaars. In 2020 volgde dan een integrale heruitgave in twee lijvige bundels. Ter gelegenheid van die heruitgave tekende de meest geprezen Vlaamse striptekenaar van de afgelopen decennia Dirk Stallaert een hommage-album dat met blauwe kaft verscheen. Dat verhaal bouwde voort op een onafgewerkt scenario van Willy Vandersteen door de Franse onlangs overleden scenarist François Corteggiani.

De Sonometer bleek echter qua verhaal zeer ontgoochelend, ondanks de briljante tekeningen van Stallaert. Daarmee leek het verhaal van de Blauwe Reeks afgelopen. Gelukkig schreef de uitgever en grote Suske en Wiske-kenner Ronald Grossey (ooit hoofdredacteur van Suske en Wiske Weekblad; nvdr) een scenario voor een tweede hommage-album, getekend door Stallaert. Dat album De Verdwenen Joker is pas verschenen. Het verhaal combineert de passie van Grossey voor Expo 58 (de wereldtentoonstelling in Brussel in 1958), met de typische stijl van de Blauwe Reeks. Op vele vlakken is het een beter en gepaster hommage dan De Sonometer.

Tekenstijl en scenario

Stallaert houdt de tekenstijl van het verhaal Het Spaanse Spook zeer strak aan voor zijn hoofdpersonages. Die tekenstijl is nog meer typisch Vandersteen dan de andere verhalen in de Blauwe Reeks, zoals De Tataarse Helm uit 1952. De rest van de personages daarentegen, vertoont meer gelijkenissen met tekenstijl van vooral Nederlandse Hergé-epigonen, waaronder Dick Briel, Theo van den Boogaard, Henk ’t Jong en Eric Heuvel. Logisch want ook Stallaert maakte naam met een reeks in de zogenaamde ‘klare lijn’. Stallaerts reeks Nino behoort zelfs tot de klassiekers van de klare lijn. Hij beheerst vele stijlen. Denk maar aan zijn vele stripverhalen van Nero of de strips die hij tekende in de reeksen De Kiekeboes of Suske en Wiske. Qua tekenstijl is dit hommage-album dus meer Stallaert goes Vandersteen dan een navolging van Vandersteen in een korset van Hergé.

Het scenario hinkt op twee benen. Enerzijds kiest het voor de nostalgie naar de jaren 1950 en de oude Blauwe Reeks, anderzijds volgt het de holderdebolderverhaallijnen van de Vlaamse strip. Om de zoveel pagina’s komen subtiele verwijzingen naar verhalen uit de Blauwe Reeks voor, maar die ogen toch een beetje krampachtig. Het is een mankement dat steeds vaker in Vlaamse stripreeksen voorkomt. Tekenaars en scenarist willen zo laten zien dat ze hun klassiekers kennen, maar het levert vaak een overdaad aan heropgeviste nevenpersonages op. Een goed verhaal moet op zichzelf kunnen staan zonder dergelijke kunstgrepen. Een knipoog oogt leuk, langdurig knipperen lijkt meer op een ticstoornis.

Onderhoudend en aangenaam

Dat neemt niet weg dat het verhaaltje van De Verdwenen Joker onderhoudend en aangenaam is. De lezer zal niet het briljante uit bepaalde verhalen uit de Blauwe Reeks vinden, maar niettemin een op en top Suske en Wiske-verhaal. Maar met iets meer tekstballonnen en -balken, zo kenmerkend voor het tijdschrift Kuifje uit die periode. Wie op zoek gaat naar visuele grappen blijft echter op zijn honger.

Het mini-verhaaltje binnen het verhaal met Lambik tijdens de Eerste Wereldoorlog is een pareltje qua tekeningen. De verdwenen Joker is op die manier een soort raamvertelling of kaderverhaal, met daarin een puur fictief verhaaltje rond Thomas J. Watson, de grote baas bij IBM vanaf 1914. De computer RAMAC die IBM op de Expo 58 toonde was één van de trekpleisters en voor veel Belgen de eerste keer dat ze een computer zagen. De verwerking van dit en enkele andere details in het scenario is verdedigbaar. Net als de datering, want de verhalen van de Blauwe Reeks liepen van 1948 tot 1959.

Wat De Verdwenen Joker bewijst is dat naast de gemoderniseerde rode reeks zeker plaats is voor hommage-verhalen in een tekenstijl die geïnspireerd is op de reeks als er ook een scenario voor handen is dat intelligent speelt met de tijdsgeest van de jaren 1950. De decors zullen dan wel consequenter mogen. Nu varieert het teveel tussen stroken met mooie achtergronden en hele pagina’s zonder achtergronden, alsof het een krantenstrip uit de jaren 1950 was. Vermoedelijk speelde de tijdsdruk hier een rol. Dit hommage-album is een welkome toevoeging aan het universum. Het boek is verkrijgbaar zowel met harde als zachte kaft.

Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.

Commentaren en reacties