Gedeelde Grond: een ontluisterende familiegeschiedenis uit WOII door Björn Rzoska
Björn Rzoska (Groen) waagt zich aan een ontluisterende ontdekkingstocht op zoek naar de ware geschiedenis van zijn grootvaders tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In Gedeelde Grond beschrijft Björn Rzoska het wedervaren van zijn beide grootvaders tijdens de Tweede Wereldoorlog. De ene is een Pool die in het verzet stond, de andere een Vlaamse Oostfronter.
Als historicus duikt Rzoska in de archieven en ontdekt hij dat de familieverhalen weinig van doen hebben met de werkelijkheid. Het boek geeft de ontluisterende en confronterende zoektocht weer van een kleinzoon naar de waarheid over zijn familiaal oorlogsverleden.
SS-Division Wiking
Paul en Stefan. Twee bompa’s. De ene een Oostfronter, vechtend in Rusland tegen het goddeloze bolsjewisme, uit katholieke overtuiging. De andere een Pool die bij de bevrijding, samen met de geallieerden, vocht bij het Pools Legioen. Dat is het verhaal waarmee kleinzoon Björn Rzoska opgroeit.
Alleen blijkt, wanneer hij zich als historicus verdiept in de geschiedenis van beide mannen, dat er van die verhalen weinig overblijft.
Paul blijkt al ergens in september of oktober 1940 aan te sluiten bij de Waffen-SS, lang voor de inval in Rusland en de oprichting van het Vlaams Legioen. Er is geen sprake van Vlaamsgezindheid of diep katholiek geloof. Wel een opportunistische en ideologische keuze voor de Nieuwe Orde en het nationaalsocialisme.
Paul vecht niet enkel tegen de Sovjets. Zijn SS-Division Wiking pleegt begin juli 1941 verschrikkelijke genocidale oorlogsmisdaden in Oekraïne. Maar ook in Frankrijk is hij militair actief bij een poging de Franse vloot in Duitse handen te krijgen.
Polish Guards
Stefan, de Poolse grootvader aan wie Rzoska zijn achternaam te danken heeft, blijkt evenmin de held te zijn uit de sterk geromantiseerde familieverhalen. Hij heeft geen bevrijdingsrol bij het Poolse Legioen, wel een ondergedoken bestaan, eerst als hulp op de boerderij van zijn zus, later als arbeider in de dekenfabriek van zijn tante in het bezette Breslau.
Ondergedoken, omdat hij als ex-seminarist en Pools nationalist best uit handen van de Duitse bezetter blijft.
Na de bevrijding wil hij zo ver mogelijk wegblijven van de communisten, die eenzelfde haat delen tegenover katholieke nationalisten. Hij neemt dienst bij de Polish Guards van het Amerikaanse leger en belandt zo uiteindelijk in Waasmunster.
Die Polish Guards hebben geen rol tijdens de bevrijding, maar voeren bewakingsopdrachten en logistieke opdrachten uit voor het geallieerde leger ná de bevrijding. Ook hier blijkt de realiteit minder romantisch te zijn.
Emotionele rollercoaster
Gedeelde Grond leest als een spannende detectiveroman. De ontdekkingstocht die je beschrijft is een emotionele rollercoaster. Één na één sneuvelen de familiemythes. Zie je het resultaat van je zoektocht als een teleurstelling?
Björn Rzoska: ‘Het was een emotionele rollercoaster, maar teleurstellend vind ik het niet. Zo is geschiedenis: die mensen hebben gedaan wat ze gedaan hebben. Maar ik schrijf er niet omheen. Gruwel is gruwel. Onrecht is onrecht. Dat moet je durven benoemen.’
‘Ik ben blij dat de uitgeverij Ertsberg me gevraagd heeft dit boek te schrijven. Want ik had er in begin wel twijfels bij. Ik beschrijf dingen die mensen gaan kwetsen, ook in mijn eigen familie. Maar ik ben niet teleurgesteld. Het was een heftige, emotionele en persoonlijke zoektocht, waarbij ik veel zaken ontdekte die ik niet wist. Die me ook anders werden verteld dan wat blijkt uit de dossiers die bewaard zijn en die ik inkeek. Ik ben niet teleurgesteld, maar heb me vooral enorm geamuseerd als historicus.’
Meer dan tachtig jaar na de feiten komen nu dit soort feiten en details na degelijk historisch onderzoek naar boven. Verbaast het u dat het zolang duurt voor dit soort echte verhalen, ontdaan van romantiek en mythe, naar boven komen?
‘Ja en nee. Heel veel waardevol academisch onderzoek is al gebeurd. Mensen zoals Bruno De Wever, Koen Aerts en Antoon Vrints hebben echt wel hun job gedaan. Lode Wils heeft ook een aantal demystificerende zaken geschreven.’
‘De vernieuwing in Gedeelde Grond zit in de aanpak. Het verhaal wordt van onder uit geschreven. Dit zijn “gewone mensen” die het verhaal van die grote oorlog mee helpen schrijven. Wat ik wel problematisch vind is dat het nu, na tachtig jaar, nog altijd moeilijk is om bepaalde dossiers te consulteren. Strafdossiers zijn nog altijd hermetisch afgesloten. De zogenaamde belendende dossiers, zoals gevangenisdossiers, genadedossiers of dossiers van de consultatieve commissies, zijn wel gemakkelijk toegankelijk.’
‘Voor de strafdossiers moet je een hele procedure doorlopen om toegang te krijgen. En dat verwondert me. Ik lees vandaag in de krant over hedendaagse rechtszaken waarbij je alle details meekrijgt, maar als ik een dossier van tachtig jaar oud wil inkijken, bots ik op een muur van procedures. Ik hoop dat dit boek de noodzaak van het algemeen openstellen van die strafdossiers uit de woelige periode na de Tweede Wereldoorlog weer op de agenda zet.’
Waarom is dat nodig? Er is toch een massa aan toegankelijke bronnen naast die persoonlijke strafdossiers?
‘Als ik zie wat over mijn grootvader en een aantal van zijn kompanen die samen met hem vertrokken, als veroordeling werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, kan ik enkel concluderen dat je daar eigenlijk niets mee opschiet. Als ik daar dan de strafdossiers onderleg, krijg ik een heel ander verhaal.’
‘Doordat die zo ontoegankelijk zijn, ontbreekt systematisch onderzoek. Ik heb nu vier strafdossiers kunnen inkijken en kruisen met elkaar. Dat soort onderzoek kan, zeker wanneer het systematisch gebeurt, veel naar boven brengen over die periode.’
‘Wat voor soort mensen waren die vroege vertrekkers zoals mijn grootvader? Welk profiel hadden zij en wat was hun motivatie? Die lag helemaal anders dan de motivatie van zij die met het Vlaams Legioen vertrokken. Dat onderzoek kan je enkel uitvoeren indien je verschillende strafdossiers naast elkaar kan leggen, kan kruisen en confronteren. Dat is vandaag nog steeds moeilijk.’
Over die motivaties, maar ook over wat net na de Bevrijding gebeurde in ons land met een aantal actoren uit die periode, kan u lezen in Gedeelde Grond.
Winny Matheeussen (1973) noemt zichzelf misantroop, hondenvriend en bergzitter.
Een decaan van de KU Leuven verspreidde een oproep om Israël te boycotten. Dat zorgde voor onvrede binnen de universiteit.