JavaScript is required for this website to work.

Geef de kinderen een cadeau en geniet zelf

Lode Goukens30/8/2020Leestijd 2 minuten

Gags van Suske en Wiske, zowat het moeilijkste genre qua strips. Cambré en Duchateau slagen echter met glans.

Terug voor het eten is het tweede album van de stripreeks Suske en Wiske Junior; een album dat geheel bestaat uit 32 pagina’s gags van één pagina. Het album is steengoed, werkelijk subliem, al zullen veel gags eerder voor mama of papa bestemd zijn. Een beter excuus om een album voor de kinderen te kopen en zelf thuis in bed te lezen bestaat er niet.

Een stripverhaal van Suske en Wiske voor lezertjes vanaf 7 jaar staat op de achterflap. Vroeger las een kind de gewone strips van Sus-en-Wis en zodra het leerde lezen begon het met de tekstballonnetjes. Dat het kind veel niet begreep, deerde noch het kind, noch de ouders.

Mama’s of papa’s lazen immers ook graag de ‘mannekesbladen’. In een tijd dat alles en iedereen in doelgroepen wordt ingedeeld, moest er dus wel een spin-off uitkomen van Suske en Wiske voor kleine lezertjes. Het succes van de Kleine Robbe van Tome en Janry zal wel hebben geholpen. Niet dat het album zoals de sublieme leesboekjes aan AVI-leesniveau’s voldoet.

Deze reeks is dus een andere dan ‘Junior Suske en Wiske’ door striptekenaar Jeff Broeck en jeugdauteur Dirk Nielandt. De scenario’s zijn van Kim Duchateau en de tekeningen van Charel Cambré.

Dream team

Duchateau is vooral bekend als cartoonist. Zijn strips Esther Verkest en Aldegonne kennen veel hardcore fans. Cambré is werknemer bij Studio Vandersteen en misschien het grootste striptalent van zijn generatie. De eerste jaren van zijn carrière tekende hij strips die naam nauwelijks waardig zoals Mega Mindy en Spring. Zijn eigen stripreeks Jump bleek ook niet echt een groot succes. In 2005 trad hij echter toe tot de teams die Suske en Wiske tekenden.

Tekenaar Marc Verhaegen was net buiten gegooid en Luc Morjeau en Peter Van Gucht hadden de reeks overgenomen. Morjeau kende Cambré van bij Studio 100. Met het tekenen van reguliere Suske en Wiske-verhalen had deze korte biografie kunnen eindigen. Maar talent heeft de neiging om uitdagingen te zoeken.

Na enkele vruchteloze pogingen met Ronald Grossey – die hij kende van Suske en Wiske Weekblad – om een eigen reeks in het Vandersteen-universum te lanceren, kwam Cambré in 2013 plots via de grote poort binnen met de nieuwe spin-off Amoras.

In die reeks kon hij zijn uitzonderlijke tekentalent etaleren en een nieuw publiek van meer volwassen lezers aanboren. Na een cyclus van zes verhalen, volgde een tweede genaamd de Kronieken van Amoras waarvan recent deel zes verscheen. Zijn virtuoze manier van tekenen leverde ook bij Suske en Wiske Junior een topproduct op. Vooral de laatste gag uit dit album is een pareltje.

Tastbaar tekenplezier

Niet alle gags zijn superorigineel, maar net als bij Bollie en Billie hoeft zoiets geen belemmering te blijken voor veel leesplezier. Op één of andere manier spat het tekenplezier van de pagina’s. Tante Sidonia en professor Barabas werden wellicht nog nooit zo briljant getekend. Wanneer gaat dit duo kortverhalen of zelfs een stripverhaal van 48 platen tekenen met deze kleine Suske en Wiske?

1-pagina-gags zijn een extreem moeilijk genre. Meestal raakt de inspiratie snel uitgeput en volgt de ene domme grap op de volgende oudbakken of belegen grol. Hopelijk laten deze topauteurs dit niet gebeuren. Dit dunne album van amper 32 pagina’s bevat meer goede grappen dan een handvol van de recentste albums van de gewone Suske en Wiske-reeks. Trouwe lezers zijn bij deze gewaarschuwd. Kortom een album dat in geen collectie mag ontbreken.

Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.

Commentaren en reacties