JavaScript is required for this website to work.

Georges Bensoussan schrijft uniek boek over oorsprong van Israëlisch-Arabisch conflict

Lieven Van Mele17/6/2023Leestijd 4 minuten
TitelLes Origines du conflit israélo-arabe (1870-1950)
AuteurGeorges Bensoussan
ISBN9782130794899
Onze beoordeling
Aantal bladzijden130
Prijs€ 10

De oorsprong van het Israëlisch-Arabisch conflict is weinig gedocumenteerd, meent Georges Bensoussan. Daarom dacht de man daar het boek Les origines du conflit Israélo-Arabe, (1870-1950) over te schrijven. Een ambitieuze doelstelling, want er zijn ondertussen toch al duizenden boeken verschenen over dat conflict?

Georges Bensoussan (een typisch Sefardische achternaam) is ‘agrégé d’histoire’, zoals dat heet, en schreef voordien al een boek over de geschiedenis van de Shoah. Maar zijn nieuwste boek heet Les origines du conflit Israélo-Arabe, (1870-1950). Let op, ‘Israélo-Arabe’, en niet ‘Israélo-Palestinienne’. In de literatuur over het conflict zijn termen belangrijk, en niet lukraak gekozen. De term ‘Palestina’ werd uitgevonden door de Griekse historicus Herodotus in de vierde eeuw voor Christus. De term ‘zionisme’, waarmee men de terugkeer bedoelt van Joden naar Palestina, is ontstaan in 1890.

Nazi’s

In 1881 telde wat men later Israël zou noemen 470.000 inwoners, waaronder 25.000 Joden, verdeeld over 800 dorpen. In 1914 waren er al 720.000 inwoners, waaronder 80.000 Joden, en die Joden leefden vooral in de steden. Ongeveer 12 procent van de Palestijnen was toen christelijk, en de christelijke Palestijnen waren beter geschoold dan hun islamitische medebewoners. In 1891 maakten Palestijnen zich voor het eerst zorgen over de Joodse immigratie richting het (al dan niet) beloofde land.

Het is door de moefti van Jeruzalem, Amin al Husseini (1897-1974), een man die zijn vingers serieus heeft verbrand door zijn collaboratie met de nazi’s, dat het conflict in plaats van een territoriaal een religieus karakter kreeg, de Palestijnse strijd geïslamiseerd werd. Al Husseini richtte de beweging Al Jihad al Muqaddas op (de heilige jihad). Niet elke Palestijn was pro-nazi, de Nashashibi’s bijvoorbeeld (dat is één van de twee machtige Palestijnse families van in die tijd) en de burgemeester van Nablus, waren uitgesproken anti-nazi.

Gronden

Uiteindelijk zijn zionistische Joden er in geslaagd om een Joodse staat te creëren in 1948 (het Britse mandaat eindigde dat jaar op 14 mei), waarbij diverse middelen werden gebruikt. Naast de aankoop van gronden door Joden, werden een flink pak Palestijnen met geweld verdreven. Tot 1948 waren de Britten baas in wat later Israël zou heten, en die zijn er duidelijk niet in geslaagd het Arabisch conflict te beheersen of te voorkomen, bliezen afwisselend koud en warm, en zijn er uiteindelijk in geslaagd zowel Joden als Palestijnen tegen zich in het harnas te jagen.

Het fameuze zionistische plan voorzag wel degelijk de verdrijving van Palestijnen en de vernietiging van dorpen, schrijft Georges Bensoussan, maar volgens de auteur zou het nooit de bedoeling zijn geweest om de volledige Palestijnse bevolking te verdrijven. Dat wordt ook bevestigd door de Franse historicus Henry Laurens. Een aantal Palestijnen zijn gevlucht om de oorlogszones tijdelijk te verlaten, met de bedoeling later terug te keren, wat hen niet werd en wordt toegestaan. Maar, ook al bestond er geen plan om Palestijnen te vermijden, na juli 1948 was verdrijving wel eerder de norm dan de uitzondering, stelt Georges Bensoussan.

Uitspraken

In het boek van Georges Bensoussan staan een aantal belangrijke en/of interessante uitspraken:

  • De fameuze uitdrukking ‘Een land zonder volk, voor een volk zonder land’ werd niet gelanceerd door de zionistische beweging, maar is afkomstig uit Britse protestantse milieus.
  • Het bekende Sykes Pycot-verdrag van 1916, waarbij de Europese grootmachten het Ottomaanse rijk onder zich verdeelden, werd in werkelijkheid ondertekend door Paul Cambon en Edward Grey, die hoger in rang waren dan de bekende namen Sykes en Picot.
  • Door de Britse Balfour-declaration van 1917, die een thuisland voorzag voor Joden in Palestina, was het de eerste keer dat een grootmacht het bestaan van een Joods volk erkende. Door de Palestijnse revolte van 1936 annuleerden de Britten in stilte de Balfour-declaration.
  • In augustus 1930 pleitte voor de eerste keer een hoge Britse ambtenaar, John Hore Simpson, om Arabieren te transfereren van het latere Israël naar Transjordanië, zoals Jordanië vroeger werd genoemd.
  • In 1933 keerde de zionistische beweging zich tegen wat ze de illegale immigratie van Arabieren noemde richting het toekomstige Israël. Het gaat hier meer bepaald over Syrische boeren die kwamen werken in de havenstad Haifa.
  • De Palestijnse opstand van 1936 werd gesteund door Italië, die op die manier de Britse aanwezigheid in het Nabije Oosten wou tegengaan. In september 1940 en juni 1941 bombardeerden de Italianen Tel Aviv, toen de grootste Joodse nederzetting, en uiteraard de toekomstige hoofdstad van Israël.
  • Op 9-11 mei 1942 eiste de zionistische beweging vanuit het hotel Biltmore in New York voor het eerst een Joodse staat. Tot dan toe was er enkel sprake van een Joods thuisland.
  • Op 2 december riep de Arabische Liga op tot een boycot van producten geproduceerd door Joden in Palestina. Daarmee schoot men een kogel in eigen voet, want een derde van de Palestijnse productie van goederen ging naar Joodse afnemers.
  • Zijn Amerikanen per definitie pro-Israël? Nou ja, zo eenvoudig is het niet. Zo was Georges Marshall (1880-1959), jawel, die van het Marshall-plan, radicaal gekant tegen de oprichting van een Joodse staat in Palestina.
  • Op 11 juli 1948 viel Ramleh en op 12 juli Lydda (Lot), twee Palestijnse steden. Met het akkoord van Ben Gourion (1886-1973), de eerste premier van Israël, werden de Palestijnen daar verdreven. De Iraakse militie, die aanwezig was in de buurt om de Palestijnse broeders te komen helpen, kwam niet tussen. Op 16 november 1948 besliste Ben Gourion om alle verdrijvingen van Palestijnen stop te zetten.
  • Zijn het de Palestijnen zelf die de bevolking hadden opgeroepen om het toekomstige Israël te verlaten, zodanig dat de Palestijnse strijders gemakkelijker hun werk zouden kunnen doen in afwachting van hun terugkeer, zoals de zionistische propaganda niet ophoudt te herhalen? Volgens Bensoussan zijn er zo een aantal oproepen geweest, maar was dat eerder de uitzondering dan de regel.

Georges Bensoussan heeft een poging gedaan om een objectief boek te schrijven over het Israëlisch-Palestijns conflict (of was het nu het Israëlisch-Arabisch conflict?), en is daar grotendeels in geslaagd. Het boek bevat vele voetnoten (is altijd interessant om dingen te checken), en de bibliografie op het einde van de publicatie mag er ook zijn. Aanbevolen dus.

Lieven Van Mele is Midden Oosten-reiziger en volgt sedert de jaren '90 de actualiteit in de Arabische wereld en het fenomeen van de islamisering in de islamitische wereld en het Westen. Eerder verschenen al bijdragen van hem in diverse media

Commentaren en reacties