JavaScript is required for this website to work.

Het Ringlandboek: Van de Lange Wapper tot de overkapping van de Antwerpse Ring.

Chris Ceustermans3/3/2019Leestijd 5 minuten

Recent verscheen ‘Het Ringlandboek, 5 jaar burgers in beweging’. Het is een fascinerend verslag van een van de meest succesvolle burgerbewegingen van de laatste decennia.

Twee weken terug werd Het Ringlandboek, 5 jaar burgers in beweging in de Antwerpse deSingel voorgesteld. Het is een fascinerend verslag van één van de meest succesvolle burgerbewegingen van de laatste decennia. Tegelijk is het een inspiratieboek voor burgers die de politiek verkozenen willen beïnvloeden.

Twintig jaar geleden: de stem van de straat

Het Ringland-verhaal kent een lange voorgeschiedenis. In 1998 voerden een aantal mondige burgers actie tegen het soms autocratische beleid van het rood-groene Antwerpse stadsbestuur met schepenen als Mieke Vogels (Groen). Onder meer de ‘verrassingskap’ van vele bomen bij het Museum voor Schone Kunsten op een ontieglijk vroeg uur, deed een aantal verontwaardigde burgers, zoals de filosofe Noortje Wiesbauer en de kunstenaar Dirk Lenaerts, inzien dat er in Stad Antwerpen veel scheefliep met de betrokkenheid van de bewoners. In de lente van 1999 — precies twintig jaar geleden — begon ik als jonge vormingswerker die burgers te ondersteunen en hen te helpen de handen met andere wijkcomité in elkaar te slaan. De bedoeling was om een kennisnetwerk van bewoners te creëren.

Een heleboel vergaderingen met actiegroepen en een financiële projectsteun van volkshogeschool Elcker-Ik leidden in 1999 tot een eerste ‘StRaten-Generaal’ in het wijkcentrum Sint-Andries. Vertegenwoordigers van meer dan dertig wijkcomités luisterden er naar de ervaringen van een tiental comité wat betreft inspraak en de communicatie met de stadsdiensten en politici. Een rode draad bleek de nood aan een ‘inspraakcharter’ en transparante procedures om de bewoners al vanaf de beginfase bij de projecten in hun wijk te betrekken. De huidige Ringland-voorzitter, Pol van Steenvoort, woonde die eerste StRaten-Generaal bij als kersvers communicatieambtenaar van de stad. Hij besefte meteen hoeveel werk er in de stad op de plank lag.

Robin Hoods tegen Lange Wapper

Door een verhuis naar Brussel was ik niet meer bij de volgende edities van StRaten-Generaal betrokken. StRaten-Generaal ontwikkelde zich tot een kenniscentrum over participatie. De vereniging werd pas bekend in Vlaanderen toen enkele koppige dossiervreters als de groene publicist Manu Claeys en urbanist-ambtenaar Peter Verhaege het politieke en ambtelijke etablissement uitdaagden door in beroep te gaan tegen de beruchte Lange Wapper-brug van Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM). Die wilde de Antwerpse Ring sluiten met een viaduct dwars over de Schelde en het Eilandje: de ‘Lange Wapper’. StRaten-Generaal vond het in de 21ste eeuw onverantwoord om stromen doorgaan verkeer door het hart van de stad te voeren. Dit leidde tot een juridische procedureslag tegen Lange Wapper. StRaten-Generaal leek voor de goegemeente echter niet meer dan een aantal wijsneuzige Robin Hoods die vanuit hun dossierkamp de pijlen op de overheid richten.

Dat veranderde deels toen in 2008 StRaten-Generaal werd versterkt door de actiegroep Ademloos van ex-reclamegoeroe Wim van Hees. Die wist met sterke beelden en symbolen zoals een protestactie op de Grote Markt van leerlingen van het Sint-Jozefinstituut een breder publiek te bereiken. Men wist een volksraadpleging af te dwingen waardoor de Vlaamse regering en het stadsbestuur moesten instemmen met het onderzoeken van alternatieven zoals het door StRaten-Generaal ontwikkelde Meccano-tracé (sp-a-burgemeester Patrick Janssens, ook een reclameman en ex-medewerker van Van Hees, moest uiteindelijk zijn arrogante uitspraken — Walk and don’t look back — over het dossier bijstellen en deemoedig het hoofd voor zijn oude reclamepatroon buigen). StRaten-Generaal probeerde vanaf 2010 de idee van ‘overkapping’ van de Antwerpse Ring mee in de plannen te laten opnemen. De stad Antwerpen sloot zich daar in vanaf 2012 deels bij aan. De Vlaamse overheid bleef huiverachtig tegenover die nieuwe concepten en hamerde vooral op ‘beslist beleid’ en ‘het primaat van de politiek’.

Ringland: new kid in town

Bij alle partijen heerste er over dit aanslepende mammoetdossier metaalmoeheid. Na jarenlang onbezoldigd studiewerk hadden de kritische burgers meer bereikt dan verwacht: geen nefaste Wapperbrug en mogelijks een gedeeltelijk overkapping van stukken van de ring. Net toen het ‘klotedossier’ leek te gaan ‘landen’, stak in 2014 een nieuwe burgerbeweging de kop op. Ringland was de eerste maanden niet veel meer dan een idee van ingenieur-stedenbouwkundige Peter Vermeulen, een ancien van duurzame stadsprojecten. Wat begon met een op vakantie getekend verkeersconcept voor de Grote Ring werd op enkele maanden tijd een burgerbeweging die zo’n pletwals bleek dat de Vlaamse Regering en de Stad Antwerpen uiteindelijk de tanker keerden.

Op een historische voorstelling van 25 juni 2018 maakten minister-president Geert Bourgeois (N-VA) en Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA) samen met de actievoerders Peter Vermeulen, Manu Claeys en Wim Van Hees bekend dat men ‘hand in hand’ wilde gaan voor een volledige overkapping van de Antwerpse Ring. Alvast 1,25 miljard euro werd vrijgemaakt om de eerste fase van de overkapping te starten. Op alle vlakken een ‘grote verbinding’ en een van de grootste overwinningen die een Vlaamse burgerbeweging ooit behaalde.

Hoe dit kon gebeuren, wordt in Het Ringlandboek in geuren en kleuren beschreven. Zelfs voor iedereen die, zoals ik, vooral via de media het dossier volgde, is het verrassend om te lezen wat een brede en veelzijdige beweging Ringland geworden is ondanks de uiterst bescheiden financiële middelen. Het hart van de burgerbeweging wordt gevormd door enkele ambitieuze stadsbeelden die een groot deel van de bevolking aanspreken: het verbinden van de dichtbevolkte kernstad met de randwijken door op die gigantische kloof van de ring een nieuw, groen stadsdeel te bouwen met parken, fietspaden, nieuwe woningen en kantoren. De idee kwam van stadsplanners uit de progressieve Antwerpse kringen die pensioengerechtigde leeftijd bereikt hadden.

Verbindende maatschappelijke beweging

Die oude professionals wisten snel de brug te slagen met de Facebook-generatie. De positieve beelden van de overkapte ring met zijn idyllische groene landschappen werden algauw honderden malen op Facebook gedeeld. Men wist vele jongeren te bezielen. Een ‘Yes we can’-gevoel stak mensen aan. Ringland werd steeds meer zichtbaar in de buitenwereld: in vele straten raamaffiches met positieve beelden, vlaggen en hippe evenementen op de berm van de ring, Ringland-muziekfestivals met mensen als Luc de Vos, Stijn Meuris en locals als Jan Leyers en Bart Peeters — die zelfs een Ringlandlied opnam.

Deze positieve campagne werd door technisch studiewerk onderbouwd. Aanvankelijk haalde men 100.000 euro op voor crowdfunding waarmee men studiebureaus kon vergoeden. De volgende jaren wist Ringland een indrukwekkende technische expertise op te bouwen die niet moest onderdoen voor de vele tientallen goedbetaalde ingenieurs, mobiliteitsexperts en marketingmensen van studiebureaus en administraties. Gepensioneerde ingenieurs die zelf nog aan de Antwerpse Ring hadden meegebouwd, stelden hun expertise ter beschikking om hun jonge ambtelijke ex-collega’s te helpen overtuigen dat de overkapping niet alleen een mooie droom was. Ook wist men honderden burgers te betrekken door die te laten helpen bij eenvoudig wetenschappelijk onderzoek over de luchtkwaliteit in hun straat of over de verkeersstromen via innovatieve programma’s van citizen science als Curieuze Neuzen of Straatvinken. Zo wist Ringland met een bijna onbestaand budget een dynamiek in gang te zetten waarvan zwaar gesubsidieerde milieuorganisaties zoals Bond Beter Leefmilieu alleen kunnen dromen — deze gesubsidieerde milieuorganisaties, vandaag vooral onderaannemers van de overheid, hebben deze ecologische trein compleet gemist.

Ringland wist ook de valkuil te vermijden om zich voor de kar van bepaalde politieke partijen te laten spannen. Hoewel progressief-ecologisch van oorsprong, bleef men met alle partijen spreken en werden geen politieke stromingen gestigmatiseerd. Ringland bleek een tegenmacht voor alle gevestigde structuren, maar zorgde ervoor om naar buiten toe positief, constructief en onderbouwd over te komen. Men wist zelfs de Gazet van Antwerpen zo ver te krijgen dat die zich openlijk mee achter de Ringland-campagne schaarde. Dat een nieuwsmedium mee maatschappelijke campagnes gaat voeren, vind ik een bedenkelijke evolutie voor de geloofwaardigheid van de kranten, voor Ringland werkte dit echter als een extra megafoon.

Het Ringlandboek blijkt meerdere boeken. Er is het verhaal van hoe de droom van enkelen een stad in beweging kon zetten. Daarnaast blikken ook verschillende betrokkenen op het dossier terug: journalisten, voormalig N-VA kabinetschef Bart Van Camp, professoren als Luc Huyse (KU Leuven). Ten slotte bundelt het boek ook vele tips voor nieuwe maatschappelijke bewegingen. Bovendien is het boek met tal van foto’s en kaarten aantrekkelijke vorm gegeven. Dat alles maakt Het Ringlandboek niet alleen interessant en leerrijk voor de Antwerpenaar die een nieuw toekomstperspectief voor ’t stad kreeg. Het is een fascinerend werk voor iedereen die geïnteresseerd is in de verhouding tussen burgers en politiek in de 21ste eeuw.

Chris Ceustermans is een veertiger die ooit van zijn pen leefde als journalist bij onder meer De Morgen. Na andere wegen te hebben verkend, keerde hij terug naar zijn oude liefde: de literatuur. Op Doorbraak pleegt hij af en toe een stuk over dingen die in de eenzijdige media te weinig aan bod komen. 'Ni dieu, ni roi, ni maître', blijft zijn motto, al lijkt dit voor de meeste zelfverklaarde 'links weldenkenden' al lang vergeten.

Meer van Chris Ceustermans
Commentaren en reacties