JavaScript is required for this website to work.

Huzarensla voor zwakke zinnigen

Lukas De Vos8/11/2019Leestijd 6 minuten

Als woorden konden doden. Toch kan het. Voor wie kampt met steenkolen-Russisch. Taal is immers dubbelhartig en dubbelzinnig. Tenminste in de wereld van Dominique Biebau, die op een bewonderenswaardige manier de ziel van de Rus koppelt aan de dodelijke toorn van wie op zijn ziel getrapt is.

Sovjetmensen en vloekende honden

Biebau is niet aan zijn proefstuk toe. In zijn eerste thriller, Ijslands Gambiet (2015), was hij al gefascineerd door de meestervervalser Maxim Boelgakov, een spion en schaker die het midden houdt tussen Doctor Mabuse en de vloekende hond van de Russische satiricus Michail Boelgakov. De sfeer is ontleend aan Fritz Lang (Die 1.000 Augen van Dr. Mabuse, 1960) in een hotel waarin meer spionageapparatuur is verwerkt dan er gangen zijn, met de hoogoplopende passies van de chirurg uit Hondenhart (1925) van – niet toevallig – Michail Boelgakov.

De chirurg wil de ‘nieuwe Sovjetmens’ verjongen met transplantaties bij dieren. De geopereerde hond wordt een ondankbaar, trouweloos monster, een uiterst cynische variante op H.G. Wells’ The Island of Dr. Moreau (1896). De hybris van een geleerde slaat stuk op de onwillige natuur, emotie versmacht uiteindelijk de rede: het symbool van de vergeefse poging om een ideologisch volmaakte, onderworpen staatsburger te scheppen. Het verbindingsstuk tussen beide – logica en passie – vormen de formules, letters en cijfers, de gelaagdheid van de taal, van de symbolen, van de tekst.

Net als bij de zetten in het schaakspel, is het doel vernietiging. Van de tegenstander, van het zelf. Maar dat doel pakt niet altijd uit zoals gedacht, vermoed of berekend. Juist omdat de taal een legomonster is, de neuronen een doolhof scheppen waarin de mens het overzicht verliest en het spoor bijster moet raken.

Gekke professor

Dat thema van de taal ontbolstert Dominique Biebau op een nog subtielere wijze in Russisch voor Beginners. De ‘gekke professor’ is hier de bizarre leraar Pavel Stepanov. Een man die alle verwachtingen van zijn drie overblijvende leerlingen ontbeent, en ze verward en verpletterd achterlaat.

Russisch komt niet uit een leerboek, nog minder uit een woordenboek, stelt hij. ‘Woordenboeken zijn het werk van taalboekhouders. Het zijn gevangenissen voor woorden! Taal moet je voelen, niet vastleggen op papier‘. Niet dat die aanpak de kennis van het Russisch bevordert, al heeft zowel Maarten als Diederik die nodig, de ene omdat hij moet, de andere omdat hij wil. Maartens vader wil zijn vervoerbedrijf verkopen aan Russen en gaat ervan uit dat zijn zoon Russisch spreekt. Hij heeft tenslotte Germaanse talen gestudeerd. ‘Ik kan geen woord Russisch’. ‘Dan zal je het snel moeten leren. Ik heb gezegd dat je vlot Russisch kunt’. ‘De Russen hebben zelfs een ander alfabet’. ‘Dan zal je het zeker niet verwarren met je andere talen’. En anders: de dop.

Onderaards ijspaleis

Diederik is op een andere manier monomaan. Hij reist de wereld af om de mooiste grotten te onderzoeken. ‘Ik wil de Kungurgrotten zien (…). Ze zijn uitzonderlijk (…). Een onderaards paleis van ijs en steen. Wat de Mount Everest is voor een bergbeklimmer, dat zijn de Kungur-grotten voor mij’. Een beetje jammer is dat zijn vrouw Lore niet bepaald onder de indruk is van ‘zijn hobby’ en toch mee moet. Naar de Oeral, naar de streek rond Perm, naar de diepere lagen van de in de Karst gevormde aarde. Ambitie uit overlevingsdrang bij Maarten, ambitie uit fixatie bij Diederik. Of is het net omgekeerd ? Een spel met onbenulligheid versus een spel met de dood? Zo ja, en waarom niet?

Het Russisch zal in elk geval een matroesjka blijken te zijn, een spel in een spel in een spel, met verstrekkende gevolgen, zeker omdat Lore de inzet blijft van het ‘forsballengevecht’ der drie gladiatoren: Pavel heeft alleen oog voor haar, Maarten koestert een onblusbaar verlangen naar haar, Diederik vindt haar vanzelfsprekend bij hem horen. Blij als een kind dat ze met buikloop in het hotel is gebleven wanneer hij vaststelt dat hij verloren is gelopen in de zes kilometer weinig in kaart gebrachte gangen, meren, spelonken en zalen van de Kungur. ‘Ikzelf kon niet wachten, ik wilde vandaag nog de grotten in. “Ga maar”, zei ze. “Morgen gaan we wel samen”. Een schat van een vrouw’. Het lot zal de draden anders spinnen. Russisch speelt daarbij een sleutelrol.

Verkoper van lege dozen

Voor Maarten schijnt zijn gestaag verworven kennis van de taal goed uit te pakken, al beseft hij dat hij gewoon is uitgestuurd om een lege doos te verkopen. Maar hij kan terugvallen op fidele kennissen, wanneer hij twaalf jaar na de verdwijning van Diederik besluit om diens lijk terug te vinden.

Er is de kleurenblinde kroegbaas Günther (wat je ziet is evenmin te vertrouwen als wat je meent te verstaan), een Duitser die het Vlaams café ‘La Bête Noire’ uitbaat, en de dood van Diederik bij Pavel legt. Misdaad en Straf van Dostojevski. Je weet vooraf wie het gedaan heeft, maar klopt het verhaal wel? De band met Akira Kurosawa – die in 1951 Hakushi draaide, getrouw naar De Idioot van Dostojevski, en in 1950 eenzelfde formule van verschillende gezichts- en waarheidspunten hanteerde in Rashomon, waarin een schurk, de verkrachte bruid, de geest van haar vermoorde echtgenoot-samoerai, en een houthakker hun versie van de misdaad geven – en van Agatha Christies werkwijze liggen voor de hand.

Hercule Poirots recepten

In de tweede druk van Russisch voor Beginners (de Knack-versie) heeft Biebau een nawoord toegevoegd dat ingaat op zijn bewondering voor en verwantschap met de tactiek van Hercule Poirot. Hij verklaart er zijn fascinatie voor speltheorie en de black box in, al houdt hij zichzelf niet aan Christies voorschriften, hij geeft er een eigen draai aan.

Ieder boek is als een minutieus opgezet dominospel, waar elke steen een andere doet wankelen, als een spel van oorzaak en gevolg. (…) In de boeken van the Queen of Crime heeft het noodlot altijd een goede reden. Zinloos geweld heeft er geen plaats en op het einde krijgt elke vraag – tijdens het klassieke eetkamermoment – een bevredigend antwoord’. In Russisch voor Beginners is dat laatste zeker het geval, de eetkamer is alleen vervangen door een Albanees restaurant.

Drie wellustige saters

Albanees voor beginners is ten minste even erg als Russisch. Ook bij Biebau geldt de regel van de Rubiks kubus. Zolang draaien tot een aannemelijk patroon de gebeurtenissen onweerlegbaar verklaart. En zoals Poirot een vluchteling is voor de Groote Oorlog, zo zijn de drie mannen bannelingen: Pavel een uitgeweken Rus, Maarten een uitgezonden Vlaming, Diederik een man op zoek naar eindeloosheid, tellurische rust, vergetelheid, vergeving. Als drie saters draaien zij rond die ene nimf Lore (de parodie op het befaamde schilderij van William-Adolphe Bouguereau, drie Nymfen en een Sater uit 1873, is te aanlokkelijk om de vergelijking niét te maken), van wie je weet dat zij de ultieme verleidster is, geen huissloof. Want al vroeg in het verhaal steekt ze ‘ongegeneerd haar hand tussen mijn benen. Ik was te verrast om te reageren. Op dat ogenblik kwam Diederik terug. Lore trok haar hand weg, sneller dan een slang’.

De obsessie met ‘de’ vrouw is bij Biebau even heftig als klassiek classicistisch: ze is lustobject en dierlijk instinctieve hetaere tegelijk. Lilith, de eerste (vervloekte) vrouw van Adam. Het lijkt op een verontschuldiging van Biebau tegenover Christie, want bij haar, zo stelt hij, leert Poirot ons om ‘deemoedig het hoofd te buigen als iets onze mogelijkheden overstijgt’. Zijn slotzin in deze korte beschouwing gaat daarentegen regelrecht in tegen de lering van Poirots avonturen, namelijk dat deze wereld een plek is ‘waarin ieder individu aanspraak kan maken op rechtvaardigheid, een waar op puinhopen van oorlogen een kleine, nieuwe gerechtigheid verrijst’. Maar die stelling is een aanfluiting in Russisch voor Beginners.

De grotten van de taal

Is het rechtvaardig dat Diederik omkomt omdat hij ‘ergens een foute afslag’ heeft genomen Kan hij het helpen dat zijn headset met Russische afstandsbegeleiding het laat afweten? Is zijn Russisch te benepen? Is het niet de fout van de schurkachtige gebroeders Diaghilev, die geld boven veiligheid stellen? Is hij naïef geweest om op zijn dooie eentje af te dalen in het grottencomplex Of heeft hij andere kopzorgen? Of is hij verdwaasd door teveel zuurstof in de lucht, en de duisternis die zich langzaam maar zeker bij hem opdringt ? Komt hij terecht in de verboden zone (beelden van Tarkovski’s Stalker glijden voor mijn geestesoog), waar alleen professionele speleologen wetenschappelijk onderzoek mogen verrichten? Waarom vindt Maarten wel de uitgang terug, al moet ook hij achter tralies wachten tot de poorten in de ochtend weer geopend worden? Wetend dat zelfs katten in de pikdonkere Meteorengrot elk gevoel voor oriëntatie verliezen.

Russische humor

En wat is er nu met Pavel? De bewonderaar van een Groot Rusland – dat de grotten honderd kilometer van Perm liggen is een bijkomstigheid, dat is vlakbij – laat zich kennen door excessen: teveel wodka, teveel passie, teveel manisch-depressieve reacties, soms voorkomend, soms ruw en brutaal. Het kernzinnetje dat hij zijn leerlingen meegeeft is veelbetekenend, en geldt ook voor de lezer: ‘Ya ne Znayu. Ik weet het niet’. Zoals Biebau schrijft: ‘Russische humor, het was niet voor iedereen weggelegd‘. Zijn ziel is niet te peilen, zijn driften wel. ‘Elke taal is een vrouw’. En daar moet je met takt en verwondering tegenaan gaan. Want Pavel schuwt zijn afkomst niet. Hij beent taal en mensen uit, want hij is een slagersknecht, ‘ik snij karkassen open’.

Hoe Biebau dat alles in elkaar schuift, is een krachttoer op zichzelf. Met de hulp van een taxichauffeur, een schedel, een vinger die zich aan papier gesneden heeft, een menukaart, versleten woorden, bittere pillen en een stuurse Skipetaar valt alles in de plooi. De vraag is alleen in wiens of wier plooi, en wie nu dader of slachtoffer is. Ik denk niet dat dit boek een vervolg zal krijgen. Biebau is begonnen waar Agatha Christie eindigt: in Curtain: Poirot’s Last Case (1975). ‘Het Doek Valt toont een Poirot op het toppunt van zijn kunnen. (…) Door zelf een moord te plegen is hij het noodlot te snel af. Meer nog, hij wórdt het lot’. Wie dat lot bij Biebau is wordt pas duidelijk als het doek valt. Hijzelf had het al eerder door. Biebau is de Hercule Poirot van het ampersandtijdperk.

Lukas De Vos (1949) is senior journalist (VRT, knack.be), docent, essayist. Recente boeken: 'Land! Land!'(2011); 'Heen' (2012); 'Ivo Michiels Poortwachter Woordwachter' (2013); 'Met Thrillend Oog' (2016); 'Apache, Niet Zomaar een Indianenverhaal' (2017). Europakenner, Aziëdeskundige, filmspecialist (Snapshots VVF). In voorbereiding: 'De Duitse Strop' (2018).

Meer van Lukas De Vos

Rechts gaat vooruit bij de recente federale verkiezingen in Zwitserland. Maar het land functioneert helemaal anders dan andere Europese democratieën.

Commentaren en reacties